Uit het aantal geslaagde pilot-projecten en lovende reacties van gebruikers blijkt dat videoconferencing het stadium van ‘leuk speeldingetje’ definitief is ontgroeid. De mate van volwassenheid wordt echter niet alleen bepaald door de technologie, ook de beschikbaarheid van producten, systemen en diensten telt mee, maar dan wel toepasbaar en renderend. De traditionele vorm van videovergaderen is hierbij min of meer een gepasseerd station.
Vooral op het technologie-front is het afgelopen decennium veel vooruitgang geboekt. Ontwikkelingen op het gebied van compressietechnieken, telecommunicatie en multimedia leverden daaraan een forse bijdrage. Maar met technologie alleen ben je er nog niet. Door de inspanningen van universiteiten en innovatieve bedrijven is er rondom deze technologie een groot scala aan producten, systemen en diensten ontwikkeld. Mede daardoor is de naam videoconferencing uitgegroeid tot een verzamelnaam voor een hele reeks van videocommunicatie-toepassingen.
Veelbelovende nieuwe generatie
De meest traditionele vorm van videoconferencing, het videovergaderen, is eigenlijk nooit echt wat geworden. De groei heeft zich tenminste niet doorgezet. Daarvoor zijn verschillende redenen aan te voeren: onwennigheid met (of zelfs afkerigheid van) moeilijke systemen, hoge investeringen, instabiliteit, middelmatige beeld- en geluidskwaliteit en verkeerde marketingstrategie door alleen op besparingen te wijzen. Als argument vóór het invoeren van videovergaderen komt steevast het punt van de reiskosten ter tafel. Dit is een redelijk argument, maar in de meeste gevallen zijn die besparingen niet om euforisch over te worden. Het argument krijgt daarom de bijsmaak van een bezuinigingsmaatregel.
Dit soort toepassingen van videoconferencing verlaagt de kosten enigszins, maar doet geen recht aan de veelbelovende technologie.
Videoconferencing kan immers naast een verlaging van de kosten, ook daadwerkelijk rendement opleveren. Mits goed toegepast. Je kunt aan concurrentiekracht winnen, verbeterde en meer uitgebreide service bieden, nieuwe markten ontginnen en communicatie en samenwerking zowel intern als extern stroomlijnen. Deze kracht wordt goed zichtbaar in de nieuwe generatie videoconferencing-systemen.
Een goed voorbeeld hiervan is een pionierstoepassing die voortkomt uit projecten in de (medische) universitaire wereld. Met name in Duitsland en de Verenigde Staten, is videoconferencing in een vroeg stadium toegepast in de medische wetenschap. Overleg tussen artsen (een specialisering van videovergaderen), consultatie van specialisten en uitwisseling van (medische) informatie zijn belangrijke drijfveren. De systemen die gebouwd zijn voor medische toepassingen, gaan verder dan audio- en videocommunicatie. Speciale software zorgt ervoor dat bijvoorbeeld foto’s op verschillende locaties bekeken en bewerkt kunnen worden. Hierdoor is het mogelijk om snel en accuraat een diagnose te stellen. Het aspect reiskosten is van ondergeschikt belang. Het gaat om de medische service die uitgebreider, nauwkeuriger en sneller is.
Naast dit soort toepassingen voor derden zetten universiteiten videoconferencing ook in voor onderwijstaken. Hieruit is een service ontstaan die distance learning heet en ook prima in het bedrijfsleven is toe te passen. Distance learning is een onderwijsmethode, waarbij een werknemer op de werkplek wordt opgeleid, zodat hij zijn taak in het primaire bedrijfsproces op een juiste manier kan blijven uitvoeren. Veelal wordt distance learning geïntegreerd met andere vormen van onderwijs, zoals ‘computer-based training’ en web-based training.
Dat dergelijke innovatieve systemen uit de universitaire hoek komen, heeft een verklaring. In die hoek is de druk van een onmiddellijke return of investment minder hoog. Het bedrijfsleven kan echter wel profiteren van de opgedane expertise.
Communicatie stroomlijnen
De huidige videoconferencing-systemen, als ‘virtual workgroup’ of ‘computer supported collaborative work’ worden gebouwd, zijn generalisaties van de systemen die ontwikkeld zijn in de universitaire wereld.
