Telecommunicatie-maatschappijen richten zich veel te sterk op spraaktelefonie. In hun denken staat dit nog altijd centraal, terwijl in de toekomst alles draait rond het vervoer van data. Internet kan alleen succesvol zijn als er meer bandbreedte komt.
Jim Clark, chairman en oprichter van Netscape Communications, vindt dat de telecommunicatie-aanbieders een grote denkfout maken door in hun benadering spraaktelefonie centraal te stellen. Spraak vormt maar een deel van wat er via het netwerk wordt vervoerd. Teksten, data, beelden, e-mail, hoge kwaliteit audio en video, kortom multimedia, vragen steeds meer bandbreedte.
Volgens Clark zou datacommunicatie alle prioriteit moeten krijgen om Internet sneller te maken. Zonder de broodnodige investeringen in bandbreedte die voor meer snelheid kunnen zorgen, zal Internet op de consumentenmarkt geen echt groot succes worden. De capaciteit van de verbindingen en de kosten van het Internet-gebruik vormen de voornaamste beperkingen.
Drie tot vijf jaar
Jim Clark uitte zijn kritiek vorige week woensdag tijdens het Global Panel te Scheveningen. Volgens hem kan het nog wel drie tot vijf jaar duren voordat Internet snel genoeg is voor de consument. De netwerkcomputer zal het op de consumentenmarkt moeilijk krijgen, zolang Internet traag blijft.
Voor de zakelijke Internet-gebruikers speelt dit probleem minder. Bedrijven kunnen gemakkelijk snelle verbindingen kopen. Bovendien hebben organisaties met een intranet er geen last van. Zij hebben immers de volledige controle over hun interne netwerk. De netwerkcomputer zal voorlopig dan ook voornamelijk in de zakelijke markt een kans hebben, aldus Clark.
Omdat Netscape voor het overgrote deel van de inkomsten afhankelijk is van intranet-software en de bladerprogramma’s (browsers) financieel van ondergeschikt belang zijn, is het geen ramp dat het Internet voor de consument nog toekomstmuziek is.
Gevaar van ‘lekken’
De communicatie via intranetten verloopt snel, veilig en betrouwbaar. Bij het ‘open’ Internet vormt niet alleen de snelheid een probleem, maar ook de veiligheid. Veel van de discussies gaan tegenwoordig over de vraag of je veilig een creditcard-nummer over het Internet kan sturen. Volgens Clark is dit maar een beperkt probleem. Veel meer hoofdbrekens kost de veiligheid van het berichtenverkeer via Internet. Het gevaar zit ‘m vooral in ‘lekken’ bij heel kleine service-providers. Die kunnen in het netwerk inbreken en belangrijke berichten aftappen, zonder dat iemand het merkt.
Jim Clark voelt zich door al deze ontwikkelingen gesterkt in zijn opvatting dat de toekomst van Netscape voorlopig ligt in software voor het intranet. De browser-oorlog met Microsoft verloopt overigens niet slecht. Volgens Clark ligt het marktaandeel van Netscape Navigator momenteel weer boven de 80 procent. Dat is zelfs iets meer dan in september. Maar ook al zou het marktaandeel zakken tot 50 à 60 procent dan kan zijn bedrijf daar uitstekend mee leven. Internet en intranet vormen enorme nieuwe markten. Geen enkele onderneming zal die markten kunnen controleren. Noch Microsoft noch Netscape zullen daar in slagen.
Veel onbegrip nog over Internet en intranet
Europa zit te slapen. Het management hier heeft moeite Internet op zijn waarde te schatten. Dit is de mening van Netscape-topman Jim Clark, een van de sprekers op het ‘Global Panel’. Bovendien had hij ontmoetingen met industriële leiders. Ook elders in Europa voert hij dergelijke gesprekken. Het valt de Netscape-topman op hoe sceptisch veel Europese ‘captains of industry’ nog over Inter- en intranet denken.
Sommigen spreiden een opvatting tentoon van ‘het zal mijn tijd wel duren’. Anderen denken dat het hier om een tijdelijk verschijnsel gaat. Juist de mensen met macht hebben hun reserves.
Veel topmanagers kunnen de technologische ontwikkelingen niet meer volgen. Ook de vragen waarmee hij regelmatig in Europa wordt geconfronteerd, duiden op onbegrip. Vaak blijkt dat vooraanstaande managers de essentie van een bepaalde ontwikkeling volledig hebben gemist.
Clark, die eerst met Silicon Graphics en later met Netscape een fortuin verdiende, vindt het Europese bedrijfsleven in het algemeen veel te afwachtend. Hij verklaarde dit ook uit de culturele achtergronden. Europeanen zijn wat dat betreft een stuk conservatiever. De top 500 van Amerikaanse bedrijven is druk doende intranetten op te zetten. Ook de middelgrote bedrijven zijn actief. Maar in Europa gaat deze ontwikkeling veel langzamer.
Het verbaast hem dat uitgerekend het slag manager dat voortdurend roept dat Europa niet achter mag blijven, in eigen bedrijf de ontwikkelingen eerder tegenhoudt dan stimuleert. Deze traagheid is lastig te doorbreken, aldus Clark. Van het Europese IT-bedrijfsleven heeft hij evenmin een hoge pet op. De meeste IT-ondernemingen spiegelen zich aan IBM. Ze vergeten daarbij dat de concurrentie in het nieuwe informatie-tijdperk er heel anders uitziet en zich niet meer tot IBM beperkt. Europa mist de boot, enkele gunstige uitzonderingen daargelaten. Clark noemde als positieve uitschieters het Duitse Sap en het Franse Matra (cad/cam-software).
Succes Netscape frustreert Cern
Jim Clark steekt niet onder stoelen of banken dat hij fors aan Internet heeft verdiend. De beursgang van Netscape leverde hem honderden miljoenen dollars op. Dit succes wordt hem niet door iedereen gegund. "In Europa heeft dit een hoop frustratie gegeven." Laatst ontmoette hij nog onderzoekers van het researchinstituut Cern in Genève. Het wereldwijde web is daar oorspronkelijk ontwikkeld als een lokaal informatiesysteem voor eigen gebruik. Later is het www uitgegroeid tot een immens netwerk voor informatie, dat de hele wereld omvat. De Cern-onderzoekers kunnen zich volgens Clark wel tien keer voor het hoofd slaan dat ze hun vinding niet te gelde hebben gemaakt.
"Deze onderzoekers zijn nog altijd kwaad over het feit dat ik en niet zij hiervan de financiële vruchten hebben kunnen plukken. Maar deze mensen vergeten dat de eerste ‘browser’ mij in zes maanden tijd 12 miljoen dollar heeft gekost. Eigen geld wel te verstaan. De commerciële ontwikkeling van het Web en dan vooral het op de markt brengen van de browsers zijn financieel niet zonder risico geweest. Meer dan eenderde van mijn vermogen heb ik destijds in de waagschaal gesteld. En dat terwijl veel mensen toen zeiden dat met ‘browsers’ geen droog brood viel te verdienen. Netscape Navigator werd echter van de ene dag op de andere een enorm succes."