Een vakbondstraditie heeft de IT bepaald niet. Bijgevolg is er ook arbeidsvoorwaardelijk weinig lijn te ontdekken in de regelingen van de bedrijfstak. Met de salarissen zit het meestal wel goed. Maar andere arbeidsvoorwaarden? Belangrijke tip van de kenners: "Kijk verder dan je portemonnee."
De woordvoerder van Cap Gemini is duidelijk: "Nee, wij hebben geen cao en binnen het bedrijf blijkt daar ook geen behoefte aan te bestaan. De directie stelt in overleg met de Ondernemingsraad de arbeidsvoorwaarden vast en dat is een situatie waar de medewerkers van Cap Gemini tevreden over zijn." Ook Han de Veer, directeur van Phoenix Informatisering Groep in Tilburg, laat er geen misverstand over bestaan. "Nee, wij zijn niet cao-gebonden. Ik ken ook geen andere bedrijven in deze branche die dat wel zijn. Natuurlijk zou een cao soms wel handig zijn. Zo’n overeenkomst geeft toch richtlijnen voor iedereen. Maar onze wereld is tegelijk zo hectisch, dat die richtlijnen de bedrijfsvoering onnodig zouden beperken."
Nog niet eens zo heel lang geleden was het redelijk simpel. Zakelijk Nederland was verdeeld in twee kampen. Werkgevers aan de ene kant, werknemers aan de andere. Beide groepen waren verenigd in machtige organisaties, die in vaak ellenlange onderhandelingen afspraken maakten over de arbeidsvoorwaarden. Zo eenvoudig is het allang niet meer. Zeker in de ICT worden werknemers vandaag de dag gezien als kostbare bedrijfsgoederen, die in de watten gelegd moeten worden. Omgekeerd zien de snelle jongens en meisjes in hun blitse kostuums en flitsende lease-bakken zich als beheerders van hun eigen lot, voor wie maar een ding telt: de vrijheid om zelf met de baas afspraken te maken. Het gevolg: een uitermate lage organisatiegraad en bijgevolg het ontbreken van een cao voor bedrijven in de ICT-services. Is dat goed?
"Laat ik voorop stellen dat het niet zo zwart-wit is," zegt Hans Keukelaar, voorzitter van de Commissie Sociaal-beleid van de Vereniging ICT Nederland. "Ten eerste kent een deel van de branche wel een cao. Het gaat om die bedrijven die van origine ook in de hardware zitten. Denk aan HP, Unisys, ICL. Daarbij kent een aantal bedrijven een eigen bedrijfs-cao. Getronics, bijvoorbeeld, heeft een eigen cao die overduidelijk is gebaseerd op de raamwerk-cao van ICT Nederland. De situatie is heel divers en dat maakt het niet eenvoudig om algemene uitspraken te doen."
Keukelaar constateert dat werkgevers in de computer-services bedrijven hun vrijheid als ondernemer hoog achten en dus niet gebonden willen zijn. "Op zich hoeft dat voor de werknemers bij die bedrijven geen probleem op te leveren. Human capital is voor de computer services-industrie heel belangrijk en je kunt er dus gevoeglijk vanuit gaan dat er goed voor de mensen wordt gezorgd. Toch moet je als werknemer in een dergelijk bedrijf extra opletten. Wat is er bijvoorbeeld geregeld op het gebied van scholing? Word je begeleid? Zijn vergoedingen goed geregeld? Dat soort zaken. Jongeren hebben wel eens de neiging alleen naar hun salaris en andere materiële zaken te kijken, terwijl op de langere termijn continue scholing minstens zo belangrijk is."
