De informatietechnologie heeft één grote wereldeconomie geschapen. Dezelfde technologie veroorzaakt ook een verregaande individualisering en fragmentarisering op sociaal gebied. "De machine loopt, niemand beheerst hem. En we kunnen niet meer terug." Een gesprek met de Spaanse socioloog Manuel Castells over de veranderende samenleving.
Kordaat stapt hij binnen. Manuel Castells: grijszwart haar, blauw pak, klein postuur, rond gezicht. Hij is te gast bij het Vormgevingsinstituut in Amsterdam. Daar praat hij over de informatietechnologie en de invloed ervan op de wereld, op samenlevingen, staten, identiteiten, etniciteiten en culturen. De mogelijkheden van de informatietechnologie leiden tot ingrijpende sociale veranderingen; wereldwijd ontstaat een keten van flexibele, digitale netwerken. In het informatietijdperk zijn rond deze netwerken de bepalende processen georganiseerd. Oude verbanden verliezen hun betekenis. "Wat voor de industriële revolutie de fabriek was, zijn digitale netwerken voor de informatie-revolutie."
In de fabriek brachten ondernemers de boeren en handwerkslieden bij elkaar in één gebouw, wat leidde tot een structuurverandering en een nieuwe organisatie van de samenleving. In digitale netwerken worden individuen, bedrijven, organisaties en geldstromen bij elkaar gebracht, wereldwijd zonder vaste tijd en plaats. Het gevolg is een decentralisatie en desintegratie van grote verticale organisaties in zeer flexibele netwerken van kleine, verspreide eenheden. Ook deze verandering leidt tot nieuwe sociale structuren; oude storten in. "In dit einde van het millennium zijn de koning en de koningin, de staat en de samenleving, beiden naakt. En hun kinderburgers dwalen langs de vele weeshuizen."
Op zijn twintigste was Manuel Castells (1942) studentenleider en werd hij door Franco uit Spanje verbannen. Nu is hij hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Californië in Berkeley, hoogleraar aan de Spaanse nationale raad voor wetenschappelijk onderzoek in Barcelona en lid van de Europese Academie. Hij is een erudiet man. Zijn studie over The Rise of the Network Society en The Power of Identity vormen de eerste twee delen van zijn magnum opus. Het derde deel, End of Millennium, zal binnenkort verschijnen.
De Spaanse socioloog Manuel Castells constateert en analyseert de huidige, revolutionaire ontwikkelingen in de wereld. Collega’s roemen hem: ‘een klassieker van de 21ste eeuw’, ‘een encyclopedische studie’ en ‘de meest significante poging die iemand heeft ondernomen om de buitengewone veranderingen die nu gaande zijn in de sociale wereld te begrijpen.’ Castells zet in zijn driedelige werk een allesomvattende theorie neer. In rap tempo vertelt hij tijdens een congres over de nieuwe media in Europa aan een select gezelschap in het Vormgevingsinstituut over onze nieuwe wereld in het informatietijdperk.
Digitaal kapitalisme
De technologische revolutie van de laatste twintig jaar maakt het mogelijk dat wereldwijde netwerken opkomen die individuen, bedrijven en instellingen met elkaar verbinden. Dit heeft twee belangrijke ontwikkelingen tot gevolg. In de eerste plaats zijn economieën tot één grote wereldeconomie geworden. Deze mondiale economie heeft een eigen dynamiek. Hij zoekt de wereld voortdurend af naar nieuwe productie- en consumptiemogelijkheden, zonder te letten op landsgrenzen, reputaties en tradities. De drijvende kracht achter dit proces is het kapitalisme; de informatietechnologie is het machtige middel.
