CWI voelt zich geen partij in de discussie tussen Capgemini en Atos Origin over het overnemen van personeel. Het gaat om ex-Werklinq-automatiseerders die vóór de uitbesteding in 2002 aan Cap het it-werk voor CWI verrichtten. Dit werk dreigt nu zonder hen door Atos Origin te worden uitgevoerd.
Atos Origin zal vanaf 1 januari 2006 het werkplekbeheer voor het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) op zich nemen. Daarbij speelt de vraag of Atos twaalf beheerders van Capgemini, die dit werk nu uitvoeren, moet overnemen vanwege de wet overgang onderneming.
“Wij zijn geen partij in de discussie of Atos Origin wel of niet personeel van Capgemini moet overnemen vanwege de wet overgang onderneming”, zegt Paul Moeskops, directeur Informatiemanagement CWI. “Een overheidsorganisatie is verplicht voor grote bedragen om de zoveel jaar een Europese aanbesteding te doen. Dat doe je op basis van een functioneel en technisch programma van eisen Het overnemen van personeel is daarin geen item. Iedere marktpartij kan offreren. Bij verliezende partijen kan dat ten koste gaan van het personeel. Dat is de economische realiteit en daar heeft het CWI baat bij.”
Hij wijst erop dat Capgemini Werklinq, de it-divisie van de Arbeidsvoorziening, in 2002 overnam. “Cap wist toen al dat de overgenomen contracten met het CWI eindig waren.”
Verkaveling
Het CWI besteedt zijn it in drie grote stukken uit: de rekencentrumoperaties gaan naar IBM (nu nog Capgemini), de kantoorautomatisering komt dus bij Atos Origin te liggen, en er loopt nog een aanbesteding voor applicatiebeheer en -ontwikkeling. “Nu is er een applicatieveld van verschillende leveranciers en dat willen we rationaliseren en terugbrengen naar één partij.”
Het uitbesteden van de automatisering in kavels bevalt Moeskops goed. “Via verkaveling is er geen ‘big bang’ meer, maar zijn migraties op verschillende momenten te plannen. Getronics en Versatel hebben bijvoorbeeld al in 2002 140 kantoren in vier maanden overgezet naar een nieuw netwerk. Atos Origin zal de kantoorautomatisering binnenkort in twee stappen migreren.” Zo’n opzet, waarbij om de zoveel jaar activiteiten apart worden aanbesteed, is veel werk, maar de ict-directeur gelooft dat alleen op deze manier objectief is vast te stellen wat de beste prijs/prestatie-verhouding. is. “In een gedwongen winkelneringsituatie, zoals vroeger met Werklinq, valt onvoldoende te beoordelen of je it-partner wel een goede marktpartij is en qua dienstverlening aansluit op ontwikkelingen.”
Huisleverancier
Moeskops vindt dat de discussie over het verdwijnen van kennis van klantprocessen als die klant overstapt naar een andere partij met nieuwe mensen, er niet zoveel toe doet. Rekencentrumverwerking en kantoorautomatisering zijn in zijn ogen een gebruiksgoed geworden: dat kan elke leverancier leveren. “Partijen als IBM en Atos Origin hebben hierin veel ervaring en werken voor grote klanten.” Dat het ex-Werklinq-personeel er niet meer bij betrokken is, vindt hij dan ook geen zorgelijk punt.
Aan de ontwikkelkant geldt dat technologie continu verandert, vervolgt hij. “In de voorloper van ons nieuwe Sonar-klantinformatiesysteem liepen bijvoorbeeld veel processen via scherminstructies. Daarom is het goed om – verplicht – om de zoveel jaar een nieuwe aanbesteding te houden. Een andere leverancier kan voor vernieuwing zorgen. Dat is een normaal economisch verschijnsel. CWI wil profiteren van de voordelen van de markt.”
Er bestaan vrijwel geen leveranciers meer die subliem zijn in alles, constateert hij. “Daarom kun je beter profiteren van een beperkt aantal specialisten dan van één huisleverancier.”