Met de overname van Schlumberger Sema groeit Atos Origin uit tot een dominante Europese it-dienstverlener. Het kan zich in de strijd om de grote contracten meten met grote Amerikaanse dienstverleners.
Na de overnames van Origin (2000) en de Nederlandse en Engelse vestigingen van Kpmg (2002) verdubbelt de automatiseerder met Schlumberger Sema haast in omvang. Nadat het Amerikaanse CSC de onderhandelingen met Schlumberger had gestopt, boekte Atos Origin aan de onderhandelingstafel wel succes. "Het toont weer eens aan hoe belangrijk het is dat bij een acquisitie bedrijfsculturen bij elkaar moeten passen", zegt Wilbert Kieboom, algemeen directeur Atos Origin. Sema, dat Brits/Franse wortels heeft, is met 2,6 miljard euro omzet en 22.000 medewerkers bijna even groot als Atos Origin (drie miljard, 28.000 werknemers). Kritiek van analisten, zoals de Ovum Groep, dat dit onherroepelijk tot integratieproblemen leidt, ook omdat de arbeidsmoraal bij Sema laag zou zijn na de mislukte overname door het Amerikaanse Schlumberger, wuift Kieboom weg. "Wij hebben aangetoond dat we grote acquisities snel kunnen integreren en rationaliseren."
Met de overname van Sema zegt Atos Origin het enige Europese alternatief te vormen voor de grote Amerikaanse dienstverleners.
Hoe zit het dan met Cap Gemini Ernst & Young en T-Systems? De eerste beschikt in zijn ogen over te weinig beheerdiensten; de tweede is teveel Duits-georiënteerd. Volgens Gartner ziet de top tien van it-dienstverleners in Europa er na deze overname als volgt uit: IBM (1), EDS (2), T-Systems (3), Atos Origin/Schlumberger Sema (4), Hewlett-Packard (5), Accenture (6), Cap Gemini Ernst & Young (7), Siemens Business Services (8), Fujitsu Services (9) en CSC (10).< BR>