Hoewel Microsoft is veroordeeld als monopolist, lijkt het zijn straf grotendeels te kunnen ontlopen. In de Amerikaanse rechtszaak had het dan ook alle gelegenheid twee van zijn favoriete wapens in te zetten: een uitgekookte marketingstrategie en een leger advocaten. Nu overheden zich als klant afwenden, ten gunste van open source en Linux, blijkt Microsoft minder goed een passend antwoord te kunnen geven. Door open standaarden te gebruiken en een voorkeursbeleid voor open source software verplicht te stellen, weigeren overheden zich nog langer het vel over de neus te laten halen.
Het verplichte gebruik van open source software (oss) door de overheid werd vorige maand tijdens het begrotingsdebat van Economische Zaken goed ontvangen; alleen de VVD was tegen. Kees Vendrik en Rens van Tilburg van Groen Links willen dat overheden vanaf 2006 alleen nog in zee gaan met leveranciers van software die uitsluitend werkt met open standaarden. Bovendien moet oss bij publieke aanbestedingen de voorkeur krijgen.
Volgens hun softwarenota leunt de publieke sector te zwaar op de producten van enkele leveranciers. Daardoor is men te duur uit en maakt men zich te afhankelijk. Microsoft en Novell worden met name genoemd. Vendrik en Van Tilburg vinden dat de minister van EZ het voortouw moet nemen bij het doorbreken van de machtspositie van softwareleveranciers. "De almacht van een handjevol commerciële aanbieders is onverenigbaar met democratische waarden als toegankelijkheid en transparantie. De publieke sector kan zich aan de wurggreep van de leveranciers ontworstelen door software te gebruiken die voldoet aan open standaarden. De overheid moet daarnaast actief de ontwikkeling van open source software ondersteunen."
Serieuze bedreiging
Volgens Groen Links belemmert gesloten programmatuur de kwaliteit (veiligheid, stabiliteit en betrouwbaarheid) en de innovatie van software. Bovendien beperkt het de toegankelijkheid van de overheid voor haar burgers. Sommige diensten zijn bijvoorbeeld alleen bereikbaar met software van een bepaalde leverancier; denk aan sites die alleen met Internet Explorer te gebruiken zijn en een belastingdiskette die alleen onder Windows draait. Daarnaast werken pakketten niet samen, zodat gegevens niet uitwisselbaar zijn.
Ten slotte spreken Vendrik en Van Tilburg hun zorgen uit omtrent Secure PC (een beveiligingsinitiatief uit de pc-industrie) en Microsofts ’trusted computing’, waarvan Palladium deel uitmaakt. Daarmee wordt software niet alleen sterk gekoppeld aan de hardware, maar communiceert deze ook met de maker ervan. Zo zijn rechten op muziek, films en de toepassingen zelf van de gebruiker af te dwingen. Ze kwalificeren deze ontwikkelingen als "een serieuze bedreiging voor onafhankelijkheid en privacy van gebruikers"; die kan immers alleen nog ‘goedgekeurde’ applicaties draaien.
De nota spreekt verontwaardiging uit over Microsoft, dat zijn licenties het afgelopen jaar veel duurder maakte. Daarmee wist het zijn winst te verdubbelen, ondanks het feit dat 2002 voor de ict-sector als geheel een rampjaar was. Saillant detail is dat Microsoft volgens zijn jongste kwartaalcijfers 86 procent marge haalt op de verkoop van Windows voor desktops.
De licentieprijsverhoging was eerder dit jaar reden voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om bij het kabinet aan de bel te trekken. Microsoft en Novell zouden hun marktpositie misbruiken, waardoor hun rekeningen onnodig hoog zouden zijn. Ook de VNG suggereert open source en Linux als alternatieven.
Kenniscentrum
Waar Groen Links het gebruik van open standaarden verplicht wil stellen, geldt dat niet noodzakelijk voor oss. Wel ziet de partij voordelen daarvan: "het maakt de werkwijze van de overheid transparant, controleerbaar en daardoor ook stabiel en veiliger". Bovendien kan men in oss zelf verbeteringen aanbrengen, zodat op langere termijn geld te besparen valt. Voor software waarvan de transparantie noodzakelijk is, zou oss wel verplicht moeten zijn. Denk daarbij aan stemmachines en belastingaangiften. Daarnaast wil de partij een miljoen euro beschikbaar maken via een stimuleringsfonds en een kenniscentrum inrichten.
Groen Links wil zo snel mogelijk actie: hoe meer uitstel, hoe kostbaarder; de afhankelijkheid van leveranciers groeit alleen maar. Daarbij moet de overheid zich opstellen als kritische consument. Volgens de nota neemt ze 12,5 procent van de softwaremarkt voor haar rekening. In Nederland gaat het dan om driehonderd miljoen euro. Op Europees niveau was dat in 2000 bijna acht miljard dollar.
Hoewel de ideeën van Groen Links met instemming zijn begroet, lijken de ministeries van Binnenlandse- en Economische Zaken niet zo ver te willen gaan. Onlangs berichtte Computable dat Biza en EZ werken aan het plan ‘Open standaarden en open source software voor de overheid’. De hoofdonderdelen daarvan zijn de facilitering van open source ontwikkelaars en -afnemers. Er wordt een site opgezet voor het uitwisselen van software, en leveranciers kunnen worden gecertificeerd. Eind 2004 moeten alle verantwoordelijken voor automatisering bij de overheid op de hoogte zijn van open standaarden en oss. Een jaar later moeten de opleidingen voor beheer en onderhoud van oss gereed zijn. De overheid wil hier de komende drie jaar drie miljoen euro aan besteden. Ictu, de ict-projectorganisatie van de overheid, voert de programma’s uit. De verschillende overheden moeten bijdragen te leveren door mensen hiervoor vrij te maken.
