In de strijd tegen illegaal softwaregebruik pleit de branche-organisatie Fenit voor verbetering van wetten die betrekking hebben op software. Volgens Fenit-jurist Peter van Schelven is het beslagrecht momenteel slechts gericht op het voorkomen dat producten verder op de markt verspreid worden. "Terwijl je voor softwareproducten graag wilt onderzoeken of het illegaal is. Dat kan een onafhankelijke partij doen."
Dat onderzoek vergt verdergaande bevoegdheden op de beslaglegging en dat wil Fenit in wetgeving terugzien. De branche-vereniging maakte zich vorige week in Computable al sterk voor meer betrokkenheid van de overheid. Het Openbaar Ministerie (OM) blijkt echter wel degelijk actief beleid te voeren tegen softwarepiraten. "Wij constateren inderdaad dat de overheid optreedt, maar vinden dat er meer kan gebeuren, met name op juridisch gebied", aldus Fenit-woordvoerder Machiel de Rooij.
Softwarewet
Over het opsporingsbeleid van het OM is Fenit tevreden. Maar dat heeft slechts betrekking op een deel van de bescherming van softwareleveranciers. Van Schelven legt uit: "Volgens de softwarewet, die in 1994 als onderdeel van de auteurswet is opgesteld, is het niet makkelijk om illegale software bij de overtreder weg te halen. Als gedupeerde kun je een deurwaarder beslag laten leggen op een gestolen goed, maar daarmee heb je het nog niet terug. Het kan alleen niet meer verhandeld worden."
Fenit is bij het ministerie van Justitie een lobby gestart om de wetgeving ten gunste van benadeelde softwareproducten aan te passen. "Wij praten regelmatig met Justitie over uiteenlopende onderwerpen, maar dit komt in het vervolg hoger op de agenda."
Fysieke producten
Het type beslagrecht dat nu bestaat, voldoet in een markt waar fysieke producten verhandeld worden, maar niet voor software, meent Van Schelven. Voor het onderzoek naar software – waaruit moet blijken of die al dan niet gekopieerd is – is het nodig dat de inbeslaggenomen software aan een onafhankelijke deskundige moet kunnen worden overhandigd. Fenit roept dan ook op de wettelijke faciliteiten aan te scherpen. De rechter moet een zogenoemde verlofbeschikking kunnen geven voor een dergelijk onafhankelijk onderzoek. "De bescherming van intellectueel eigendom zou verder uitgewerkt moeten worden in het wetboek van burgerlijke rechtsvordering", aldus Van Schelven.
Het OM houdt zich voornamelijk bezig met grove overtreders van de wet. Maar naast zulke strafrechtelijke zaken heeft het overheidsorgaan ook een rol als bemiddelaar in civielrechtelijke zaken. "Als er meer informatie nodig is voor civiele rechtszaken, is er voor ons een rol denkbaar", aldus OM-woordvoerder Jurriaan Simonis. Maar het OM treedt vooral op tegen criminele organisaties die op grote schaal handelen in illegale software.