Gezien het wezenlijke verschil tussen de gevaren van werken met bijvoorbeeld asbest en de risico’s van werken met een muis is de uitspraak in de ‘Zeeuwse asbest-affaire’ niet direct van toepassing op een ‘muisarm’.
Het Haagse Hof heeft onlangs uitspraak gedaan in de ‘Zeeuwse asbest-affaire’. Een intussen overleden ex-werknemer van de Vlissingse marinewerf De Schelde had zijn werkgever gedagvaard tot vergoeding van schade. Zijn erfgenamen zetten de procedure voort. Het Haagse Hof heeft beslist dat in de periode dat de werknemer bij De Schelde werkte het gevaar van asbest al bekend was en de werf onvoldoende veiligheidsmaatregelen had genomen. Het is voldoende aannemelijk dat de werknemer niet ziek zou zijn geworden als de veiligheidsmaatregelen wel genomen waren, zo overweegt het Hof.
De verplichting van een werkgever om veiligheidsmaatregelen te nemen, vloeit voort uit het Burgerlijk Wetboek (artikel 7A:1638x BW) en uit de Arbowetgeving. Artikel 7A:1638x BW kent de mogelijkheid van een schadevergoeding als de werkgever tekort is geschoten. De werknemer moet dat bewijzen. Vanaf 1 april 1997 geldt artikel 7a:658 BW. In de nieuwe regeling hoeft de werknemer niet langer te bewijzen dat de werkgever onvoldoende veiligheidsmaatregelen heeft getroffen, maar moet de werkgever bewijzen dat hij voldoende maatregelen heeft genomen. In het oude recht moest de werkgever wel voldoende gegevens verstrekken aan de werknemer om bewijslevering mogelijk te maken. De zaak van het Haagse Hof valt nog onder het oude recht. De uitkomst ervan zou onder het nieuwe recht niet anders zijn geweest.
Ongevaarlijk beest
De ‘muis’ is een ongevaarlijk beest. Hij bijt niet en is volstrekt passief. Als het gaat om de veiligheid op de werkplek, betreft dat meestal gevaarlijke stoffen, apparaten en werksituaties. De muis past niet in dat beeld. Doorgaans zal sprake zijn van een volkomen veilige werkomgeving: een secretariaat, een typekamer en dergelijke. Een muis is een standaardprodukt bij computerapparatuur. Een werkgever is, net als een consument, aangewezen op de standaarduitvoering van een muis. Net als een ballpoint is een muis een huis-, tuin- en keukenprodukt.
Hoewel de muis ongevaarlijk is, zou hij toch verantwoordelijk zijn voor wat wel wordt genoemd de beroepsziekte van de jaren negentig: een vorm van repetitive strain injury (rsi) die bekend staat als de ‘muisarm’. Langdurig werken met een muis leidt tot overbelasting van hand, pols en schouder (waarbij houding en meubilair ook een rol zouden kunnen spelen). Dat leidt tot pijn. Soms volgt arbeidsongeschiktheid.
Die arbeidsongeschiktheid is volgens mij van een andere orde dan arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van of verband houdt met gevaren op de werkplek. Een muis lijkt op de fiets waarmee een postbode (in een verkeerde houding?) jarenlang tegen de wind in fietst, de stenen die een bouwvakker sjouwt (in een foute houding?) en een (verkeerde?) stoel in een vrachtwagen, waarop een chauffeur (te) lang ononderbroken (fout?) zit. Een muis lijkt meer op dergelijke dingen dan op de per definitie gevaarlijke zaken waarmee een werknemer omgaat, zoals gevaarlijke stoffen of een machine met sneldraaiende scherpe onderdelen. Die laatste zaken typeren de gevallen waarin het gerechtvaardigd is een schadevergoeding aan de werknemer toe te kennen vanwege gevaren op de werkplek die hem treffen. Bij de muis is veeleer sprake van een bezwaar dat aan iedere werksituatie is verbonden – algemeen van aard en daarom een maatschappelijk risico.
Wezenlijk verschil
Ik laat in het midden dat rsi nog geen duidelijke diagnose is en dat de muis een ook thuis gebruikt voorwerp is. Als de werkgever al aansprakelijk zou zijn, dan zijn er nogal wat causaliteitsproblemen. Verder leidt de muis bij de één wel tot een muisarm en bij de ander niet, terwijl bijvoorbeeld asbest in alle gevallen bij inademing ernstige gevolgen heeft of zelfs fataal is.
Een ‘muisarm’ is misschien niet te voorkomen (een met de voet te bedienen ‘voetmuis’ schijnt in aantocht te zijn), maar het ontstaan ervan valt wel terug te dringen. Denk aan een goede houding, goed meubilair en – wellicht – repeterende aandacht van de werkgever voor een goede werkhouding. De vraag of de producent van de muis eventueel aansprakelijk is op grond van produktaansprakelijkheid blijft hier buiten beschouwing.
Het gaat me te ver om uit het arrest van het Haagse Hof af te leiden dat het ook betekenis zou hebben voor de ‘muisarm’. Er is immers een indringende verschil in gevaar tussen werken met asbest en met een muis. Het Hof concentreert zich in zijn arrest in feite alleen op de gevaren van het werken met asbest, waarvan de werknemer van De Schelde het slachtoffer was geworden.
De ‘muisarm’ is een ander type ziekte dan de ziekte in het arrest van het Haagse Hof en de ziekten (afgerukte vingers, zwaar rugletsel door een val van een onveilige steiger) in vele andere arresten die de werkgever aansprakelijk houden voor gevolgen van werken met een gevaarlijk apparaat, op een gevaarlijke plek etcetera. De ‘muisarm’ is een type ziekte van een zodanig andere orde, dat sprake is van een wezenlijk verschil.
W.J.M. van Tongeren is bij Derks . Star Busmann . Hanotiau te Utrecht.