Nederlandse producenten van productsoftware hebben sinds kort een gezamenlijk platform voor het uitwisselen van kennis over het ontwikkelproces van hun software. De groep van negen bedrijven is ontstaan uit een initiatief van onderzoekers van de faculteit Informatica van de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Thema’s samenwerking Ontwikkelplatforms (VB, VC++, Oracle, Asp) Programmeerstandaarden: naamgeving en constructies Teststrategieën en -tools Beheer van software-vereisten Ervaringen met configuratie van beheer-tools ISO 9000, spi, cmm, tsp/psp Ontwikkelproces, standaards, sjablonen, kwaliteitsborging Omgang met partners in binnen- en buitenland Patentering, handelsmerken, copyright, ‘non-disclosures’ Schrijven van installatie- en gebruikershandleidingen |
Doelgroep van het initiatief zijn de honderden productsoftwarebedrijven die hun basis hebben in Nederland. Tezamen bieden ze werkgelegenheid aan 7.000 werknemers. Jaarlijks exporteert Nederland voor 600 miljoen euro aan productsoftware. Die export valt echter in het niet bij de import van 2,1 miljard. Nederland is overigens wereldkoploper bij de aanschaf van pakketsoftware. Twaalf procent van de totale Nederlandse omzet aan ict gaat hieraan op, net even meer dan in de VS.
Het platform wil de Nederlandse fabrikanten van productsoftware helpen bij het inrichten van hun interne ontwikkelproces. Veel tijd, inspanning en geld gaat thans verloren omdat er geen of nauwelijks kennisuitwisseling in deze bedrijfstak plaatsvindt, aldus de initiatiefnemer.
De groep organiseert werkgroepen en seminars op verschillende terreinen als ontwikkelplatforms, teststrategieën en testtools, het beheren van software-vereisten, configuratiebeheer, patentering, het gebruik van standaarden en het schrijven van installatie- en gebruikershandleidingen (zie kader). "Het platform gaat daarnaast in samenwerking met onderwijsinstellingen cursusmateriaal voor hbo-opleidingen en universiteiten ontwikkelen, en ook doceren", aldus Brinkkemper.
Hij definieert productsoftware als "software met bijbehorende materialen die verkocht worden in een bepaalde markt", en heeft daarmee onder andere erp-software, boekhoudpakketten, tekstverwerkers en software ontwikkeltools op het oog. Dat onderscheidt productsoftware voor de markt dus van de maatwerksoftware die grote systeemhuizen en softwaredienstverleners bouwen voor hun klanten en van de ingebedde software uit consumentenelektronica en kantoormachines.
Het platform voor productsoftware gaat opereren als een afdeling van het Nederlands Genootschap voor Informatici (NGI). Het SERC fungeert als secretariaat.
http://www.cs.vu.nl/~sjaak
‘Kwaliteit als wapen in concurrentieslag’
|
Nu ben ik voor één dag in de week hoogleraar aan de VU en heb ik daarnaast met tien ex-collega’s van Baan een eigen bedrijf opgezet, Emendas. Meer tijd dus om het idee voor het platform uit te werken. Ik heb daarvoor in eerste aanleg mijn eigen netwerk gebruikt. Er deden al snel negen bedrijven mee, maar de belangstelling is veel groter. Het platform voorziet in een behoefte, dat weet ik nu al. We zijn twee keer bijeen geweest, in 2001 bij SERC en een paar maanden terug bij mij op de VU.
Waarom de deelnemers over de vrees voor concurrenten zijn heengestapt? Omdat we ons oriënteren op de vragen-van-alledag; dat herkent men. En we hebben absoluut zeker gesteld dat we het niet over de producten zelf hebben, maar alleen over het proces van fabricage van de software. De eenzaamheid van een collega bij een softwarebedrijf met tien of vijftig man die voor de ceo een patenteringsprogramma moeten implementeren; dat is wat het platform te lijf wil.
Breder geformuleerd gaat het ons bij het platform om het professionaliseren van de bedrijfstak van productsoftware. Dat moet leiden tot betere producten en een betere uitstraling. Het gaat immers om substantiële werkgelegenheid en omzet. Productie van software is een schoon en kennisintensief proces. De kosten per ontwikkelaar liggen in Nederland echter gauw vier tot vijf maal hoger dan in India of China.
Er is dus een reëel gevaar dat Nederland zich uit de markt prijst. Dan wordt deze bedrijfstak een soort scheepsbouw of de vliegtuigindustrie. Want vergis je niet: 78 procent van de in 1999 in Nederland verkochte productsoftware kwam al uit de VS.
Het platform moet vooral een open groep blijven. Ik zou zelf het liefst bedrijven als Tryllian en Unit4 erbij halen. Exact heb ik indertijd benaderd, maar toen was ik wellicht nog te veel Baan: ze zagen toen van deelname af. Nu ligt dat wellicht anders. We gaan actief werven, ook onder de honderden kleine bedrijven die elk in hun niche opereren. Het gaat om kennisverspreiding via de werkgroepen en via de documenten op de website. In principe moet iedereen daar bij kunnen."
René Rippen