Een componentgebaseerde architectuur voor de GBA-modernisering spreekt ‘op zich’ zeer aan, schrijft Het Expertise Centrum na zijn contra-expertise. Veel meer positiefs ziet HEC in de voorgestelde aanpak van de modernisering.
Project vol risico’s Het GBA-startpakket zou eerst in een beperkte en later in een volledige versie worden ontwikkeld. Een van de doelen is online bevraging mogelijk maken. Daartoe wordt de bouw van een Landelijk Raadpleegbare Directory (LRD) aanbesteed. Daarin staan die paar gegevens van Nederlanders die voor veel afnemers toereikend zijn. Het beperkte startpakket vervangt de LRD. Afgezien van de complexiteit van migratie ziet HEC het risico dat de modernisering na de eerste fase stopt. Vergeleken met de start van de GBA eind jaren tachtig zijn de belangen onduidelijker, terwijl de kosten hoger zijn. Bovendien zijn gemeenten en afnemers nu volgend in plaats van medeverantwoordelijk. HEC voorziet gebrek aan betrokkenheid vanwege ‘niet hier uitgevonden’. Leveranciers klagen dat ze op afstand worden gehouden. HEC beveelt nu een platform aan voor alle geïnteresseerde leveranciers. Het startpakket zou gebouwd worden voor HP9000/Unix, IBM RS6000/Aix en AS400, Windows NT/2000 en mogelijk Linux. HEC vindt dat veel en moeilijk beheersbaar. Kiezen voor één versie, die dan naar andere platforms wordt overgezet, bedreigt echter de gewenste platformonafhankelijkheid. De kostenparagraaf is in de architectuurstudie ‘het zwakste punt’. Kostenschattingen voor LRD en startpakket noemt HEC ‘incompleet en zwak onderbouwd’. |
Nieuwe partij
Wanneer een van de twee dominante marktpartijen, Centric en Roccade, de aanbesteding van het startpakket binnenhaalt, bezorgt dat deze winnaar zo’n voorsprong, dat de verliezer zich moet terugtrekken van de markt. Dan ontstaat niet meer concurrentie maar een monopolie. HEC schetst wel een uitweg: de opdracht gunnen aan een ‘nieuwe partij’. Deze optie vereist evenwel uitsluiting van bestaande leveranciers. Dat vindt men ‘ethisch en waarschijnlijk ook juridisch niet correct’.
Aanbesteden in delen is evenmin wenselijk. Het agentschap BPR moet dan een nieuwe rol spelen als opdrachtgever voor softwareontwikkeling en systeemintegratie. Onduidelijk is of het voldoet aan de hoge eisen die dat stelt. In het derde scenario laat BPR onder eigen projectleiding ingehuurde softwareontwikkelaars systemen ontwerpen, bouwen en testen. Dat stelt weer hoge eisen op het gebied van projectmanagement, systeemontwikkeling en opdrachtgeverschap. Bovendien volgt op de ontwikkelfase een beheerfase. HEC vindt alle opties ‘erg risicovol’ en spreekt ‘geen voorkeur’ uit.
Niet genoeg
Bij de beoogde marktwerking wijst Snellen op de aanvullende modulen bij het startpakket, die in vrije concurrentie kunnen worden aangeboden. Een open architectuur, die daarvoor moet zorgen, is echter niet genoeg, stelt HEC. Leveranciers willen totaaloplossingen aanbieden. Gemeenten hebben daarvoor ook dikwijls een voorkeur. Om van de open architectuur te profiteren moeten ze hun opdrachtgeverschap versterken, zeker als meer componenten de markt ondoorzichtiger maken. Intussen kan de entree van nieuwe marktpartijen de continuïteit van het aanbod verminderen: bestaande partijen lijden marktverlies en nieuwkomers zijn niet altijd stabiel. HEC concludeert dat de moderniseringsaanpak wel ingrijpt in de markt, maar met ‘onvoorspelbare effecten’.
Peter Mom