Gebruikers van de applicaties voor e-zakendoen van Oracle kunnen straks veranderingen in de functionaliteit doorvoeren zonder hun werk te onderbreken. Net als bij de database moet een nieuwe opwaarderingmethode de tijd dat een systeem niet beschikbaar is zo kort mogelijk maken.
Alsnog ondersteuning voor 10.7 Gebruikers van versie 10.7 van Oracle’s software voor e-zakendoen krijgen nog even voor de opwaardering naar versie 11i. De databaseleverancier verduidelijkte de afgelopen week hoe hij tot juni 2004 deze groep klanten de helpende hand zal bieden. Het bedrijf helpt de 10.7-gebruikers alleen nog met bekende euvels. Voor onderhoudspakketten of het toevoegen van nieuwe functionaliteiten maakt het geen tijd meer vrij. Midden volgend jaar moet iedereen zijn overgestapt naar 11i, vertelde Robert Fleming, in Europa verantwoordelijke voor de applicatiesuite aan nieuwsdienst Computergram. Het bedrijf stelt dat inmiddels de helft van de dertienduizend gebruikers van zijn overgestapt van 10 naar 11i. Nog eens 25 procent is bezig met de opwaardering. Volgens Computergram zijn er dus nog 2300 gebruikers die niet bezig zijn met 11i. Oracle wilde oorspronkelijk de 10.7-ondersteuning in de zomer van 2002 stopzetten. Vooral onder druk van de Oracle Applications Users Group (Oaug) verlengde de databaseleverancier dit met een jaar. De lobby zette ook de relatie tussen gebruikersgroep en bedrijf onder druk. Door het opspelden van een Oaug-button in San Diego leek Ellisson de gebruikers te hebben vergeven. |
Volgens Hans Bos, marketeer bij Oracle Nederland, is het aanpassen van de applicaties terwijl deze in werking zijn, complexer dan op het eerste gezicht lijkt. Het is nog niet duidelijk wanneer deze mogelijkheid in de software ingebakken zal zijn. "Men is op dit moment nog bezig vast te stellen wat de beste methode is om het technisch op te lossen." Ellisson suggereerde dat het aanpassen van de applicaties op een vergelijkbare wijze zal verlopen als het aanpassen van tabellen in werkende databases, iets wat Oracle sinds versie 9i kan.
Tabellen op slot
"Ooit kregen we drie uur op zondag om een tabelontwerp aan te passen. Die tijden zijn voorbij", schrijven databasebeheerders Chris Lawson en Roger Schrag, in een essay voor een van de Oracle-beurzen van vorig jaar.
In oudere versies van de Oracle-database is het nodig voor dergelijke bewerkingen gebruikers de toegang tot de tabel te ontzeggen. Hun bewerkingen van de data zet de tabellen op slot, wat aanpassing ervan onmogelijk maakt. Met een nieuwe functie in 9i, Dbms_redefinition, zijn onder meer tabelontwerpen aan te passen, kolommen te hernoemen, toe te voegen of te verwijderen en beperkende voorwaarden te wijzigen.
Om storingen in de productietabel te voorkomen, maakt de functie een tijdelijke tabel. Hierin worden alle wijzigingen doorgevoerd. Ook de gegevens in de database worden hierheen gehaald. Toestaan dat gebruikers ondertussen doorwerken en gegevens in de tabel wijzigen, maakt de operatie complexer dan hij op het eerste gezicht lijkt. Het kan verschillen veroorzaken tussen de data in de tijdelijke tabel en het origineel. Bos: "De integriteit van de nieuwe tabel komt zo in gevaar, en dat mag niet."
Veiligheidslekken Database 9i versie 2 voor Linux is klaar voor een nieuwe veiligheidstest, zei Oracle begin deze maand. Het meldde zowel 9i als de Red Hat Linux serveruitvoering aan voor een evaluatie voor ISO 15408; de database voor niveau vier en de Linuxserver voor niveau twee. Het bedrijf lijkt de huid verkocht te hebben voor de beer geschoten was. Afgelopen weekend zijn zes veiligheidslekken ontdekt in 9i en eerdere versies van de database. Fouten in de binary oracle.exe, in de databasefuncties ’to_timestamp_tz’ en ’tz_offset’, en in de parameter ‘directory’ vormen volgens Oracle een veiligheidsprobleem voor alle platformen. |
Het enige wat in de database nog niet ‘online’ te veranderen valt, is de primary key van een tabel. Bos: "De herdefiniëring daarvan blijkt in praktijk nauwelijks nodig te zijn."
Spoorwissel
De Oracle-programmeurs zijn er nog niet uit hoe ze hetzelfde kunnen bereiken voor de applicaties (11i). Ellissons onthulling lijkt prematuur te zijn. Bos denkt dat het erop neerkomt dat de aangepaste programmacode alvast op de server wordt geïnstalleerd en dat deze als alles gereed staat geactiveerd wordt. "Ik vergelijk het met een spoorwissel. De oude dataroute blijft in gebruik tot de wissel omgaat. Alle volgende dataverzoeken volgen dan de nieuwe route."
Waarom ontwikkelden de ontwerpers deze functionaliteit niet van meet af aan?
Bos: "De auto-industrie had ook meteen moeten gaan werken met herbruikbare materialen en elektrische motoren. Het is een gevolg van voortschrijdend inzicht." Organisaties stellen volgens hem steeds nieuwe eisen aan de beschikbaarheid. Een andere aanleiding voor deze veranderende kijk op onderhoud, is dat steeds meer software in onderdelen wordt ontwikkeld, denkt Bos.
Gijs Hillenius