Pessimisten en meteorologen speuren op mooie zomerse dagen de strak blauwe hemel af op zoek naar dat ene wolkje dat de weersverandering aankondigt. Wie goed kijkt, vindt altijd wel iets dat zou kunnen duiden op de naderende onweersbui. Op de arbeidsmarkt voor automatiseerders is het niet veel anders. Daar heerst nu al zo’n drie jaar een hogedrukgebied, dus wordt er met argusogen gelet op iedere rimpeling die de voorbode van de kentering zou kunnen zijn.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek constateerde halverwege 1998 voor het eerst sinds tijden een daling van het aantal openstaande vacatures voor automatiseerders. Intermediair Arbeidsmarktanalyse turfde in het laatste kwartaal van datzelfde jaar minder personeelsadvertenties die afkomstig waren van automatiseringsbedrijven. Zo’n teruggang deed zich sinds 1995 niet meer voor.
De IT-sector reageerde overwegend met ongeloof. Bedrijven waren misschien moe om nog langer te adverteren of meldden hun vacatures niet meer aan, omdat dat toch niets oplost, luidde de verklaring. Van een verminderde vraag en een iets ruimer aanbod, hadden de meeste IT-bedrijven nog niets gemerkt.
Een enkeling laat een ander geluid horen. De Nederlandse topman van Oracle, Nico van de Ven, zei onlangs te verwachten dat het personeelsverloop in de IT het komende jaar dramatisch zal dalen. Een indicatie dat de extreme spanning op de arbeidsmarkt afneemt, meende Van de Ven. Zelf wil Oracle het verloop terugdringen van veertien naar tien procent.
Het zijn slechts kleine verschuivingen die op de barometer nauwelijks zijn af te lezen. Een trendbreuk is er in ieder geval niet uit af te leiden. Voor de werkgelegenheidsontwikkeling in de automatisering op de lange termijn – tot 2005 – zeggen deze rimpelingen niet zo gek veel. Daarvoor geldt sowieso het cliché dat voorspellen moeilijk is, vooral als het om de toekomst gaat. Maar met de nodige slagen om de arm valt er wel iets meer te zeggen over de toekomstige arbeidsmarkt voor IT’ers en dat gebeurt ook in de snel groeiende berg onderzoeken en rapporten.
Een tamelijk zekere factor in al deze toekomstvoorspellingen is dat het millenniumprobleem en de invoering van de euro over twee respectievelijk vier jaar weinig werk meer zullen verschaffen aan automatiseerders. Met deze constatering, die heel relevant is voor de individuele IT’er die het betreft, houdt de zekerheid voor de arbeidsmarktanalisten wel zo’n beetje op. Niemand weet namelijk hoeveel automatiseerders op dit moment aan deze twee projecten werken.
Geen overschot
Duidelijk is inmiddels wel dat de vraag naar millenniumreparateurs tot dusver achterblijft bij de verwachting. Het Millennium Platform bijvoorbeeld, heeft ongeveer vierduizend specialisten in de aanbieding die zitten te wachten op werk. Bij IT-dienstverlener Origin, sleutelen tweehonderd van de ruim zesduizend vaste werknemers aan het jaar 2000. Nog eens honderd medewerkers zijn daarvoor extern ingehuurd. Ook bij andere grote dienstverleners komt het percentage van het personeel dat bezig is met het millennium zelden boven de vijf procent uit. De meeste bedrijven schakelen eigen personeel in om het Y2K-probleem op te lossen. Naar de omvang van die inzet kan slechts worden gegist.
Met de euro is het al niet veel anders. De grote financiële instellingen houden niet bij hoeveel automatiseerders bij hen aan de nieuwe munt werken. Met de invoering van de girale euro per 1 januari 1999 is het meeste werk bij de banken inmiddels achter de rug, zegt een personeelsfunctionaris van ABN-Amro. Dat laat onverlet dat de IT-afdeling waarvoor zij werkt van plan is dit jaar net zo veel automatiseerders te werven als het afgelopen jaar.
