Met de introductie van Universal Server zegt Informix het eerste bedrijf te zijn dat een ‘open objectgeoriënteerd en relationeel databasemanagement-systeem’ op de markt brengt. De Universal Server is een integratie van het parallelle rdbms van Informix met het multimediale exemplaar van Illustra. Een jaar geleden werd Illustra overgenomen.
Informix speelt met dit nieuwe produkt in op de verwachting dat databases in staat moeten zijn ongestructureerde data zoals video, film en geluid te verwerken. Een trend die ondermeer wordt veroorzaakt door het toenemende gebruik van Internet en het wereldwijde web.
Uit onderzoek blijkt dat nu 85 procent van de gegevens in databases bestaat uit gestructureerde gegevens, tekst en getallen, terwijl 15 procent van de gegevens ongestructureerd is. Verwacht wordt dat dit percentage rond de eeuwwisseling omgedraaid is. De architectuur van Illustra is speciaal ontworpen voor het kunnen opslaan en beheren van deze vorm van gegevens.
Gouden greep
Het toonaangevende Amerikaanse vaktijdschrift Database Programming & Design riep Illustra vorig jaar uit als invloedrijkste bedrijf in de database-industrie. De eerste plek op de top tien had Illustra vooral te danken aan het ontwikkelen van een multimediale database voor Internet.
In het recentste overzicht van invloedrijke databasebedrijven staat Informix nu op de eerste plaats. Daarna volgen: Microsoft, Oracle, IBM en Sun. Sybase vinden we terug op de achtste plek.
Het lijkt er dus op dat Informix met de overname van Illustra – voor 400 miljoen dollar – een gouden greep heeft gedaan. De overname betekende ook dat Michael Stonebraker, de ontwerper van de architectuur, met zijn ontwikkelgroep onderdeel werd van Informix.
Stonebraker is een grote naam in de databasewereld, want hij was ook oprichter en technisch geweten van Ingres, één van de eerste rdbms-leveranciers. Dit bedrijf ging een paar jaar geleden op in Computer Associates.
Voorsprong
Phil White, de flamboyante topman van Informix, is zeer in zijn sas de Universal Server binnen de afgesproken tijd gereed te hebben. "Met deze introductie hebben we een voorsprong van anderhalf jaar op de concurrentie", juicht White op een bijeenkomst voor analisten.
"Dat lijkt me wat overdreven, maar het bedrijf heeft zeker een voorsprong in het opslaan van ongestructureerde data ten opzichte van Oracle en Sybase", zegt Vincent Schenkelaars, ontwikkelaar bij TNO. Schenkelaars is één van de bouwers van een datablade dat door zijn werkgever als een soort add-on voor Informix ontwikkeld wordt.
Het gaat hierbij om een uitbreiding van de database, bedoeld voor geografische informatiesystemen. Dit systeem wordt gebruikt voor intern onderzoek en door de Navo. In de loop van volgend jaar wil TNO het datablade op de markt brengen.
Nederland
In Nederland heeft Illustra een relatief sterke positie. Distributeur Do-It slaagde erin ruim dertig Illustra-gebruikers aan zich te binden. Gebruikers zijn onder andere de Gouden Gids, TNO en de Tweede Kamer. Laatstgenoemde instantie gebruikt de database voor het publiceren van de resultaten van parlementaire onderzoekscommissies via het web.
Travel Plaza heeft met Illustra een website voor de reiswereld opgezet en Neroc ontwikkeld, een datablade voor het dynamisch genereren van lay-outs uit een beelddatabank.
Henk Jekel, marketingmanager van Do-It, stelt dat er vier soorten datablades zijn te onderscheiden. "De eerste drie datablades werden ontwikkeld door Illustra. Dat waren Text, Image en 2D/3D. Deze bieden goede mogelijkheden om te werken met Internet. De tweede groep bestaat uit produkten van partners, veelal onafhankelijke softwareleveranciers.
In de derde categorie vinden we de datablades die gebruikers zelf ontwikkelen. Zo hebben de Amerikaanse inlichtingendienst CIA en de federale politie FBI uitbreidingen ontwikkeld voor het herkennen van gezichtspatronen en handschriften. In deze categorie zijn ook de topografische toepassingen te rangschikken, zoals die van de Gouden Gids. Door het combineren van topografische met andere gegevens kan een gebruiker nu antwoord krijgen op de vraag ‘waar vind ik binnen een straal van drie kilometer Italiaanse restaurants?’.
Als vierde soort datablade noemt Jekel technische applicaties die gebaseerd zijn op Illustra. Zo werkt het Amsterdamse Concertgebouw aan een applicatie waarmee een gebruiker via de database geluidsfragmenten kan opvragen.
Er zijn nu bijna dertig modules voor de Universal Server beschikbaar, een aantal dat in de loop van volgend jaar met ruim vijftig zal worden uitgebreid. Het gaat hierbij om allerlei datablades, zoals voor datawarehousing, digitale media, topografische toepassingen, documentverwerking, ondersteunen van Html en het genereren van webpagina’s.
Geen onverdeeld positief oordeel
In een reactie op de Universal Server van Informix meldt IT-adviesbureau Gartner Group niet onverdeeld positief te zijn over de gepresenteerde technologie. "We raden slechts zeer innovatieve bedrijven aan de technologie te onderzoeken op bruikbaarheid. Met opname in produktie-omgevingen moet nog minimaal tot midden volgend jaar gewacht worden".
Gartner noemt de aankondigingen "een grote PR-stunt", veroorzaakt door het feit dat Informix zijn produkten moet onderscheiden van die van Oracle. "Oracle is in het gelukkige bezit van 44 procent van de markt."
De druk waaronder Informix staat uit zich volgens Gartner ondermeer in het niet aangeven van de beschikbaarheidsdatum van Universal Server. Het bureau verwacht dat het produkt eind dit jaar of begin volgend jaar aan een klein aantal geselecteerde klanten ter beschikking gesteld wordt. "Wij denken niet dat deze versie aan de gangbare kwaliteitsnormen zal voldoen."
"Informix maakt haast met de introductie van Universal Server om de technische superioriteit ten opzichte van Oracle te illustreren. We erkennen die voorsprong, maar achten de huidige exercitie duur en dus een gevaar voor de winstontwikkeling. De fase van bèta-testen is bovendien ongebruikelijk kort geweest."