Middelgrote bedrijven worstelen het meest met het beheer van en investeringen in it. Dit blijkt uit onderzoek dat Computable Business Review in samenwerking met Forrester Research heeft uitgevoerd onder ruim driehonderd beslissers in het bedrijfsleven en bij de overheid.
Doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in de strategische achtergrond van investeringen in it. Het doen van it-investeringen is een lang traject dat over veel schijven gaat. Degene die uiteindelijk de beslissing neemt blijkt lang niet altijd bij alle onderdelen van het technologie-aankoopproces te zijn betrokken. In algemene zin geldt: hoe groter het bedrijf, hoe minder de directe betrokkenheid. Bij bedrijven met minder dan één miljoen euro omzet bepaalt 82 procent van de beslissers zelf wat de technische eisen zijn. Bij ondernemingen met één- tot tien miljard omzet geldt dat voor 53 procent van de beslissers.
Bij de bedrijven met minder dan één miljoen euro omzet is 96 procent van de beslissers significant betrokken bij het evalueren van de geschiktheid van it-oplossingen voor de behoeftes van de organisatie. Bij firma’s met één- tot tien miljard omzet is dat 65 procent.
Bij het selecteren van de leverancier is in bedrijven met minder dan één miljoen euro omzet 86 procent van de beslissers significant betrokken. Als de omzet tussen de één en de vijf miljoen ligt, is dat 55 procent, en bij vijf tot tien miljoen omzet ligt dat nog lager. Bij bedrijven met een omzet van meer dan tien miljoen schommelt het deel van de beslissers dat significant betrokken is bij het selecteren van de leverancier tussen de 57 en 67 procent.
Niet bewezen
Bij lang niet alle bedrijven bestaat tussen de verschillende functieniveaus overeenstemming over prioriteiten en de richting van nieuwe it-initiatieven. Bij organisaties met één tot vijf miljoen euro omzet is deze overeenstemming het grootst: 64 procent van de beslissers vindt dat tussen de verschillende functieniveaus overeenstemming bestaat over prioriteiten en de richting van nieuwe it-initiatieven. Het laagst scoren bedrijven met tien- tot vijftig miljoen omzet; 32 procent van de beslissers ziet overeenstemming. Naarmate bedrijven nog groter worden, loopt dat getal langzaam op tot 50 procent bij concerns met meer dan tien miljard omzet.
Kleinere bedrijven staan positief tegenover technologieën die zich nog niet hebben bewezen. Het hoogst scoren bedrijven met één tot vijf miljoen euro omzet; 82 procent staat positief tegenover onbewezen technologieën. Het voorzichtigst zijn ondernemingen met vijftig- tot honderd miljoen omzet met 13 procent. Daarna loopt het cijfer weer op. Voor 38 procent van de firma’s met meer dan tien miljard omzet geldt dat ze positief staan tegenover technieken die zichzelf nog niet hebben bewezen.
Hetzelfde patroon zien we terug bij de stelling ‘Binnen mijn bedrijf wordt de it-organisatie gezien als de basis voor vernieuwing’. Ook nu is de hoogste score voor bedrijven met één- tot vijf miljoen euro omzet (91 procent). Dat daalt tot 16 procent bij de concerns met vijftig- tot honderd miljoen omzet. Daarna loopt het percentage waarvoor de stelling geldt op tot 54 procent bij de ondernemingen met meer dan tien miljard omzet.
Flexibele benadering
De stelling ‘Wanneer mijn bedrijf grote it-initiatieven ontplooit worden alle bedrijfsonderdelen betrokken bij de besluitvorming, inclusief belangrijke leveranciers en klanten’ werd door 18 procent van de bedrijven met één- tot vijf miljoen euro beaamd. Naar mate organisaties groter worden, doet de stelling meer opgeld; van de concerns met meer dan tien miljard omzet onderschrijft 44 procent de stelling.
In algemene zin kan worden gesteld dat het juist de kleine en de grote bedrijven zijn die een flexibele benadering van it hebben en waar it een belangrijke rol speelt in het bedrijfsproces en vernieuwing. Bij middelgrote ondernemingen treedt een zekere starheid op. Een logische verklaring is dat bij kleine firma’s de directeur/eigenaar goed overzicht heeft over de organisatie en it direct en flexibel aan kan sturen. Bij grotere organisaties gaat die directe controle vanuit de directie voor een deel verloren. Bij nog omvangrijkere concerns vullen speciale it-managers het vacuüm op.< BR CLEAR=LEFT>