Compaq schakelt in 2004 al zijn zware server-lijnen over naar de dan verkrijgbare 64-bit Itanium-processor van Intel. Dit betekent het einde van de 64-bit Alpha-processor die de computerfabrikant in 1998 in handen kreeg met de overname van server-producent DEC (Digital). Ook de Himalaya-servers van het eerder ingelijfde Tandem, die eerst over moesten naar risc-chip (‘reduced instruction set computing’) Alpha, schakelen over naar Intels processsorplatform.
Dit onthulden de twee bedrijven afgelopen maandag. Intel krijgt nu niet-exclusieve toegang tot de technologie van de 64-bit Alpha-processor en verwerkt deze in een toekomstige uitvoering van zijn Itanium-processor. Dit betreft onder meer Compaqs vliw-compiler (very long instruction word) die de standaard moet worden voor de Itanium-reeks. De computerleverancier behoudt zelf kennis en technologie voor zwaar systeemontwerp, zoals clustering, parallelisme en geheugenverbindingen (interconnects).
Niet dood, maar rustend
Compaq hamert erop dat dit niet de dood inhoudt voor het Alpha-platform, aangezien Intels licentie van niet-exclusieve aard is. Andere chip- en systeemfabrikanten mogen ook aankloppen voor Alpha-technologie. Op dit moment hebben Samsung, AMD en Api (Alpha Processor Incorporated) reeds rechten op Compaqs processorplatform.
De overstap naar Itanium houdt ook een mogelijke breuk in van de belofte aan de Amerikaanse handelscommissie (FTC) om het Alpha-platform in leven te houden. Die overheidswaakhond stelde in 1998 als voorwaarde voor goedkeuring van de DEC-overname dat Compaq de Alpha-processor zou blijven produceren.
Dit moet voorkomen dat computerfabrikanten teveel standaardiseren op processorgebied, wat tot monopolisering kan leiden. Deze antitrust-overweging leidde er toe dat Intel indirect werd betrokken bij Compaqs aanschaf van DEC. Enkele Alpha-fabrieken gingen naar die processorreus zodat de productie gehandhaafd kon worden.
Compaq zegt de antitrust-zorgen van de FTC te sussen door Intel niet-exclusieve rechten tot zijn processortechnologie te geven. Het staat andere partijen vrij dit ook te doen. "Wij geven Intel niet-exclusieve toegang tot Alpha-patenten. Dat is een tegemoetkoming aan de FTC-voorwaarden", zegt Tom Schaap, strategisch marketingmanager bij Compaq Nederland. "Dus ook Intel-concurrent AMD blijft gewoon recht hebben op Alpha-technologie, net zoals de andere licentiehouders." Schaap geeft aan dat Compaq echter niet actief de boer op gaat met zijn Alpha-technologie.
Eindsprint
Omineus teken aan de wand is verder het feit dat de zevenhonderd man van de Alpha-processordivisie, waaronder ook het ontwikkelteam, overgaan naar Intel. De werknemers krijgen in de loop van de komende jaren banen aangeboden bij de processorreus, maar dit gaat gefaseerd vanwege enkele nog op stapel staande nieuwe Alpha-processoren.
Tot 2004 levert Compaq namelijk nog twee nieuwe, snellere uitvoeringen (speedbumps) van de huidige Alpha-generatie EV6. Deze zomer komt de begin dit jaar verwachte uitvoering met een kloksnelheid van 1 GHz uit. Rond het midden van volgend jaar wordt de EV6 uitgerust met koper- en Soi-technologie (silicium op isolatie) van IBM. Eind 2002 volgt de EV7-generatie, die een geheel nieuw ontwerp is.
De Mips-processoren van de fouttolerante Himalaya-servers krijgen ook nog twee opwaarderingen, alvorens in 2004 over te gaan naar het Itanium-platform. Begin 1998 kondigde Compaq reeds aan dat deze zware systemen tegen 2001 uitgerust zouden worden met de EV7-generatie van zijn Alpha-processor. Door het uitstel van de EV7 liep ook de overgang van de Himalaya’s uit. Deze stap wordt nu echter niet gezet; de zware Tandem-machines gaan direct over naar Intels 64-bit processorplatform.