Castells: "Voor het eerst in de geschiedenis heeft het kapitalisme vrij spel. De kapitalistische productiemethode bepaalt de sociale relaties over de hele planeet; de financiële-, de productie- en de consumptiemarkten. ‘The network society’ is een kapitalistische samenleving. Ook de criminele activiteiten zijn hierdoor wereldwijd ‘kapitalistisch’ georganiseerd. Of het nu gaat om wapenhandel of mensenhandel: de georganiseerde misdaad heeft door de informatietechnologie mondiaal een voet tussen de deur gekregen, in staten en systemen. Dit is geen bijkomstigheid, dit is fundamenteel."
Dit ‘digitale’ kapitalisme is anders dan het oude kapitalisme. Het is mondiaal en gestructureerd rond een netwerk van tijdloze geldstromen. "Vanuit deze netwerken wordt wereldwijd kapitaal geïnvesteerd in alle sectoren: automatiseringsindustrieën, mediabedrijven, diensten, landbouw, gezondheid, educatie, technologie, milieumanagement, transport, handel, toerisme, cultuur, oorlog, religie, sport. De winst gaat weer naar het meta-netwerk van geldstromen. En dit elektronische wereldcasino bepaalt het lot van bedrijven, huishoudspaargelden, nationale valuta’s en regionale economieën."
Een roulette is het, meent Castells. "Ons spaargeld bevindt zich ergens in een bewegend netwerk dat niemand kent. Want het geld is vermengd met allerlei fondsen. Wat waardevol is, wordt niet bepaald door de markt maar door een soort willekeurige dynamiek. Omdat de beurs in Hongkong daalde, besloten handelaren hun aandelen in Mexico en Brazilië te verkopen. Terwijl het juist daar met de economie goed ging. In deze virtuele economie kunnen hele regio’s en bevolkingsgroepen uitgeschakeld worden, zonder dat er een directe relatie bestaat met de werkelijke economie. Door diezelfde beursdaling ver weg in Azië kan uw huis in Nederland opeens in waarde dalen. Zonder dat u er enige invloed op kunt uitoefenen en zonder dat er enige logica achter zit."
"Netwerken zijn uiterst dynamische, flexibele organisatievormen. Bedrijven zijn steeds meer georganiseerd rond diverse netwerken wat betreft productie, management en distributie. In de zoektocht naar optimale productie en winst vormen zich voortdurend wisselende en flexibele ketens van bedrijven en instellingen. Massaproductie maakt plaats voor flexibele productie; alles kan waar ook ter wereld gemaakt worden. Elk moment kan een schakel in de keten worden veranderd, toegevoegd, gewisseld of afgedankt."
Dit heeft voor- en nadelen voor mensen en bevolkingsgroepen. "Als je iets als consument of producent kunt betekenen, word je snel in een netwerk opgenomen. Net zo snel kan een individu, maar ook een regio, weer uitgesloten worden als de waarde verdwenen is. De traditionele scheidslijn tussen Eerste, Tweede en Derde Wereld is hiermee verdwenen. Ook als je in de Eerste Wereld leeft kun je langs de zijlijn staan. Omgekeerd kun je meedoen als je in de Derde Wereld als consument of producent wat betekent."
Politieke systeem achterhaald
De netwerkorganisatie kan bestaan bij de gratie van de informatietechnologie. Gecomputeriseerde gegevens zijn immers overal ter wereld in te voeren en elders weer op te roepen. "Door deze technologie kunnen we werken als een eenheid, vanuit verschillende plaatsen op de wereld en vanuit verschillende organisaties. De netwerkeconomie was niet gepland. Het is ons overkomen en nu kan niemand meer terug. Het is een autonome kracht geworden." Zoals Castells onlangs in een interview met NRC Handelsblad zei: "We hebben een machine gemaakt die dynamisch is, vol mogelijkheden zit, maar die door niemand beheerst wordt."
Castells verwacht ook niet dat dit proces in de toekomst beheersbaar zal zijn. "Nationale overheden beheersen dit proces niet, internationale instellingen evenmin. Staten hebben het vermogen verloren de economie te beheersen. Dit betekent dat de politiek een nieuwe rol heeft. Nationale regeringen hebben aan de ene kant te maken met supranationale instellingen, zoals de Europese Unie, en aan de andere kant met lokale instellingen. Want het dagelijks leven van mensen, scholen, politie, cultuur, milieu, speelt zich regionaal af."
