Waarom Indiase dienstverleners nog niet massaal aan het inkopen zijn geslagen onder ict-bedrijven in Nederland, West-Europa en de Verenigde Staten, zoals het orakel van marktanalisten al enige tijd klinkt? Mrinal Sattawala, senior vice president sales & marketing van Patni Computer Systems (nummer zes op de ranglijst van Indiase softwarebedrijven en -dienstverleners) is veel te vriendelijk om het aldus te formuleren, maar laat weinig twijfel bestaan over het juiste antwoord: ze zouden wel gek zijn.
Oh zeker, de balanstotalen om een en ander te financieren zijn er in ruim voldoende mate. Maar “het is nog wat te vroeg voor de grote klapper.” Bijna alle toppers volgen een zelfde strategie als Patni: handhaaf de jaarlijkse autonome groei van tussen de dertig en veertig procent, en voeg daar zo af en toe een kleine strategische overname aan toe om gaten in het aanbodpakket op te vullen of om kennis binnen te halen omtrent een nieuwe sector of bedrijfstak. Patni heeft dat de afgelopen twee jaar tweemaal gedaan, de laatste maal door de overname van een dienstverlener in de telecomindustrie.
“Bedrijven uit de toptien in India bouwen hiermee aan de schaal van hun bedrijfsvoering.” Ook Patni heeft ambities op wereldschaal. Sattawala zelf werkt in de VS (Cambridge, Massachusetts). “86 procent van onze omzet halen we uit Noord-
Activiteiten Patni Patni Computer Systems had in 2004 een omzet van 330 miljoen dollar en staat daarmee op de zesde plaats in de Indiase software-industrie. De omzet nam vier jaar achtereen toe met rond de 34 procent. Het bedrijf is voornamelijk actief in de verzekeringssector (28 procent van de omzet), in de industriële sector, vooral stukgoed (20-23 procent), de financiële dienstverlening (15 procent) en de dienstverlening in de telecomsector. Embedded software voor consumptiegoederen, auto’s, medische apparatuur en telematica is goed voor ongeveer een vijfde van de omzet. |
Groei dus, stevige groei. Maar er liggen geen grote overnames van ict-dienstverleners in Europa of de VS in het verschiet. Niet door Patni, niet door Tata Consultancy, Infosys Technologies of door Wipro. “We willen geen van allen de basis van onze business in gevaar brengen door in één klap hoge kosten binnen te halen. Alle aanbieders uit de toptien gaan geleidelijk te werk, door een constante stroom van kleinere overnames die we absorberen en integreren in onze onderneming. Zo bouwen we stap voor stap aan onze kritische massa.” Lage kosten blijven namelijk de voornaamste drijfveer voor westerse ondernemers om delen van hun ict te outsourcen. Dat zal ook wel de voornaamste drijfveer blijven, denkt Sattawala, al begint het uurloon van een programmeur en vooral van projectleiders in India de laatste tijd flink op te lopen.
Kosten zijn echter niet alles, zo maakt hij duidelijk. Al zijn klanten leveren producten en diensten op wereldschaal (global delivery) en ijken hun productiviteit en kostenpatroon op wereldschaal. “Iedereen tracht het beste talent in te zetten tegen de laagste prijs. Of het nu ABN Amro USA is of General Electric, of een andere klant van ons, dat maakt geen verschil meer.” Gevolg: iedereen zit in India. Veel concurrentievoordeel op prijs valt er dan op den duur niet meer te behalen. Dan worden financiële stabiliteit van de onderneming, bewezen kwaliteit van dienstverlening, technische bekwaamheid en flexibiliteit de onderscheidende factoren, zegt Sattawala.
Hij schat dat India vanaf nu ten hoogste vijf jaar de tijd heeft om zijn slag te slaan in de wereldeconomie. “Zo groot is onze window of opportunity.” De uitdagingen zijn enorm, zegt Sattawala. “Blijft er continuïteit van beleid in de grootste democratie ter wereld? Slaagt India er in de infrastructuur in het hele land op peil te krijgen? Groeit de nu nog kleine middenklasse uit en zal die aan invloed winnen?” Het land heeft een cultuur en een zakelijke omgeving van wereldklasse, aldus Sattawala. En vooral geen enkele last van het verschijnsel dat West-Europa én China de komende vijftien tot twintig jaar zal pijnigen: de sterke vergrijzing van de beroepsbevolking.< BR>
De concurrenten
Welk land op den duur de voornaamste concurrent van India zal worden in de ict-dienstverlening op de wereldmarkt is onzeker, zegt Mrinal Sattawala. “Dat hangt van de psyche van een land af en van de ambities. Er is altijd sprake van een samenloop van omstandigheden: geen enkel land beschikt over alle noodzakelijke ingrediënten, ook India niet.”
Hij laat met plezier de concurrenten van India op het wereldtoneel de revue passeren.
Ierland en Israël. “Wil een land succesvol zijn, dan moeten de technische kwaliteiten in grote aantallen aanwezig zijn. Beide landen hebben genoeg kwaliteit in huis, maar beslist niet in voldoende aantallen.”
Oost-Europa. “Je hebt om te slagen een volwassen organisatorische omgeving nodig. Daar ligt voor Oost-Europa de grootste uitdaging: het opzetten en onderhouden van herhaalbare processen. We hebben daar al rondgekeken, maar er nog geen vestiging opgezet.”
China. “Is in tal van opzichten goedkoper dan India en de kritische massa is er. Probleem voor China is de taal, het scheppen van een gunstige omgeving voor concurrentie en het opbloeien van managementkwaliteiten.”
Mexico en Brazilië. “Het potentieel is er, maar komt nog niet tot ontplooiing.”
Vietnam. “Komen we in de markt nog niet tegen. Er is ook nog weinig sprake van opkomende ondernemingen.”
Concluderend: “China heeft de beste kans een reële factor van betekenis te worden, al was het alleen al vanwege de omvang. Maar voorlopig geldt nog: India is dienstverlening, China is industrie.”