Minister Hermans vindt dat scholen meer aandacht moeten besteden aan ICT. Prima, maar informatietechnologie moet een middel zijn en geen doel op zich. Douw scholen daarom geen Kennisnet door de strot, meent Jan Zuur, maar laat ze zelf beslissen hoe ze IT inzetten.
Minister Loek Hermans tikt het SCP (het Sociaal en Cultureel Planbureau) zogenaamd op de vingers (Computable, 26 mei 2000). Naar mijn mening wordt het eens tijd dat wij (ouders en ICT’ers) de minister eens op de vingers tikken. Wat de minister wil, is een breedbandig netwerk van grote capaciteit waarop relevante onderwijs-‘content’ op een adequate manier wordt onsloten, en dat toegang biedt tot het Internet. Hoe vaker ik in contact kom met het fenomeen Kennisnet, des te meer ik ga twijfelen aan de woorden capaciteit, relevant, ‘content’ en (hoezo?) toegang tot het Internet (34 Mb) voor alle BVE-scholen. Grapje zeker? Wanneer de minister vindt dat scholen meer aandacht moeten besteden aan het fenomeen ICT, dan moet hij wel bedenken met welk doel, voor wie en in welke mate. Naar mijn mening kan ICT op zich nooit een doel worden van het (basis- en vmbo) onderwijs, wel een middel.
In het basisonderwijs (waar ik nogal veel voor doe) is meer behoefte aan goede PC’s (multimedia) en bijbehorende onderwijskundige software, dan aan Internet. Computers en software zijn op de bij mij bekende basisscholen niet of in zeer beperkte mate aanwezig, en in het laatste geval sterk verouderd. Om nog maar te zwijgen over de ondersteuning. Heel veel basisscholen werken weliswaar samen op basis van een bovenschools management, maar dan nog is het geld dat de minister uittrekt een schijntje.
Eén boek per leerling
Een school van tweehonderd leerlingen heeft recht op ongeveer 20.000 gulden per jaar (dit varieert van 1999 tot 2003, daarna gaat het om een vast bedrag). Van deze 20.000 gulden gaat er dan linea recta bijna 10.000 gulden (45 gulden per leerling) naar Kennisnet. De resterende 10.000 gulden mag dan gebruikt worden voor PC’s, software en extra menskracht. Volgens de normen van de minister moeten er dan, in dit voorbeeld, twintig PC’s van betaald worden. Uitgaande van ‘goedkope’ multimediale PC’s komt dat dan neer op een totale investering van 20 x 2.500 = 50.000 gulden. Deze school zou dan na vijf jaar volledig voorzien zijn; voor het gemak wordt even geen rekening gehouden met uitval.
Maar de minister wil ook nog eens niet bezig zijn met ‘voortdurende inhaalraces’. Dat betekent dat de PC’s om de drie jaar vervangen moeten worden (uit het oogpunt van garantie is dat ook verstandig). Dat houdt in dat de minister, alleen al voor de PC’s, een budget beschikbaar moet stellen van 7 x 2500 = 17.500 gulden per jaar. Alleen dan blijft de school uit dit voorbeeld bij – voor wat betreft PC’s -, dus niet vóór. En dan heb ik het niet over printers (met bijbehorende verbruiksmateriaal), servers, lokaal netwerk, software en extra menskracht.
Uitgaande van bovenstaand verhaal kan ik het SCP geen ongelijk geven dat zij zich afvragen of deze ‘grote’ ICT-inspanningen in het onderwijs wel gerechtvaardigd zijn. Ik zou alleen de context wat willen verleggen naar de hoeveelheid geld dat de minister wenst uit te trekken. Want zonder geld doe je geen kennis op: een goed boek kost al gauw 100 gulden. In mijn voorbeeld krijgt elke leerling een boek van 50 gulden per jaar. En dat is toch niets, vooral in een ‘kenniseconomie’!
Natuurlijk moet er geïnvesteerd worden in ICT, maar dan moet de minister er wel rekening mee houden dat investeren veel geld en menskracht kost en dat het doel van het onderwijs niet uit het oog verloren moet worden. Vooral het basisonderwijs en het vmbo moeten naar mijn mening stabiele onderwijsinstanties blijven, die alleen ten doel hebben onze kinderen basiskennis bij te brengen, en wel op de best mogelijke wijze. Internet (Kennisnet) is dan ook daar naar mijn mening niet echt nodig, computers zijn dat wel.
Baas in eigen school
Momenteel werk ik als systeemontwikkelaar bij een regionaal opleidingscentrum, waar ook redelijk zwaar wordt ingezet op ICT. Wanneer het Internet, door welke reden dan ook, een keer uitviel, stuurden de leraren de studenten naar huis, want dan konden zij geen les meer geven – zo meenden zij. Een dergelijk verschijnsel, zich doorzettend naar het basisonderwijs of het vmbo, lijkt mij niet het doel van de minister. Ik ben van mening dat interactief (en dan niet met een CD-Rom, maar met een leraar) lesgeven met gewone boeken en schriften het belangrijkst is en moet blijven. Daarnaast is de computer te gebruiken als geavanceerd hulpmiddel, waar ook de leraar mee om moet kunnen gaan!
Ik wil de minister adviseren het Kennisnet af te schaffen, wil hij echt iets bereiken, en het daarvoor bestemde bedrag volledig ten goede aan de scholen te laten komen. Deze beslissen dan zelf wel of en hoe zij het Internet willen gaan inzetten, of dat ze het bedrag volledig willen gebruiken voor computers, software, enzovoort. Dat de minister toevallig ook nog ISP wil zijn, moet hij zelf weten (ik zou niet weten waarom, er zijn er genoeg). Deze aanbieder zou dan goedkoper moeten zijn dan de andere (dure) ISP’s. Daarnaast zou hij het bedrag van 100 gulden per leerling voor ‘Investeren in Voorspong’ moeten ver(drie)dubbelen. Ook de extra subsidieregelingen kunnen stopgezet worden, want deze zijn meestal te ingewikkeld en ondoorzichtig, waardoor ze meer geld kosten dan dat ze opbrengen (voornamelijk personele inzet). Verdeel het geld gewoon eerlijk.
Jan J. Zuur, Marum