Het onderwerp is te ingewikkeld voor de meeste media. De Europese regels voor octrooien op software bepalen de toekomst van de Europese software-industrie. Dat is echter niet het enige waar het om gaat. Europa werkt aan een wet voor octrooien op in computers geïmplementeerde uitvindingen. De strijd gaat om de details: is een patent op zuivere code wel of niet mogelijk?
De tegenstanders van het voorstel vrezen dat ze al hun werk moeten nakijken in de patentdatabases. Ze voorspellen dat de middelgrote en kleine softwarebedrijven verwikkeld raken in kostbare juridische processen over zoiets banaals als programmeercode.
De voorstanders, vooral grote bedrijven, klagen over gebrekkige bescherming van hun uitvindingen. Philips en Microsoft dreigen zelfs fabrieken in Europa te sluiten (wat een loos dreigement is, want de geografische locatie van de uitvinden doet voor een patent niet terzake). De voorstanders willen een wet die vergelijkbaar is met die in de VS en Japan. Daarin worden patenten gebruikt om concurrenten af te schrikken.
De politieke strijd is heftig tot het bittere eind. Lange tijd leek de Europese Commissie weg te komen met haar ontwerp, waarin de tegenargumenten het lichtst wegen. De aanvankelijk ongeorganiseerde tegenstanders kregen pas bij het Europees Parlement aandacht. Daar sloeg de balans door; de restricties die het Parlement aanbeveelt zijn voor bijvoorbeeld Philips onwerkbaar. Een tussenvorm, afkomstig van de Raad van Europa, zat dichterbij de EC en leidde tot een lobby- en media-offensief van de nu georganiseerde tegenstanders. Zij mobiliseerden de parlementen in Spanje, Nederland, Denemarken en Duitsland.
De twist over de drie varianten is verworden tot een machtsstrijd. Wie is de baas in Europese politiek? De EC-ambtenaren? Hun aanvoerders, de via gekonkel benoemde Europese Commissarissen? Het EP, gekozen in democratische verkiezingen? Was er maar een Europese grondwet, dan lagen de kansen heel anders.< BR>