"Politici en bestuurders kunnen geen bevelen meer geven. Ze moeten leren hoe ze door de netwerken kunnen navigeren. Ze moeten proberen nieuwe verbindingen te leggen, mensen, bedrijven en instellingen aan elkaar knopen. Vooralsnog begrijpen politici niet dat de tijd voorbij is dat ze de samenleving konden sturen. Ons politieke systeem is het meest achterhaalde deel van onze samenleving."
Kapitaal is mondiaal of wordt mondiaal in de digitale netwerkeconomie. Tegelijkertijd blijft het werk zelf lokaal. Voor de mensen die dit werk verrichten, verandert het gevoel van samen aan een product werken. Het werk wordt individueler, gefragmenteerder. Op verschillende plaatsen in de wereld kan gewerkt worden aan een deel van een product. Het gevolg is individualisering. Mensen werken steeds meer tijdelijk. "In Engeland werkt 38 procent van de beroepsbevolking al niet meer permanent of full-time. Vakbonden, sociale vangnetten, collectieve voorzieningen zijn hierdoor aan het verdwijnen. De machtsbalans tussen werkgever en werknemer verschuift. Als je als werknemer geen bond meer achter je hebt, neemt je onderhandelingskracht af."Hiermee komt Castells tot het tweede belangrijke gevolg van de informatietechnologie; tegenover de integratie van de economie op wereldschaal staat toenemende sociale fragmentarisering. Castells noemt het de dichotomie tussen the Net and the Self. "De globalisering geeft een algeheel gevoel van machteloosheid. Alles wat belangrijk is, is mondiaal. Zo is tachtig procent van de Russische tomatenboeren op het platteland afhankelijk van de beurs in Moskou. Deze digitale netwerkeconomie brengt sociale desintegratie met zich mee. Het gezinsleven wordt bedreigd door werkroosters en deeltijdwerk en de massamedia worden opgesplitst in deelpakketten voor doelgroepen."
Samen eenzaam
Massamedia zijn in tien jaar veranderd en gesegmenteerde media geworden, gericht op eigen doelgroepen. "De media die een en dezelfde boodschap aan miljoenen mensen brengen, beleven hun laatste dagen. Iedereen kan van de elektronische informatienetwerken alles overal vandaan halen. Door kabels en satellieten hebben burgers beschikking over diverse bronnen uit de hele wereld. Geen enkel medium heeft een monopolie, de boodschap is gefragmenteerd. Mensen in bijvoorbeeld India en Hongkong kunnen kijken naar CNN en naar eigen films. Iedereen zoekt zijn eigen beelden. Het is niet een grote supermarkt waar iedereen hetzelfde koopt, maar het zijn diverse boetiekjes geïntegreerd in één supermarkt."
Iedereen kan een eigen culturele expressie zoeken en vinden, maar de manier waarop is gelimiteerd. Castells geeft een voorbeeld. "Neem karaoke. Dat symboliseert goed de ontwikkeling die gaande is. In Japan kun je in negentig procent van de bars karaoke doen. En het komt ook naar Europa, dat is een kwestie van tijd. Een deel ervan is eigen expressie: je mag zelf zingen in een bar, maar volgens de wetten van de machine. En je zingt om punten. Je wordt als mens deel van de machine. It swallows you."
Mensen in het informatietijdperk kunnen naast elkaar leven, maar toch geen identiteit delen en meer contact hebben met iemand die duizend kilometer verderop woont dan met de buren. Iedereen kan zijn eigen groep zoeken, met eigen codes die buiten de groep niet begrepen worden. "Het is een cultuur waar mensen hun eigen leven kunnen construeren. De openheid, het individualisme en de dynamiek die met deze netwerksamenleving gepaard gaat, creëert een lappendeken van ervaringen, die niet meer gedeeld worden. Een cultuur van eindeloze keuzes wat betreft relaties, werk en kinderen krijgen. Dit heeft extreme sociale differentiatie tot gevolg en een cultuur van onherroepelijke eenzaamheid."
