In de nabije toekomst is het mogelijk met bewegingen van hand en hoofd computersystemen aan te sturen. De techniek is bijna klaar voor de ontwikkeling van toepassingen. In Eindhoven staat al een proefopstelling met camera’s en microfoons. Slechts enkele problemen op het gebied van patroonherkenning en projectie resteren.
Langzaam maar zeker past de computer zich aan de mens aan in plaats van andersom, zoals nu het geval is. Dit zei prof.dr. Matthias Rauterberg tijdens de viering van de 43ste geboortedag van de Technische Universiteit Eindhoven. Deze Duitser is sinds een jaar directeur van het IPO-Centrum voor onderzoek naar interactie tussen mens en machine.
Volgens Rauterberg zal de gebruiker in zijn omgang met de computer meer zich zelf kunnen blijven. Als iemand bijvoorbeeld zijn duim omhoog houdt dan interpreteert het systeem dit als een positief teken. De aansturing van computers zal op een natuurlijker manier verlopen: met gesproken taal en de daarbij behorende handgebaren en hoofdbewegingen.
AR versus VR
De hoogleraar noemt dit ‘Augemented Reality’ (AR – ‘Vermeerderde Werkelijkheid’). Dit is precies het tegenovergestelde van Virtual Reality (VR). VR verrijkt de virtuele wereld met echte mensen, terwijl AR ervoor zorgt dat de computer de menselijke omgeving beter begrijpt. Daarvoor zijn hoogwaardige systemen voor patroonherkenning nodig, die in staat zijn natuurlijke menselijke communicatie te interpreteren. "De integratie van de virtuele wereld van de computer en de echte wereld van de gebruiker staat voor de deur."
Rauterberg verwacht veel van de nieuwe natural user interfaces. Deze maken het mogelijk echte en virtuele objecten door elkaar te gebruiken. Als input herkent het (visueel of akoestisch) zowel objecten als ‘natuurlijke’ menselijke communicatie. De output van het systeem bestaat uit voor mensen gemakkelijk te begrijpen zogenaamde patroonprojectie. Deze kan de vorm krijgen van video of synthetische spraak.
De natural user interfaces hebben veel voordelen boven bestaande traditionele interfaces. Ze kunnen adequaat inspelen op nonverbale menselijke communicatie.