Geen inzicht
Die plannen zijn een uitvloeisel van kamervragen die afgelopen zomer werden gesteld aan de minister van Grote Steden en Integratiebeleid Roger van Boxtel. Uit een inventarisatie bleek dat bij de departementen nauwelijks of geen kennis van open standaarden en oss aanwezig is, en dat men geen inzicht heeft in waar oss gebruikt wordt of inzetbaar kan zijn. Daarnaast hield Van Boxtel een pleidooi voor het gebruik van open standaarden en oss bij het Europese informatiebeleid. Bovendien wordt onderzocht of aansluiting te vinden is bij andere initiatieven binnen de EU.
In Nederland onderzoeken ICT op School, Kennisnet en de Netwerk Gebruikersgroep Nederland (NGN) voor scholen de alternatieven voor commerciële software. Overigens heeft ook de NGN afgelopen jaar luidkeels zijn ongenoegen geuit over de nieuwe Microsoft-licenties.
Ten slotte heeft Syntens de opdracht gekregen om een driejarig bewustwordingsprogramma voor het bedrijfsleven op te zetten. Daarvoor worden onderdelen gebruikt van een plan dat de Vereniging Open Source Nederland eerder bij EZ heeft ingediend. Vosn kreeg vorig jaar van EZ een eerste subsidie van 95 duizend gulden voor het Innovatie Project Open Software (Ipos). Het einddoel was om samen met de overheid door kennisoverdracht en voorlichting het oss-gebruik te stimuleren. Daarvoor waren vier pijlers gedefinieerd: overheid, zorg, onderwijs en bedrijfsleven. Hoewel men aandacht voor open source heeft weten te krijgen, is de primaire doelstelling, het vinden van financiële partners voor het vervolgtraject, niet gehaald. EZ vond dat de doelgroep voor de tweede fase te breed was. Volgens Vosn-voorzitter Joost Helberg wil EZ vooral het mkb, de motor van de Nederlandse economie, stimuleren. Grote ondernemingen kunnen zichzelf wel bedruipen. Daarmee is het plan te veelomvattend geworden voor een vervolgsubsidie.
‘Fear, uncertainty, and doubt’
Ook de softwarenota van Groen Links is in samenwerking met de Vosn tot stand gekomen. Inspiratie is zo te zien gevonden in een briefwisseling tussen het Peruaanse parlementslid Villanueva en de general manager van Microsoft in Peru González. Villanueva is de initiatiefnemer van de Free Software Bill. In dit wetsvoorstel pleit hij voor verplicht gebruik van ‘vrije’ software door alle Peruaanse overheidsorganen. Behalve vrijheid, openheid, privacy en technologische onafhankelijkheid voert Villanueva een argument aan dat ook veel andere Zuid-Amerikaanse en Aziatische landen gebruiken om grootschalig met oss aan de slag te gaan. Open source biedt het land de mogelijkheid zelf meer met ict te doen, om daar inkomsten en werkgelegenheid uit te creëren, creativiteit te stimuleren, en de lokale markt en het ondernemerschap een duwtje in de rug te geven. Kostenbesparingen op licenties noemt Villanueva wel, maar zijn expliciet geen eerste doelstelling.
González reageerde met een brief vol met wat open source adepten fud noemen: ‘fear, uncertainty, and doubt’. Door in een open brief alle punten gefundamenteerd onderuit te halen, verwierf Villanueva grote populariteit en steun in de oss-gemeenschap. Nadat Bill Gates hoogstpersoonlijk een cheque van 550 duizend dollar voor onderwijs en overheid kwam bezorgen, is het voorstel van Villanueva voorlopig in de ambtelijke molen blijven steken.
Waar Peru vooral de belangstelling van Microsoft heeft vanwege de uitstraling van de Free Software Bill, ligt dat volgens de New York Times heel anders in landen als China en India, de twee snelst groeiende economieën ter wereld. In China is de regering al uitgesproken voorstander van oss. In India werkt het Department of Information Technology in New Delhi aan het Linux India Initiative, dat dit open source besturingssysteem moet promoten bij zowel overheid als bedrijfsleven. Ook hier ging Gates vorige maand op bezoek; hij doneerde honderd miljoen dollar voor aids-bestrijding. In buurland Pakistan worden op dit moment alle servers in scholen en kantoren naar Linux gemigreerd. Volgens de New York Times bestudeert de Pakistaanse overheid nu een aanbod van Microsoft voor alle toepassingen bij overheid en onderwijs. Opvallend is dat deze landen niet het aanschaffen van meer licenties maar de overstap naar Linux als antwoord zien op de grootschalige piraterij.
Belangenbehartiging
Dichter bij huis laten vooral de Duitse, Franse en Britse overheden zich in met open source. De Duitse regering sloot een overeenkomst met IBM en Suse voor de levering van IBM-systemen met Linux. Naar verluidt is dit zeer succesvol.
Op Europees niveau staat men welwillend tegenover oss, maar gebeurt volgens Lousewies van der Laan, fractievoorzitter van D66 in het Europees Parlement, nog niet zo veel. Hoewel ze zich vooral profileert met haar anti-spam campagne, zegt ze de afgelopen drie jaar ook het oss-evangelie te hebben verkondigd. Het grootste probleem is dat het de collega’s meestal niets zegt. Dit betekent dat daar harder aan getrokken moet worden, bijvoorbeeld door seminars te organiseren. Omdat ze zelf kamerlid hoopt te worden, zoekt ze een club die de oss-belangen in de EU kan blijven behartigen. Op dit moment worden de mogelijkheden geïnventariseerd; voor eind dit jaar hoopt ze te weten wie zich hiervoor hard wil maken.
Aad Offerman