Op 7 augustus deed de internationale kamer van koophandel in Parijs uitspraak in het geschil tussen de zusterbedrijven Andersen Consulting en Arthur Andersen. De Colombiaanse arbiter Guillermo Gamba stelde Andersen Consulting grotendeels in het gelijk. Het consultancybureau had in december 1997 het hof om arbitrage gevraagd, omdat het vond dat de zuster teveel in haar vaarwater zat. Hendrik Jan Blom, countrymanager Nederland van Andersen Consulting geeft een toelichting.
Bent u blij met de uitspraak?
Uiteraard. Dat spreekt voor zich.
Wat houdt de uitspraak kortgezegd in?
Het betekent dat Andersen Consulting geen verplichtingen meer heeft ten aanzien van Andersen Worldwide en als zelfstandige entiteit verder kan gaan. Per 7 augustus staan we formeel los van het moederbedrijf. Tot die datum moeten we aan onze financiële verplichtingen voldoen.
De scheidsman Guillermo Gamba heeft bepaald dat jullie je naam per 1 januari 2001 niet meer mogen gebruiken. Is dat problematisch?
Zeker niet. Met een nieuwe naam kunnen we ons beter profileren in de markt.
We hebben er zelf ook wel eens over nagedacht, omdat Andersen Consulting meer doet dan alleen het verlenen van strategische consultancy. We zijn namelijk ook actief als IT-dienstverlener, aanbieder van outsourcingsdiensten en investeerder in Internet-bedrijven. Bijkomend voordeel van een nieuwe naam is dat de verwarring in de markt verdwijnt tussen Andersen Consulting, Arthur Andersen en Andersen Worldwide.
De kern van het conflict was dat jullie Arthur Andersen beschuldigden van het aanbieden van consultancydiensten, tegen de in 1989 gemaakte afspraken in. Toen splitste Andersen Worldwide zich in een accounting- en een consultancy-poot. Toch zullen jullie ondanks de uitspraak van het hof Arthur Andersen blijven tegenkomen.
In de praktijk gebeurde dit al, maar nu zijn we formeel concurrenten geworden. We hebben onze handen vrij en kunnen verder groeien zonder de restricties van de Security Exchange Commission. We hoeven ons niet meer af te vragen of sommige opdrachten wel of niet op gespannen voet staan met de accountingactiviteiten van Arthur Andersen.
Door de uitspraak is onze financiële armslag vergroot. Het jaarlijks afdragen van 15 procent van onze winst aan onze zustermaatschappij is niet meer nodig. Bovendien is onze organisatorische vrijheid sterk toegenomen. We kunnen nu om onze positie te versterken kiezen uit alle mogelijke financiële instrumenten en samenwerkingsvormen.
In de Verenigde Staten is onder druk van de Amerikaanse beurswaakhond SEC een discussie gaande of advies- en accountancykantoren omwille van de neutraliteit hun accountant- en consultancy-praktijken moeten scheiden. Past de uitspraak van het hof in deze trend?
De uitspraak wel, maar de arbitrage is om een andere reden begonnen. Nu wij afgesplitst zijn van Arthur Andersen speelt deze discussie voor ons niet meer. Arthur Andersen kent zelf nog wel accountant- en adviesactiviteiten. Hoe onze voormalige zuster omgaat met dit probleem, is echter onze zaak niet meer.
Begin dit jaar kondigde Andersen Consulting maatregelen aan om de uittocht van medewerkers tegen te gaan: het betrof het sneller benoemen van partners en het meedelen in de opbrengst van het Internet-fonds AC Ventures via de aandelenconstructie eUnits. Werkt dit?
Jazeker. Daarnaast zoeken we veel nieuwe medewerkers. Bij ons werken momenteel 730 mensen, maar we zijn sterk groeiende. We kunnen wel 50 procent meer personeel gebruiken.