Het Sociaal en Cultureel Planbureau vraagt zich af ‘of grote ICT-inspanningen in het onderwijs wel gerechtvaardigd zijn’. Loek Hermans, minister van OCW, is mordicus tegen de opstelling van het SCP: "Onderwijs en scholing zijn juist de spin in het web in de toerusting van de nieuwe wereldburger …", repliceert de minister.
ICT-ontwikkelingen accelereren op alle fronten. Internet-bedrijven en de financiële beurzen schommelen mee op het succes en de kinderziekten van de Nieuwe Economie. Europa slaat in Lissabon de handen ineen om werk te maken van de verdere digitalisering van onze samenleving en zet de achtervolging in op de Verenigde Staten.
Maar er is ook de keerzijde: een relatief eenvoudig computervirus met een hartstochtelijke naam leidt tot schadeposten en legt de kwetsbaarheid van de explosief groeiende ‘E-conomie’ bloot.
Al deze ontwikkelingen stralen een gevoel van urgentie uit.
Dat gevoel vind je niet terug in het recente rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) met de titel "Digitalisering van de leefwereld". In dat rapport wordt geconstateerd dat ‘ICT in snel tempo doordringt in de Nederlandse huishoudens. Dat geldt voor vele toepassingen: van videorecorder tot CD-speler, van pinpas tot mobiele telefoon. Het SCP concludeert ook dat enkele groepen in de Nederlandse bevolking relatief achterblijven bij de snelle verspreiding van moderne ICT-middelen. Het gaat dan met name over mensen met een lage opleiding of een laag inkomen, werklozen, alleenstaande vrouwen en 65-plussers. Er kan echter niet gesproken worden van een digitale tweedeling. Het SCP verwacht dat via marktwerking een verdere verspreiding van ICT-middelen zal plaatsvinden en dat overheidsinspanningen op dit punt dan ook niet noodzakelijk lijken.
Deze conclusie wordt gecomplementeerd met een verrassende uitsmijter: het is de vraag of grote ICT-inspanningen in het onderwijs wel gerechtvaardigd zijn.
Deze stelling van het SCP acht ik onrealistisch: investeringen in ICT in het onderwijs zijn broodnodig. Ik heb daarvoor verschillende redenen:
Het is mijn overtuiging dat – daar waar ICT-toepassingen cruciaal zijn voor een adequate toegang tot kennis en informatie – onderwijs een zeer grote rol speelt. Onderwijs en scholing moeten lerenden voorbereiden op een maatschappij die nieuwe competenties vraagt. Onderwijs houdt daarbij niet meer op bij je zestiende, achttiende of vierentwintigste levensjaar. Niemand kan meer volstaan met enkel een initiële opleiding. Die is voor een goede basis van competenties zeer relevant, maar competenties veranderen voortdurend in een wereld waar je een leven lang moet leren. Op school, thuis, op de werkplek, in je vrije tijd, op Internet. Het is van het grootste belang om scholen te positioneren en te faciliteren vanuit de eisen die de kennis- en netwerkmaatschappij aan elke lerende stelt. Daarvoor is ICT zelf op en rond scholen onmisbaar.
Kenniswerkers van morgen
De integratie van ICT in de samenleving is niet alleen af te meten aan het gebruik van de mobiele telefoon, de televisie of de pinpas. Verschillende ICT-toepassingen zijn zeer breed verspreid. Maar de ene ICT-toepassing is de andere niet. Het SCP constateert dat het gebruik van de PC wat minder snel verloopt dan de vorige voorbeelden. Een adequaat gebruik van een PC en Internet is cruciaal voor de toegang tot relevante kennis en informatie. Er zijn grote verschillen in economische levensduur.
Een tien jaar oude televisie is goed te gebruiken, een tien jaar oude PC heeft als bedrijfsmiddel geen enkele waarde meer.
