Unisys zet een nieuwe serverblade-machine naast zijn onlangs gelanceerde ES7000/500-serverreeks, codenaam Dylan. Opvallend is dat deze ES7000/560 zowel 32-bit Pentium-processoren als 64-bit Itanium-processoren van Intel kan huisvesten.
De voormalig mainframeleverancier is een van de weinige serverproducenten die door Microsoft is gecertificeerd voor de zware Datacenter-uitvoering van Windows. De geheugengrens van 32-bit processoren, in de praktijk voor Windows maximaal 32 GB, vormt een beperking voor grote databanken en zware systemen. Unisys zet zijn nieuwe 560-machine dan ook in als hybride oplossing voor dit probleem.
Ouder
De systeempartities met Itanium-processoren dienen hierbij als platform voor omvangrijke databanken, terwijl de partities met Xeon-chips de applicatieservers draaien. Daarnaast verzorgen reguliere pci insteek-serverbladen (die Unisys betrekt van een externe, niet onthulde partij) de reguliere taken, zoals netwerkverkeer en webservers. Dit ontwerp lijkt niet alleen af te wijken van de nieuwe 500-machines; het is werkelijk anders. De 560-servers zijn niet gebaseerd op Unisys’ nieuwe chipset en de bijbehorende systeembouwblokken met elk acht processoren. Die ‘cellen’ zijn in de Dylan-computers aan elkaar te koppelen middels de cmp-technologie (cellular multi processing) van de leverancier.
De serverbladen gebruiken wel cmp, maar koppelen daarmee cellen met vier processoren aan elkaar. Deze bouwblokken zijn afkomstig van de voorgaande generatie van de ES7000-serverreeks. Ze kunnen in totaal tot 32 processoren schalen. Unisys verklaart de keuze voor de oudere technologie met de veronderstelling dat klanten die grote databanken draaien vooralsnog geen behoefte hebben aan 64 processoren in één server. De geheugenlimiet is van groter belang, aldus de leverancier. Dit sluit echter niet uit dat een Dylan-uitvoering van de 560 in ontwikkeling zou zijn.
De nu gelanceerde machine huisvest vierwegcellen met 2 GHz Pentium 4 Xeon-chips, codenaam Galatin, en maximaal 42 pci-serverbladen met 700- en 900 MHz Xeon-uitvoeringen van de Pentium III. Die oudere processoren geven minder hitte af dan de Pentium 4-generatie. Tot slot bevat het serverkabinet maximaal twee databankservers met elk zestien Itanium 2-processoren. Die chips, codenaam McKinley, draaien op een kloksnelheid van 1 GHz. De twee databanken kunnen als twee gescheiden platformen draaien, maar ook zijn ook te koppelen in een cluster om de beschikbaarheid te verhogen. Het wachten is nog op de komst van de Datacenter-uitvoering van het eind vorige maand gelanceerde Windows Server 2003. Microsoft heeft daarin de geheugenlimiet van zijn besturingssysteem verhoogd van 32 naar 64 GB voor 32-bit processoren en 512 GB voor 64-bit chips. Windows 2003 Datacenter verschijnt deze maand.< BR>