Een virtual workgroup-systeem zorgt niet alleen voor een efficiënte communicatie, maar probeert de werkzaamheden van samenwerkende mensen te stroomlijnen en te optimaliseren. Interne communicatie is daarbij geen doel, maar een middel om de overige bedrijfsprocessen draaiende te houden. Je kunt een virtual workgroup-systeem toepassen binnen één organisatie of tussen meerdere organisaties. Overal waar een groep mensen een gezamenlijk doel nastreeft en daarom onderling dient te communiceren of samenwerken, kan zo’n systeem ondersteuning bieden. Het feit dat de mensen in kwestie geografisch verspreid zijn, is van ondergeschikt belang. Het stroomlijnen van de communicatie en het efficiënt samenwerken leveren de grote meerwaarde op. Neem bijvoorbeeld een groep ontwerpers, die samen een complex systeem ontwikkelen. Met behulp van een virtual workgroup-systeem kunnen ze naast hun eigen deel van het ontwerp ook meteen zien wat de andere teamleden gemaakt hebben. In geval van knelpunten of probleemsituaties kan men gezamenlijk naar een oplossing zoeken. De tijdwinst komt rechtstreeks tot uiting in de doorlooptijd van het productieproces.
Voor dit soort toepassingen zijn standaard videoconferencing-pakketten, inclusief datasharing-mogelijkheden, beschikbaar. Het grote nadeel van deze generieke pakketten is echter dat de gebruikersinterface in veel gevallen de volledige functionaliteit van de onderliggende hardware representeert. Dit is uitstekend voor whiz-kids, maar de gemiddelde gebruiker wordt overdonderd door allerlei technische details, zoals compressie-algoritmen en bandbreedteselecties. De sleutel tot integratie van videoconferencing in de werkomgeving zijn daarom software development kits. Dit zijn gereedschapskisten waarmee softwarehuizen de aangeboden functionaliteit op maat kunnen snijden en toepassen in producten, systemen en diensten. Met behulp van deze maatwerk software wordt, afhankelijk van het toepassingsgebied, videoconferencing geïntegreerd in andere systemen. De gebruikersinterface is hierdoor afgestemd op de werkzaamheden van de gebruikersgroep.
Kiosk-applicatie
Origin/Business Communication heeft een aantal maatwerk virtual workgroup-applicaties ontwikkeld. De meest recente toepassing heeft als doel om marketing- en communicatiemanagers bij te staan in hun werkzaamheden. Het gaat in dit project om een groep managers die geografisch verspreid zijn en intensief moeten samenwerken en communiceren. De virtual workgroup-applicatie zorgt ervoor dat deze mensen aanzienlijk minder hoeven te reizen voor hun werk. Dat levert dus een aanzienlijke besparing in reiskosten en reistijd op.
De applicatie is geïntegreerd in de desktop-omgeving van deze managers, waardoor de samenwerking echt gestroomlijnd wordt. Met behulp van datasharing kunnen zij ondermeer gezamenlijk aan een reclamecampagne werken. Deze stroomlijning levert een extra tijdsbesparing op, waardoor het eindresultaat sneller wordt bereikt. Op het systeem is een multimedia-database aangesloten, zodat alle medewerkers wereldwijd toegang hebben tot de benodigde informatie voor het uitvoeren van hun werkzaamheden.
In een volgende fase worden ook externe partners, zoals bijvoorbeeld het reclamebureau, aangesloten op het systeem. Naast een hechtere band met klanten en leveranciers, levert deze nauwere en rechtstreekse samenwerking ook weer een aanzienlijke tijdwinst op. Bij deze toepassing is goed te zien dat niet alleen de reistijd en reiskosten van belang zijn. De time-to-market is aanzienlijk ingekort door het verbeteren en verkorten van de communicatielijnen waardoor de samenwerking intensiever en efficiënter is geworden.
Een kiosksysteem, ook wel ‘point of sale’ of ‘point of information’ genoemd, is een toepassing van videoconferencing waarbij interactie tussen consumenten en leveranciers ontstaat. Als je diensten wil aanbieden aan een dergelijke gebruikersgroep (de doorsnee supermarktklant), dan dient er bijzonder veel aandacht aan de gebruikersinterface en de achterliggende mentale modellen besteed te worden, anders is het systeem niet toegankelijk. Gebruiksgemak vormt zeker in dit soort gevallen een kritieke succesfactor. Een dergelijke kiosk-applicatie is vorig jaar ontwikkeld voor een supermarktketen. Binnen het nieuwe winkelconcept kunnen klanten rechtstreeks met de leveranciers van de aangeboden producten in contact komen. De videoconferencing-software bevat een eenvoudige menustructuur waarmee de desbetreffende leverancier is te selecteren, waarna een audio- en videoverbinding opgebouwd wordt. Ook in dit geval kunnen (potentiële) klant en leverancier rechtstreeks met elkaar communiceren. Via een extra camera bekijkt de leverancier het product van de klant bekijken. Bij het systeem hoort een printer om adviezen, recepten of andere informatie af te drukken. Deze service is niet alleen voor de klant, maar ook voor de leverancier interessant. Een dergelijke kiosk-applicatie biedt hem immers de mogelijkheid om rechtstreeks in contact te komen met de klant. De ontvangen feedback kan hij gebruiken om beter in te spelen op de markt.
