Bedrijven zijn geïnteresseerd, maar de omzet in grid-databases moet nog komen. (Grid)database en -applicatiefabrikant Oracle wil bedrijven helpen de eerste stap te zetten. Het stelt in Europa een team van deskundigen samen, die helpen uitzoeken welke toepassing naar het grid kan worden overgezet.
Rac of Grid Begin dit jaar werd Oracle 10g gepresenteerd in San Fransico. Het bestaat uit drie onafhankelijk te gebruiken bouwstenen: de database, de applicatieserver en beheergereedschappen (Enterprise Manager). Grid-computing regelt het verdelen van computertaken (zoals transactieverwerking, modellen doorrekenen, gegevens opslaan, data koppelen en beeldverwerking) door die apparatuur binnen het bedrijfsnetwerk die er op dat moment de tijd voor heeft. Dat netwerk kan zelfs geografisch vertakt zijn. Deze flexibele werkwijze is het belangrijkste verschil met huidige vlaggenschip van Oracle, 9i. Deze wordt vaak gecombineerd met Oracle-rac (real application clusters). Deze clustervariant is een optie die voor de Enterprise Edition aangeschaft moet worden. Voor de Standard Edition, ofwel een cluster met in totaal maximiaal twee processoren, (meestal twee servers met twee processoren), is het gratis. Oracle 9i, ‘de laatste database’ werd gelanceerd in 2001. Omdat het databaseapplicaties zonder aanpassing laat werken op een cluster van (veel goedkopere) pc-servers, is het onder meer gepresenteerd als een vervanger van mainframes. “De ontwikkeling van de databasetechniek is nog lang niet af”, vindt Sutherland. “Wat voorbij de horizon ligt, weten we niet. Maar op het gebied van efficiëntieverbetering en vereenvoudiging van beheer hebben we grote stappen gezet. Dat is echt niet niks.” |
Sutherland organiseerde enkele weken terug een bijeenkomst in Engeland voor deze doelgroep. Daar kwamen volgens hem banken en verzekeraars op af, maar ook directeuren van andere grote bedrijven. “Bedrijven hebben echt wel interesse. Ze willen een goedkopere infrastructuur, iets waarmee ze alle informatie kunnen gebruiken. Ze zoeken alternatieven voor hun mainframes, omdat de kennis daarover langzaam verdwijnt.”
De Oracle-techneut erkent dat het nog niet erg hard loopt met het aantal facturen dat geschreven kan worden. “Er zit tijd tussen het zien van het nut en het schrijven van een aankooporder.” Hij denkt de directies over de streep te kunnen trekken, door ze te helpen met het selecteren van het geschiktste proefproject. “Daarom bouw ik nu aan een team van grid-deskundigen. Die inventariseren bij bedrijven welke toepassing als eerste op een grid zou kunnen draaien.”
Hans Bos, voor het bedrijf in Nederland marketing manager: “De deskundigen zijn ook in Nederland en België aanwezig. Die zijn behalve gezellig bezig met promotie, al met een paar klanten in vergevorderde gesprekken.”
Sutherland realiseert zich dat het team bevooroordeeld kan overkomen. Bang is hij daar niet voor. “Ik hoop dat de directie over onze schouder meekijkt. Hoe meer vragen ze stellen over de opbrengst of het nut van zo’n databasevorm, hoe meer ze tot het inzicht komen dat ’t zinnig is.”
Referenties
De topman was twee weken terug in Nederland voor onder meer de Oracle Partnerbijeenkomst, in voetbalstadion Galgenwaard te Utrecht. Een paar dagen voordat Oracle de financiële resultaten over 2004 presenteert, mocht de vp maar weinig loslaten over de aantallen grid-databases die in Europa aan de man zijn gebracht.
“Inderdaad, het verkopen lukt het best met referenties. We werken dan ook aan een lijst.” Het enige Europese bedrijf waarvan hij zeker weet dat de naam genoemd mag worden, is Shell. En het Europees nucleair onderzoekscentrum Cern natuurlijk. “Dat is een dankbare gebruiker.”< BR>