Origin wederom, heeft circa honderd medewerkers op euro-projecten zitten. Bij Randstad Automatiseringsdiensten zijn tweehonderd van de achttienhonderd werknemers daarmee bezig. Cap Gemini geeft geen cijfers, maar zegt dit jaar nog wel een groei van het aantal euro-opdrachten te verwachten.
Hoewel precieze cijfers dus ontbreken, is de meest gehoorde voorspelling dat de arbeidsmarkt enigszins zal ontspannen als zo meteen de eeuwwisseling gepasseerd is en de euro in de knip zit. Niemand voorziet echter een plotseling overschot aan IT’ers. Daarvoor lijken te weinig automatiseerders aan deze twee projecten te werken.
Sommige zwartkijkers vrezen desalniettemin dat de millennium- en euro-specialisten straks, als ze hun klus geklaard hebben, de gang naar het arbeidsbureau moeten maken. De meeste IT-bedrijven zien de toekomst hoopvoller tegemoet. Zij rekenen er op dat er zo meteen nieuwe opdrachten binnenkomen, projecten die in de ijskast hebben gestaan om het millennium en de euro voorrang te kunnen geven. Er blijft volop werk voor IT’ers, bezweren de werkgevers in de branche. De vraag is of de millennium- en eurodeskundigen voldoende voor het nieuwe werk zijn toegerust, of dat zich vooral kwalitatieve knelpunten op de arbeidsmarkt gaan voordoen. Branchevereniging Fenit vreest dat laatste, zo blijkt uit het rapport Unraveling IT, bit by bit, een analyse van vraag en aanbod op de IT-arbeidsmarkt dat afgelopen najaar verscheen. Een van de arbeidsmarktscenario’s in het rapport voorziet dat met de oplossing van de euro- en de millenniumproblematiek de vraag naar automatiseerders na 2002 zal afnemen. Tegelijkertijd neemt het aanbod licht toe. Voor de werkgever betekent dit een verminderde afhankelijkheid van de aanbieder, aldus de onderzoekers, waardoor de tijdelijk bijgestelde functie-eisen opgeschroefd zullen worden.
Scholing
In dit scenario, dat uitgaat van een afnemende groei van de IT-uitgaven (die gaan in de pas lopen met de economische groei), zijn de omgeschoolde IT’ers het haasje. Hun kennis, vaardigheden en werkervaring schieten tekort voor het hoger gekwalificeerde werk. Daarvoor zal ook na 2002 een tekort aan arbeidskrachten blijven bestaan. Slechts een klein percentage binnen de groep omgeschoolden zal na de hausse hun arbeidsmarktpositie weten veilig te stellen, voorspellen de opstellers van het Fenit-rapport.
Ook een tweede scenario, dat de invoering van nieuwe technologieën als uitgangspunt neemt voor de werkgelegenheidsontwikkeling na 2002, pakt ongunstig uit voor omgeschoolde automatiseerders die ingezet zijn in euro- en 2000-projecten. De nieuwe technologieën zorgen weliswaar voor een aanhoudende banengroei in de IT, maar de meeste omgeschoolden zullen niet aan de steeds hogere kwalificatie-eisen kunnen voldoen, menen de onderzoekers.
De voor de hand liggende oplossing voor de millennium- en euro-automatiseerders is nog meer scholing. Voortdurende scholing is sowieso een must voor wie een carrière in de informatietechnologie ambieert, stelt Bernd Taselaar van de Fenit. Tegelijkertijd maakt de secretaris van de commissie onderwijs en arbeidsmarkt duidelijk dat het niet voor iedereen even eenvoudig zal zijn om aan de hogere eisen te voldoen.
Taselaar verwacht dat de arbeidsmarkt voor automatiseerders de komende jaren krap zal blijven. Het aanbod van IT’ers blijft achter bij de vraag, is zijn stellige overtuiging, ongeacht hoeveel arbeidskrachten er vrijkomen na afronding van het millennium- en het europroject. Hij schat de kloof tussen vraag en aanbod voorlopig op tien- à twintigduizend automatiseerders op jaarbasis.
