De Europese Unie en de Verenigde Staten dreigen met elkaar in botsing te komen op het gebied van Internet-wetgeving. De EU heeft vorige week een wet aangenomen die het kopen en verkopen van persoonlijke gegevens aan banden legt. Dit staat lijnrecht tegenover het beleid van de Verenigde Staten.
De Amerikaanse regering wil juist elektronische commercie bevorderen en maakt zich daarbij vooral sterk voor databescherming. De nieuwe Europese wet daarentegen verbiedt bedrijven informatie over hun klanten aan te wenden voor doelen die de klanten zelf niet goedkeuren. Hieronder valt bijvoorbeeld de verkoop van die gegevens aan andere bedrijven voor marketingdoeleinden. Deze beperking heeft betrekking op een groot aantal soorten informatie en methodes om dat te vergaren; van creditcard-transacties via tijdschriftabonnementen tot elektronische sporen op het World Wide Web.
Deze wet dook drie jaar geleden al op in de vorm van een richtlijn die de goedkeuring van een meerderheid van de vijftien EU-lidstaten genoot. Volgens de Europese wetgeving moet elke lidstaat richtlijnen implementeren door eigen wetten op te stellen. Zes landen, waaronder Nederland, hebben dat tot op heden al gedaan met betrekking tot de nu officiële Europese wet voor online-privacybescherming. JB