Professor Adriaansens van de Rijksuniversiteit Utrecht bindt in Computable van vorige week de kat de bel aan. ‘Wil je een baan in de automatisering, dan kun je je opleiding beter niet afmaken. Want doe je dat wel, dan word je opgeleid voor een vak dat niet meer bestaat tegen de tijd dat je klaar bent.’
De professor lijkt te willen zeggen dat het vakgebied zo dynamisch wordt dat het niet meer mogelijk is om mensen langer dan vier jaar te scholen in …: ja in wat? In die vier of vijf jaar verandert de gedaante van het ‘kenobject’ te sterk. Op zo’n manier zullen praktijk en onderwijs eeuwig in het spelletje kat-en-muis blijven steken waar inmiddels beide partijen hun buik van vol hebben.
Adriaansens concludeert dat het fundamenteel mis gaat, omdat het onderwijs een "volstrekt verkeerde" interpretatie geeft van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Telkens wordt gekozen voor een nog specialistischer en nog specifieker opleidingsharnas, terwijl er juist meer behoefte bestaat aan studenten die zijn klaargestoomd voor een sterk aan verandering onderhevige werkomgeving. Daarmee komen we bij een oude onderwijskundige stelling terecht; het is belangrijker om tijdens de opleiding te leren leren, dan louter vergankelijke feiten op te doen.
Een misvatting is het volgens de professor te denken dat meer bedrijfseconomie, meer bedrijfskunde of nog andere vakken die de pijlen richten op de primaire bedrijfsprocessen de panacee is voor alle kwalen. Daar heeft hij gelijk in. Zou het niet interessant zijn eens te kijken wat er over blijft van de huidige informatica-opleiding wanneer Adriaansens zijn gang kan gaan. Misschien stuiten we dan wèl op de kern van het vakgebied anno 1997.