Dat zullen wel steeds vaker IT’ers zijn waarvan meer wordt verlangd dan het kennen van een kunstje, is de verwachting. Naast vakinhoudelijke kennis zijn de trefwoorden communicatieve vaardigheden, conceptueel denken en inzicht in organisaties. Deze eisen vloeien enerzijds voort uit een verschuiving van het werk van de zuivere IT in de richting van IT-gerelateerde sectoren zoals de communicatietechnologie maar ook de media. Anderzijds zeggen veel IT-dienstverleners een opwaardering mee te maken. In plaats van als eenvoudig detacheerder mensen weg te zetten, besteden klanten volledige automatiseringsprojecten bij hen uit. Daarmee betreden de softwarehuizen het terrein van de consultancy, en dat betekent dat hun medewerkers niet alleen verstand moeten hebben van pc’s maar ook van het hele bedrijfsproces bij de klant.
Nettoresultaat van deze ontwikkelingen is dat het vereiste opleidingsniveau voor veel functies in de IT omhoog gaat. Waar tot dusver een mbo’er voor werd gevraagd, zal binnenkort gezocht worden naar een hbo’er of zelfs academicus. Taselaar haast zich overigens te zeggen dat er in zijn branche ook functies op mbo-niveau zullen blijven bestaan.
Schaars
Behalve het niveau verandert ook de aard van de vooropleiding. De IT’er van de toekomst zal minder een technicus pur sang zijn, voorspelt Taselaar. Met de verschuiving van automatiseringssystemen naar bedrijfsprocessen en van vorm naar inhoud voorziet hij een toenemende vraag naar gamma’s en alfa’s met affiniteit voor informatietechnologie.
Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) voorspelt dat de krappe arbeidsmarkt voor IT’ers zeker nog tot 2002 zal aanhouden. Omdat informatica-beroepen complexer worden, neemt vooral de vraag naar hoogopgeleide automatiseerders toe, constateren de Maastrichtse arbeidsmarktdeskundigen in het rapport De arbeidsmarkt voor informatici. De vraag naar informatici met een universitaire opleiding neemt volgens de prognoses van het ROA jaarlijks met twaalf procent toe. Hbo’ers met een informatica-opleiding kunnen rekenen op acht procent meer vraag. De vraag naar werknemers met een automatiseringsopleiding op mbo-niveau neemt veel minder toe.
Met het vinden van programmeurs zullen werkgevers weinig problemen hebben, voorspelt het ROA. Hoogopgeleide informatici die ontwikkelings- en advieswerk verrichten, zullen ze daarentegen met een lampje moeten zoeken. Ook systeemanalisten blijven de tot en met 2002 jaar een schaars goed volgens de ROA-prognose.
Het recept dat de afgelopen jaren is gebruikt om in de groeiende behoefte aan IT’ers te voorzien, afgestudeerden met een andere opleidingsachtergrond bij- en omscholen, zou de komende jaren weleens minder soelaas kunnen bieden, waarschuwen de ROA-onderzoekers. Bij geschikte alternatieve opleidingen voor automatiseringsfuncties, zoals elektrotechnische en economische studies, zullen zich namelijk ook tekorten op de arbeidsmarkt voordoen.
Steun bedrijfsleven
Het tekort aan IT’ers is geen exclusief Nederlands probleem en beperkt zich evenmin uitsluitend tot Europa. De schaarste doet zich vrijwel wereldwijd voor. Automatiseerders die van avontuur houden kunnen zo in Canada, Australië of Nieuw Zeeland aan de slag. Vooral Nederlandse IT’ers worden daar met open armen ontvangen. Onlangs waarschuwde de Europese Commissie voor het reële risico van een uittocht van specialisten, met een verwijzing naar de forse verhoging van het immigratiequotum voor informatici door de Verenigde Staten.
In haar rapport Werkgelegenheid in de informatiemaatschappij schrijft de Europese Commissie dat er eind 1998 naar schatting een half miljoen onvervulde IT-vacatures waren in de Europese Unie. De verwachting is dat dit aantal tegen 2002 gestegen zal zijn tot 1,2 miljoen. De Commissie spreekt van een structureel probleem, dat op korte termijn nog nijpender is door de millenniumwisseling en de overgang naar de euro. De oplossing zoekt Europees Commissaris Pádraig Flynn in extra scholingsinspanningen, zowel op universitair niveau, waar het geringe aantal vrouwen dat een informatica-opleiding volgt hem in het bijzonder zorgen baart, als via om- en bijscholing van werkenden en werkzoekenden. De eerste verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de individuele lidstaten van de EU, aldus Flynn.