De integratie van ICT in de samenleving kent een bepaald patroon. Na de technici en automatiseerders, zien we ICT een toenemende rol spelen bij de dragers van de kennismaatschappij, de kenniswerkers. Leerlingen en studenten zijn juist bij uitstek kenniswerkers, van nu en van morgen. Deze kenniswerkers moeten op school de ervaring met en kennis van ICT opdoen die onontbeerlijk zijn voor het goed functioneren in de praktijk van de kenniseconomie. Deze kenniseconomie is een drijvende kracht achter de continuïteit van economische groei en welvaart.
ICT is een noodzakelijk middel om onderwijsinnovatie krachtig vorm te geven, zoals bij de invoering van het studiehuis, de tweede fase of het Vmbo. ICT maakt het mogelijk om leerlingen met verschillende achtergronden en startcompetenties met meer maatwerk tegemoet te treden. Maatwerk dat nodig is om leerlingen aan te spreken, erbij te houden en zich te laten ontwikkelen tot het maximaal haalbare niveau. ICT maakt het beter mogelijk "er uit te halen, wat er in zit".
Investeren in ICT in het onderwijs moet niet beargumenteerd worden vanuit het zich al dan niet voordoen van een digitale tweedeling. Onderwijs en scholing zijn de spin-in-het-web in de toerusting van de nieuwe wereldburger met de juiste competenties. Als het aan mij ligt wordt onderwijs niet het zielige buitenbeentje van de samenleving. Onderwijs moet vooroplopen in de ontwikkelingen van morgen, in plaats van voortdurend met inhaalraces bezig te zijn.
Onderwijs On Line
Daarom neemt het kabinet in het algemeen en ik voor onderwijs in het bijzonder ICT zeer serieus. Ik ben – in nauwe samenspraak met het onderwijsveld – sinds vorig jaar juli aan de slag met de invoering van het plan Onderwijs On Line. In andere sectoren wordt een dergelijk proces aangeduid met ‘redesign’. Met dit plan zijn de middelen aanwezig om de "kanteling" binnen het onderwijs te maken. Dat doen we door van scholen sterke onderwijsinstellingen te maken, die samen met de leerlingen en studenten de slag naar een ICT-rijke onderwijspraktijk kunnen maken.
Belangrijk onderdeel van dit plan is het aansluiten van álle scholen in het primair en voortgezet onderwijs, de beroeps- en volwasseneneducatie en de lerarenopleidingen op kennisnet: een breedbandig netwerk van grote capaciteit waarop relevante onderwijscontent op een adequate manier wordt ontsloten en dat toegang biedt tot Internet.
Het initiëren en ontwikkelen van kennisnet is door mij opgepakt met het oog op de meerwaarde die een goed functionerend kennisnet heeft voor het onderwijsproces van de toekomst. Over het verder ontwikkelen en het instandhouden van kennisnet heb ik afgelopen week een brief aan de Tweede Kamer gestuurd. Ik zie de ontwikkeling en de instandhouding als belangrijke publieke taak. Dat wil overigens niet zeggen dat de uitvoering ook uitsluitend door de publieke sector moet plaatsvinden. De overheid zoekt sterke partners uit het bedrijfsleven om in een Publiek-Private Samenwerking van overheid, scholen en bedrijven een kwalitatief hoogwaardig kennisnet te ontwikkelen.
Hogere investeringen
Daarnaast ontvangen de scholen per leerling een structureel bedrag, dat bij de recente voorjaarsnota nog verder is verhoogd. De school kan daarmee vanuit een sterkere positie de beste keuzes maken: meer computers op alle scholen, investering in deskundigheid van docenten, adequate beheersoplossingen.
ICT biedt ruimte voor de verschillende onderwijs- en scholingsbehoeften van de lerenden. Het maakt onderwijs aantrekkelijk, voor de leraar en voor de leerling. Het geeft kansen aan leerlingen die het moeilijker hebben met traditionelere vormen van onderwijs.
Investeren in ICT en investeren in Onderwijs zijn daarom zaken die heel goed te combineren zijn. Twee onlosmakelijke vliegwielen in de kenniseconomie: een uitstekende investering voor de BV Nederland.
Loek Hermans
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen