Chipproducent AMD krijgt uit onverwachte hoek hulp in zijn streven een plaats in het bedrijfsleven te veroveren voor zijn processors. Computerproducent Sun Microsystems wil de Athlon-processors van AMD gebruiken in de taakspecifieke serverreeks van het vorig jaar overgenomen Cobalt Networks.
Cobalt levert zogeheten ‘server appliances’ die zijn toegesneden op specifieke toepassingen. De reguliere computerproducenten reppen zich naar deze groeiende nichemarkt. Sun nam Cobalt in september vorig jaar over middels een aandelenruil ter waarde van twee miljard dollar. Daarbij legde de koper een meerwaarde van ongeveer 40 procent op tafel.
Over naar x86
Overigens gebruikte Cobalt reeds de oudere K6-2-processors van AMD in enkele van zijn Cobalt-servers. Oorspronkelijke dienden Mips-processors van de gelijknamige chipproducent als centrale verwerkingseenheid van Cobalts servers. Sinds midden vorig jaar voert het bedrijf die chips echter geleidelijk af ten gunste van de x86-compatibele processors van AMD.
De steun van Sun voor de nieuwste Athlon-chips, gebaseerd op de Thunderbird-kern, vormt een opsteker voor AMD die vorige week al steun kreeg van PC-fabrikant Micron die Athlons gaat leveren in de desktopcomputers voor het bedrijfsleven. Er deden al enige tijd geruchten de ronde dat Sun de Cobalt-productreeks wou overzetten naar de eigen Ultrasparc-processors. Dit is nu weliswaar niet uitgesloten, maar in ieder geval minder waarschijnlijk voor de gehele productlijn.
AMD wil al enige tijd opklimmen vanuit de consumentenmarkt, waar het fel concurreert met processorreus Intel, naar de bedrijfsmarkt. Daar zijn immers hogere marges te behalen, met name op krachtige processors voor servers. Bovendien zou de bedrijfsmarkt, die goed is voor 60 procent van de wereldwijde omzet uit PC’s, minder grillig zijn dan de consumentenmarkt wat betreft aanschafpatronen. De malaise die de PC-industrie sinds enkele maanden parten speelt, doet echter afbreuk aan deze perceptie.
Prijs/prestatie
Tot op heden had AMD ten opzichte van Intel het voordeel van een betere prijs/prestatie-verhouding; zijn Athlon-chips zijn goedkoper dan Intels Pentium III (en 4) én presteren beter dan die concurrerende processors. De lagere prijs speelt een minder grote rol in de bedrijfsmarkt dan in de consumentenmarkt. Het hogere prestatieniveau telt ook lichter mee; servergebruikers tillen zwaarder aan aspecten als betrouwbaarheid en doorvoersnelheid. De Cobalt-servers opereren echter in de deelmarkt voor toegewijde machines, waar prijs weer wel meetelt.
Een probleem kan wel zijn dat de Athlon-chips een hoger stroomverbruik hebben dan Intels Pentium-processors en mede daardoor meer hitte genereren. Op kleine schaal wegen die factoren niet zo zwaar, in grotere serveromgevingen kan dit de operationele kosten opdrijven. Computercentra en grote rekenkamers zijn echter standaard al voorzien van uitgebreide koelingsapparatuur.
Sun zet Netra naast Cobalt
Sun wil zijn marktbereik vergroten middels de deze week onthulde nieuwe producten in zijn Netra-reeks. Die computers zijn ooit ontstaan als lichte, toegewijde servers voor internet-toepassingen. Volgens Aad Dekkers, manager productmarketing en verkoop bij Sun in Nederland, bestaat de Netra-reeks reeds enige tijd als volwaardig serverplatform naast de zware Enterprise-machines van de Unix-leverancier. De dunne Netra-computers zijn ‘1U-machines’ die in serverrekken (racks) gestapeld worden.
De oorspronkelijke doelmarkt was de telecomsector. "Inmiddels zijn de Netra’s ook populair bij internet-dienstverleners en infrastructuurleveranciers." Qua functie bevinden ze zich in de door onderzoeksbureau Gartner gedefinieerde eerste, lichte laag van IT-infrastructuren, oftewel dicht naast de serverappliances van het overgenomen Cobalt. "In die eerste laag vind je relatief simpele machines, zoals webservers en proxy-servers. Daarbij is het beheer van de Netra-machines in handen van de echte eigenaars, terwijl het beheer van Cobalt-appliances ligt bij de eigenlijke gebruiker en niet per se bij de applicatie-aanbieder."
Het is nog niet bekend of Sun die serverappliances op termijn wil consolideren wat betreft de gebruikte processors en het daarop draaiende besturingssysteem. Volgens Dekkers is dat ook niet van groot belang. "Het gaat om de geboden functionaliteit, en de prijs natuurlijk." De nalatenschap van Cobalts oudere producten met Mips-processors en de ondersteuning daarvan ziet hij niet als een probleem. "Als je geen legacy wilt, moet je geen bedrijven overnemen. Wellicht dat we op termijn de gebruikte technologie veranderen, maar dan moet de functionaliteit van het product wel hetzelfde blijven." Dekkers bevestigt wel dat Sun nog altijd overweegt de eigen Unix-variant Solaris te gebruiken voor de taakspecifieke Cobalt-machines.
Linux of Solaris
De taakspecifieke servers van Cobalt gebruiken als besturingssysteem een aangepaste, slanke uitvoering van de Linux-distributie Red Hat. Eind september kwam naar buiten dat de kersverse Cobalt-eigenaar Sun overweegt die software te vervangen door de x86-uitvoering van zijn eigen Unix-variant Solaris. Directieleden van het bedrijf lieten weten de voorkeur te geven aan dat eigen platform.
Andy Ingram, senior vice-president voor Solaris, zei toen dat een taakspecifieke uitvoering van dat besturingssysteem reeds in ontwikkeling is. "Cobalts apparaten zijn echte ‘appliances’. De gebruiker maakt zich dus niet druk over het besturingssysteem. Als we deze producten overzetten naar Solaris, maakt dat de gebruiker niets uit." Volgens Ingram heeft Sun niet de energie of zin om twee verschillende besturingssystemen te ondersteunen.