Het Nederlands kabinet spreekt zich zeer binnenkort uit over hoe het aan tekort aan informatici moet worden aangepakt. Dit naar aanleiding van een advies dat de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) vorig jaar uitbracht. Daarin stelt de AWT dat de onderwijsinstellingen onmogelijk op eigen houtje goed kunnen inspelen op de snel stijgende en veranderende vraag naar informatici. Steun van het bedrijfsleven is daarvoor onontbeerlijk, stelt de adviesraad , die pleit voor nauwe samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijven om het opleidingsaanbod te versterken. Ook moet er volgens de AWT een publiekscampagne komen om de mogelijkheden die een IT-opleiding biedt, breed onder de aandacht te brengen. Het kabinet zal de noodzaak van samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijfsleven in ieder geval onderschreven, aldus een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken.
Beloftes
Het is niet de eerste keer dat bedrijfsleven en overheid kampen met een tekort aan automatiseerders. Tien jaar geleden riepen zij ook al om het hardst dat zij geen IT-personeel konden vinden. Dat leidde toen tot een grotere instroom van studenten in de informatica-opleidingen en tot grootscheepse omscholingsprogramma’s voor neerlandici, sociaal-agogen en andere slecht in de markt liggende hoogopgeleiden. Een paar jaar later kwamen zij van een koude kermis thuis. De conjunctuur ging omlaag en alles wat met IT te maken had kreeg het zwaar te verduren, mede omdat de resultaten van veel automatiseringsprojecten toch minder aansprekend waren dan de beloofde gouden bergen.
Opnieuw wordt er hard geroepen dat er te weinig IT’ers zijn en dat het tekort voorlopig nog wel even aanhoudt. Daar valt niet veel op af te dingen. Maar het is wel verstandig te bedenken dat de grootste schreeuwers tevens degenen zijn die het meeste belang hebben bij een ruim aanbod van arbeidskrachten. Zodra dat aanbod er is, schroeven ze de eisen op en vallen de schapen met minder dan vijf poten als eersten buiten de boot.
Beloftes zijn er ook nu weer volop. Internet met toepassingen als e-commerce, dat nog in de kinderschoenen staat, is zo’n belofte die iedereen noemt. En dan zijn er nog al die projecten die in de ijskast staan, omdat het 2000-probleem en de komst van de euro voorrang hebben gekregen. Wat daarbij gemakshalve wordt vergeten is dat het omgekeerde ook gebeurt. Bedrijven besluiten eerder dan voorzien nieuwe systemen in te voeren. Daarmee verbeteren ze de prestaties van oude systemen en tegelijk zijn ze verlost van mogelijke millenniumproblemen.
Optimisten zeggen dat de huidige stand van zaken in de IT niet te vergelijken valt met die van tien jaar geleden. Toen was automatisering slechts een handig hulpmiddel; nu behoort de informatietechnologie voor veel bedrijven tot de core business, omdat de bedrijfsprocessen zonder die technologie inmiddels ondenkbaar zijn. Automatisering zou daarmee minder conjunctuurgevoelig zijn geworden en op eigen kracht een belangrijke stimulans zijn voor economische groei. Het tekort aan gekwalificeerd personeel doet die motor haperen, waarschuwen de deskundigen.
De profeten van de New Economy, een geloofsrichting die vooral in de Verenigde Staten snel aan populariteit wint, gaan nog een stap flinke verder. Zij beweren dat de informatietechnologie, gecombineerd met de globalisering van de economie, spot met de oude economische wetten en leidt tot een ongebreidelde economische groei.
Wie durft nog vol te houden dat eeuwwisselingen tot doemdenken leiden? Maar misschien is het ook verstandig om in het achterhoofd te houden dat crises vaker voorafgegaan zijn door periodes van grote euforie.