Door een fundamenteel nieuwe benadering is Judith Masthoff erin geslaagd instructie-software te ontwikkelen die met leraren van vlees en bloed kan concurreren. De programma’s zijn niet alleen interactief, maar passen zich tevens aan de prestaties van de individuele leerling aan.
Vorige week promoveerde ze op dit onderwerp aan de Technische Universiteit van Eindhoven. Philips ziet brood in haar ideeën; het bedrijf heeft al twee titels in de maak.
De computer als leraar bestaat al enige tijd in de vorm van Intelligent Tutoring Systems (ITS). De resultaten van deze op expert-systemen gebaseerde kunstleraren vallen echter zwaar tegen. Het leren verloopt in vrijwel alle gevallen slechter dan op traditionele wijze. Bovendien zijn de systemen dermate ingewikkeld dat het bijzonder moeilijk is ze aan te passen. Masthoff sloeg daarom een volkomen andere weg in. Ze koos voor agents, modulaire softwareprogramma’s met een specifieke functie. Op zichzelf zijn ze eenvoudig van opbouw, maar een samenwerkend team van agents kan zeer ingewikkeld gedrag vertonen dat intelligent overkomt.
Geschiedenis
Masthoffs kunstleraar stelt aan de hand van vragen het niveau van de leerling vast en neemt dat als uitgangspunt voor de lessen die hij verzorgt. Hij onthoudt welke vragen de leerling goed en fout beantwoordt en hoelang hij of zij daar over deed. Zo onstaat een persoonlijke geschiedenis van iedere leerling. Dat is de kern van het systeem. De demo toont multimedia-docent op het computerscherm, maar essentieel is dat niet. De software stelt zeer bescheiden eisen aan het computersysteem; hij draait al op een 286-processor. Dit is belangrijk, omdat veel scholen over sterk verouderde apparatuur beschikken. Door de modulaire structuur is uitbreiden gemakkelijk; een nieuw vak kan zo ‘ingeplugd’ worden.
Masthoffs computer-leraar bestaat slechts uit vijf samenwerkende agents. De ‘oefen-agent’ bepaalt welke oefenstof de leerling voorgeschoteld krijgt, de ‘navigatie-agent’ beslist wanneer een ander onderwerp aan de beurt is. De wijze waarop de informatie gepresenteerd wordt is het domein van de ‘presentatie-agent’, terwijl de ‘uitleg-agent’ de hoeveelheid uitleg regelt, zoals de aard en de omvang van terugkoppeling onder de hoede van de ‘feedback-agent’ valt. Het zijn vooral de drie laatstgenoemde agents die de dialoog met de leerling bepalen.
‘Echte’ docent
Als mogelijke taak van haar systeem ziet Masthoff ondersteuning van de ‘echte’ docent. "Klassen worden steeds heterogener, ondermeer door de wet Weer Samen Naar School (WSNS). De leraar kan een deel van de kinderen met de computer aan het werk zetten – bijvoorbeeld de achterblijvers of juist de zeer slimmen – en de rest zelf lesgeven." Individueel onderwijs, aangepast aan de eigen interesses en vaardigheid van de leerling, zo omschrijft ze haar vinding.
Philips toonde al vroeg belangstelling voor het onderzoek. Het bedrijf is sinds twee jaar bezig met de ideeën van Masthoff. "Concreet zijn nu twee adaptieve multimedia-titels in de maak", vertelt Joep Rous van Philips, "één voor een slagersvakopleiding en "Wiskunde Interactief" voor een instituut in Den Bosch." Het Instituut voor Gerontechnologie van de Technische Universiteit Eindhoven onderzoekt op welke wijze deze agent-gebaseerde software ingezet kan worden bij communicatiehulpmiddelen voor ouderen.