Gijzelen
Gerard van Hees, coördinator ICT bij FNV Bondgenoten, is er minder zeker van dat het ontbreken van een cao goed is voor de werknemers. Desgevraagd somt hij moeiteloos enkele factoren op die het cao-loze leven er voor de werknemer niet eenvoudiger op maken. "Een groot probleem is bijvoorbeeld de wildgroei in concurrentiebedingen. Werkgevers hebben altijd het woord ‘employability’ voorin de mond liggen. Werknemers moeten bijblijven, zich ontwikkelen, niet vastroesten. Tegelijk echter probeert een groot aantal werkgevers zijn mensen via bijvoorbeeld een concurrentiebeding het overstappen naar andere bedrijven zo moeilijk mogelijk te maken. Die neiging werknemers min of meer te gijzelen, werkt ook op andere gebieden door. Vaak bijvoorbeeld is de vraag of je recht hebt op winstuitkering afhankelijk van het feit of je nog een dienstverband hebt. Stel dat je per april ontslag neemt terwijl de winstuitkeringen in mei worden verstrekt. Dan krijg je bij die bedrijven niets, ondanks het feit dat je het hele voorgaande jaar je best hebt gedaan om bij te dragen aan de winst. Het terugbetalen van studiekosten als je weggaat is ook zoiets. Terugbetaling is redelijk als het om opleidingen gaat waarmee je je als werknemer verder ontwikkelt. Maar is het dat ook als het gaat om cursussen die je nodig hebt om domweg je huidige werk goed te kunnen blijven doen? Natuurlijk niet, maar menige werkgever denkt daar heel anders over."
De tegenwerping van bijvoorbeeld Cap Gemini dat een cao niet nodig is omdat een directie ook heel goed afspraken kan maken met de Ondernemingsraad, snijdt wat Van Hees betreft maar gedeeltelijk hout. "Laatst was ik bij een bedrijf waar de OR er maar niet in slaagde een fatsoenlijke regeling voor Kinderopvang overeen te komen met de directie. Kijk, de ICT kent natuurlijk veel jonge, dynamische werknemers. Voor hen telt een goed salaris en een leuke lease-auto. Maar als je wat ouder wordt, worden andere dingen belangrijk. Je krijgt bijvoorbeeld kinderen en die moeten gewoon opgevangen kunnen worden. En dan wil je misschien ook wat minder uren werken. Kan de OR daarover afspraken maken als de overgrote meerderheid van de werknemers jong en kinderloos is? Op zo’n moment kan de inbreng van een vakorganisatie heel waardevol zijn."
HRM-beleid
Een van de ondernemingen die recent te maken heeft gehad met de vakorganisaties is Getronics. Begin 2000 bereikte Getronics met de vakbonden een akkoord over een Raam-cao voor het bedrijf. Volgens Matthijs Kropholler, directeur HRM van Getronics, is de cao om meer dan een reden van belang voor het bedrijf. "Ten eerste past zo’n overeenkomst in een modern, vooruitstrevend HRM-beleid. Maar daarnaast heeft een cao voor ons ook een strategisch belang. Als je andere bedrijven overneemt, komt het voor dat die een cao kennen. Doordat wij nu ook zo’n collectieve overeenkomst hebben, heb je als overnemende partij een duidelijk referentiepunt. Dat vergemakkelijkt de onderhandelingen en later ook het integreren van de nieuwkomer."
De inbreng van de vakorganisaties vindt Kropholler waardevol. "Met de jaren zijn de belangen van werkgevers en werknemers steeds meer in lijn komen te liggen. De oude tegenstelling van kapitaal versus arbeid geldt allang niet. De vakbonden hebben zich ontwikkeld tot professionele organisaties, die over veel kennis beschikken op het terrein van sociaal beleid. Een probleem is wel dat de organisatiegraad in ons bedrijf, net als in de hele ICT-branche, erg laag is. Als je dan met de vakorganisaties om tafel zit, bekruipt je wel eens het gevoel: zit ik wel met de juiste partij aan tafel? Zouden we dit niet beter met onze OR kunnen doen?"
Nieuwkomers in de ICT raadt Kropholler aan zich niet teveel ‘arbeidsvoorwaardelijk naar de mond te laten praten’. De directeur: "Ik doel daarmee op salaris, auto en dergelijke. Voor een jonge IT’er is het minstens zo belangrijk om te kijken welke organisatie de beste reputatie heeft als het gaat om opleiding en ontwikkeling. Ook belangrijk: hoe flexibel is het bedrijf met zijn arbeidsvoorwaarden? Zijn er mogelijkheden om minder uren te maken als jou dat uitkomt? Kijk verder dan alleen je portemonnee."
Ook Gerard van Hees heeft een tip: "Wat heeft het bedrijf geregeld voor mensen die om wat voor reden dan ook niet meer kunnen meekomen? In de IT heerst het Angelsaksische model. Hard werken, goed verdienen. Maar je moet niets krijgen, want dan is er meestal bitter weinig geregeld. En juist dan heb je een goede regeling hard nodig."