Maar, zo stelt Castells, reacties hierop blijven niet uit. "Je ziet de laatste tien, twintig jaar overal in de wereld mensen die zich hergroeperen rond oude en nieuwe identiteiten. Dit kan gebaseerd zijn op geboortegrond, etniciteit, sekse, God, gezin, vaderland. Religieus fundamentalisme, feminisme en nationalisme zijn hier duidelijke gevolgen van. Ik zeg niet of dit goed of slecht is, het is beide. Maar tussen al deze groepen onderling, die aparte stammen vormen met eigen codes die niet uitgewisseld kunnen worden, is nauwelijks communicatie. Dan worden mensen vreemden van elkaar en wellicht vijanden. Het religieus fundamentalisme, de Amerikaanse militie, de Japanse sekte Aum Shinrikyo; ze hebben alle te maken met globalisering aan de ene kant en het instorten van de traditionele instellingen aan de andere kant. Hierin schuilt het gevaar."
Identificatie
De nieuwe macht ligt volgens Castells in de codes van informatie en in representatieve beelden waar omheen samenlevingen hun instellingen organiseren en mensen hun levens opbouwen, en waarop ze hun gedrag baseren. "Mensen hebben symbolisme nodig. Het mediasysteem en de televisie zijn onze realiteit. Dit is niet virtueel. Alle realiteit is vertaald in beelden. Ook de politiek is gebaseerd op beelden. Charismatische figuren zijn belangrijk in deze tijd en sociale bewegingen die nieuwe codes bieden, zoals de milieubeweging, de vrouwenbeweging en de religieuze bewegingen."
"Neem de rouw om de dood van Lady Di. Voor veel mensen symboliseerde zij verzet tegen het esthablisment. Het bood hen een kanaal om hun eigen gevoel hierover te uiten. Mensen kunnen zich niet meer vinden in de politiek, de officiële religie of de ideologie. Die hebben hun bindende betekenis verloren. Ze kunnen zich wel vinden in personen waarmee ze zich kunnen identificeren, of bijvoorbeeld in organisaties als Amnesty International of Greenpeace."
Internet biedt geen alternatief, meent Castells. "Het is een bedrieglijke cultuur, één zonder geschiedenis, toekomst, ervaring, en samenleving; het is ever forever. Een verzinsel. Internet is een culturele kakofonie. Maar mensen kunnen het wel gebruiken om een bepaald doel te bereiken. Zo hebben zwarte vrouwen in Philadelphia zich georganiseerd via Internet; een solidariteitsnetwerk. Ook de Mexicaanse Zapatistas hebben hun basisstructuur opgebouwd via het Net."
Aan het einde van zijn verhaal zet Manuel Castells zijn donker gerande bril af: "De opkomst van de digitale netwerksamenleving leidt niet tot een global village, maar tot de wereldwijde productie van op maat gemaakte dorpswoningen."
Hij geeft geen oplossingen voor de bijkomende problemen, maar benadrukt de noodzaak om het proces van globalisatie en fragmentatie te onderkennen. "We moeten de principes van de democratie, de nationale staat en het verzorgingsstelsel opnieuw bedenken en ze aanpassen aan de nieuwe technologische omstandigheden. Want vervreemding van elkaar leidt uiteindelijk tot strijd."
Irene van der Linde, freelance medewerker Computable
Literatuur
Castells, M: The Information Age: Economy, Society and Culture.
– Volume I: The Rise of the network Society (1996)
– Volume II: The Power of Identity (1997)
– Volume III: End of Millennium (binnenkort)
Blackwell Publishers, Oxford.