Audio, video mèt data
De beeld- en geluidskwaliteit van de huidige systemen is ruim voldoende om goed te kunnen communiceren. Verbeteringen op dit vlak leveren nauwelijks enige winst op in de efficiëntie van de communicatie. Bovendien blijft de beschikbare bandbreedte met het ontwikkelen van nieuwe infrastructuren atm (asynchronous transfer mode) gestaag groeien. Jarenlang hebben de leveranciers van videoconferencing-hardware elkaar juist op dit punt bestreden. De beeld- en geluidskwaliteit (met andere woorden de beste hardware-codec – elektronica die analoge signalen omzet in digitale) was hèt criterium waarop de apparatuur werd gekwalificeerd. Maar met de toenemende rekenkracht van de machines en het groeien van de beschikbare bandbreedte vormen beeld- en geluidskwaliteit geen twistpunt meer. De leverancier die nu nog begint over deze onderwerpen, heeft het niet begrepen en is ten dode opgeschreven. Microsoft heeft deze tendens vroegtijdig onderkent. Met de wetenschap dat video de grote bandbreedte-vreter is, en in het besef dat de kwaliteit van de video er in veel toepassingen niet zoveel toe doet, heeft Microsoft een datasharing-platform (Netmeeting) ontwikkeld. Met Netmeeting is het mogelijk om softwarematig (zonder hardware codec) ook op goedkopere infrastructuren met minder bandbreedte – zoals telefoonlijnen en Internet – gebruik te maken van videoconferencing-functionaliteit.
Videoconferencing op Internet bestaat al jaren. Het door de universiteit van Cornell ontwikkelde Cu-Seeme is hiervan een goed voorbeeld. Bij dergelijke producten ligt de nadruk op audio en video. Bij Netmeeting is dat niet het geval. In de eerste versie werd video helemaal niet ondersteund. In versie 2.0 wordt zowel audio als video ondersteund, maar de nadruk ligt duidelijk op datasharing (samenwerken dus).
Pompen of verzuipen
Was het vroeger nog een chaos op het gebied van interoperabiliteit tussen de verschillende videoconferencing-producten, tegenwoordig conformeert iedereen zich aan de Microsoft-implementatie van het T.120 (application and datasharing) protocol stack. Door dit succes bestaat de meerwaarde van de traditionele videoconferencing-hardware slechts uit een betere beeld- en geluidskwaliteit, mits gebruik wordt gemaakt van dure (en in sommige landen zeldzame) infrastructuren met grotere bandbreedten. Dat is toch wel een erg klein draagvlak gezien de eerder genoemde tendens tot herwaardering van deze criteria. Tel hierbij op de strategie van Microsoft om dergelijke producten op te nemen binnen nieuwere versies van Windows, dan wordt het voor producenten van videoconferencing-hardware pompen of verzuipen. Alleen zij die zich kunnen onderscheiden op andere vlakken dan alleen betere audio- en video-kwaliteit, zullen deze veldslag overleven.
Goede kandidaten zijn de systemen van C-Phone of Corel. Beide hebben een (vergelijkbare) oplossing gevonden om op lan’s de audio en video zo te distribueren dat het dataverkeer hiervan geen hinder ondervindt. Intel lijkt met Proshare niet meer te kunnen bieden dan de concurrent, maar net als Microsoft heeft ook Intel in de gaten dat integratie de succesformule is. Video-adapters en audio-boards zijn al geïntegreerd op de moederborden van Intel. De Mmx-technologie levert de rekenkracht voor softwarematige audio- en videobewerkingen. Het moet wel gek lopen als Intel haar moederborden niet uitbreidt met de Proshare videocapture-functionaliteit. De hardware codec kan vervolgens achterwege blijven, zodat meteen de systeemeisen omhoog gaan. Als dit gebeurt hebben Intel en Microsoft de zaken weer stevig in handen. Videoconferencing behoort vanaf dat moment tot de standaard functionaliteit van het Wintel-platform.
Marcel Heijmans,
Origin/Business Communications