Overzetten
De computerproducent begint onmiddellijk aan het overzetten van zijn besturingssystemen – Unix-variant Tru64, mainframe-platform Open VMS en de fouttolerante Nonstop Kernel – naar IA-64. Volgens marketingmanager Tom Schaap heeft dit niet veel om het lijf aangezien veel platformsoftware van Compaq reeds als objectcode draait. Dit houdt in dat de programmatuur grotendeels platform-onafhankelijk is.
Ironisch genoeg besloot Compaq in oktober 1999, in het kader van een grote schoonmaak, de vertaling van zijn Unix-variant Tru64 (voorheen Digital Unix) voor IA-64 te staken. Het veelvuldig uitstellen van Intels eerste IA-64-processor, samen met Compaqs behoefte aan stroomlijning van de activiteiten en uitgaven, leidde tot deze beslissing. De middelen voor de Tru64-vertaling werden toegewezen aan het bevorderen van Compaqs Unix-uitvoering op diens eigen Alpha-processorplatform.
Compaq-president Michael Capellas zegt dat zijn bedrijf streeft naar computers met meerdere partities waarop verschillende besturingssystemen draaien binnen hetzelfde systeem. Dan dient de uniforme hardware als algemene basis voor meerdere besturingssystemen, waaronder ook de Datacenter-uitvoering van Microsofts Windows 2000 en de komende 64-bit uitvoering daarvan.
Dit doel is reeds bereikt door oud-mainframefabrikant Unisys met diens zware cmp-servers (cellular multi-processor) die Unisys’ bedrijfseigen processoren en Intel-chips kunnen gebruiken. Compaq zou die server wederverkopen, maar zag daar vorige maand plotseling van af, kort nadat HP hetzelfde besloot.
Intel-wederverkopers
Compaq volgt met deze overstap het voorbeeld van concurrent Hewlett-Packard (HP) die zijn bedrijfseigen processorplatform Pa-Risc ook laat vallen ten gunste van Intels 64-bit chiparchitectuur (IA-64). Voornaam verschil is dat HP aan de grondslag staat van de Epic-architectuur (Explicit Parallel Instruction Set Computing) die de basis vormt van IA-64.
HP stelt dankzij deze kennis een technologische voorsprong te hebben op andere Itanium-systeemleveranciers. Het bedrijf benadrukt, samen met Intel, dat er echter geen sprake is van een voorkeursbehandeling. Compaq slaat eenzelfde toon aan nu het al zijn zware servers laat overgaan naar de Itanium-reeks. De lichte en middelzware servers blijven vooralsnog 32-bit processoren van Intel (IA-32) gebruiken.
Samen met de Itanium neemt Compaq ook Intels bedrijfsmantra over wat betreft het leveren van ‘bouwblokken’ voor het internet, elektronisch zakendoen, en andere populaire fenomenen die goed zijn voor het verkopen van ict-producten. Vervolgens levert Compaq daar bovenop dan zijn eigen toegevoegde waarde.
Het gebruik van een algemene hardwarebasis moet – net zoals in de door Intel gedomineerde pc-markt – aanzienlijke besparingen opleveren. De kosten voor het ontwikkelen van de processorarchitectuur zijn vanaf nu gedeeld met Intel en komen uiteindelijk geheel voor rekening van die chipproducent. Op dit moment zijn er echter nog geen contanten of aandelen gemoeid met de Alpha-uitverkoop. Compaq hoopt dus voordeel op termijn te halen.
Itanium-generaties
Analisten verwachten dat de behoefte aan zware systemen met 64-bit processoren van Intel (IA-64) pas rond midden 2002 op gang komt. Tegen die tijd moet Intels tweede IA-64-processor McKinley op de markt zijn. Eind dit jaar verschijnen de eerste McKinley-proefsystemen. Begin 2003 en eind 2003 verschijnen opvolgers Madison en Deerfield (dit zijn codenamen – red.).