De markt voor middelzware servers kreeg vorige week een productinjectie toen Sun Microsystems zijn langverwachte Sunfire-servers onthulde. Die vier machines, codenaam Serengeti, zijn voorzien van de nieuwe Ultrasparc III-processoren die lange tijd op zich hebben laten wachten. Sun zegt zijn huidige reeks middelzware servers met Ultrasparc II-chips nog een jaar of twee te blijven verkopen.
De nieuwe Sunfire-servers gebruiken de 750 MHz Ultrasparc III, codenaam Cheetah, en moeten op termijn de huidige Ultrasparc II-machines vervangen. De vorige week onthulde machines zijn uitgerust met technologie van de zware Starfire-servers die 64 processoren kunnen bevatten.
De Sunfires zijn net zoals de Starfires opgebouwd uit chipmodules met vier processoren elk, inclusief het cache- en hoofdgeheugen. De Starfire-modules hebben echter ook geïntegreerde invoer/uitvoer-hardware. Daarnaast zijn de nieuwe machines voorzien van geavanceerde functies als dynamische systeempartities en hot-swap (het verwisselen van componenten terwijl de machine blijft functioneren).
Goedpraten
President Scott McNealy van Sun sloeg zich tijdens de onthulling in New York op de borst met de mededeling dat zijn bedrijf nieuwe servers lanceert terwijl de Amerikaanse economie lijdt onder een dip. Meer dan de helft van Suns inkomsten is namelijk afkomstig uit de Verenigde Staten. De Serengeti-servers hadden echter volgens de oorspronkelijke plannen een jaar geleden al gereed moeten zijn.
McNealy stelt dat bedrijven door de malaise niet zullen stoppen met het aanschaffen van servers. "Er zijn, ondanks de huidige dips in de economie, genoeg goede redenen om geld te spenderen aan computers." Volgens de topman moet het datacentrum in hoog tempo worden aangesloten op het internet (‘gedotcomd’).
Het grote voordeel van Sun hierbij is het feit dat het één platform heeft dat al zijn machines – van één tot vierenzestig processoren – omvat, aldus de president. "Dit in tegenstelling tot IBM, dat wel een dozijn besturingssystemen heeft." Die concurrent komt medio april met een herziening van zijn reeks Unix-machines, codenaam Regatta.
Sun werkt ook nog aan nieuwe werkgroepservers met vier en acht processoren, codenamen respectievelijk Cherrystone en Daktari. Die Ultrasparc II-machines moesten volgens de oorspronkelijke planning uitkomen voor de Sunfire-systemen, maar hebben enige vertraging opgelopen. Naar verluidt heeft Sun moeite de massaproductie op gang te krijgen van zijn Ultrasparc II-processoren op hogere kloksnelheden (466 en 480 MHz).
Sun-topman stapt op
Computerfabrikant Sun Microsystems is vorige week John McFarlane, uitvoerend vice-president van de omvangrijke Network Service Provider-groep, kwijtgeraakt aan de jonge internet-routerspecialist Nexsi. Die hardwareleverancier, opgericht in september 1999, ontwikkelt ‘hoge snelheid netwerkrouters’ voor internetverkeer (packet service routers). McFarlane wordt president van dit bedrijf nadat hij vier jaar in dienst was van Sun. Daar heeft hij onder meer gediend als hoofd van de ontwikkeling en marketing van de producten voor dienstverleners en telecombedrijven. Die marktsector was goed voor het leeuwendeel van Suns bedrijfsgroei in de afgelopen jaren. McFarlane was vooral betrokken bij de lichte Netra-servers en de recent ingelijfde taakspecifieke Cobalt-servers. Voorheen werkte de topman zeventien jaar bij telecomleverancier Nortel. Sun heeft nog geen vervanger gevonden.