Iedere burger krijgt een Persoonlijke Internet Pagina (PIP) met op hem afgestemde informatie van overheden. Maar hoe krijgen die overheden al die persoonlijke gegevens daar op? En waarom zouden ze?
In één oogopslag ziet een burger wat over hem bekend is bij overheden en kan hij met diezelfde overheden zijn zaken regelen. Dat klinkt te mooi om waar te zijn, maar toch is dat het doel van de Persoonlijke Internet Pagina (PIP). Het PIP-project kreeg in april groen licht van de ministerraad. PvdA, CDA en VVD steunen het. De VVD wil zelfs dat de PIP er in 2008 al voor iedereen is. In de huidige planning is dat na 2010. In november startte al de eerste proef met PIP voor een paar honderd proefgebruikers. Dat aantal moet in maart zijn opgelopen tot 1500.
Zes gemeenten doen mee met de proef: Den Haag, Dordrecht, Voorst, Enschede, Amsterdam en Assen. Ook de Belastingdienst, de IB-Groep, het Kadaster, de Sociale Verzekeringsbank, CWI en UWV werken mee. Later sluiten de gemeente Utrecht, Waternet en de Rijksdienst voor het Wegverkeer mogelijk nog aan.
ICTU voert het project uit voor de ministeries van Binnenlandse Zaken en Economische Zaken. Alle overheden kunnen meedoen in het PIP-project, mits ze voldoen aan drie voorwaarden: ze moeten in de Staatsalmanak staan, beschikken over een PKI-overheid-certificaat en een DigiD-koppeling hebben. Aan de 'achterkant' verloopt het gegevensverkeer via overheidsnetwerken als de Haagsche Ring, Gemnet en Suwinet.
Agenda
De PIP is meer dan een portaal met persoonlijke informatie: de site heeft ook echt functies. Zo krijgt de burger inzage in zijn registraties, ontvangt hij berichten en kan hij doorklikken naar het aanvragen van een uittreksel uit de burgerlijke stand, een Kadastrale kaart, een bouwvergunning of een uitkering. "Die diensten blijven de verantwoordelijkheid van de overheidsorganisaties zelf", zegt manager acceptatie in het PIP-project, Bart Knubben, tijdens een presentatie bij brancheorganisatie ICT~Office. "Als je een dienst aanklikt, kan je bij de site van instantie zelf uitkomen, maar er blijft een balk van PIP zichtbaar. Je hoeft daar niet opnieuw in te loggen, omdat je je via PIP al met DigiD hebt aangemeld."
Belangrijke onderdelen van PIP zijn overzichten van afspraken, taken, zaken en berichten. De agenda is er voor het 'communiceren van verplichtingen', zegt Sheila Ghosh, hoofdarchitect van PIP. "Bijvoorbeeld dat je belastingaangifte op 1 april binnen moet zijn. In de agenda heb je een overzicht van alle afspraken en deadlines. Dat is handig, bijvoorbeeld als je één keer per maand moet solliciteren of werkbriefjes moet inleveren." Maar ook de dagen waarop vuilnis wordt opgehaald kunnen in de PIP-agenda verschijnen. Burgers kunnen alle data downloaden en importeren in Outlook of andere agendasoftware.
Berichtenbox
Het onderdeel 'berichten' dient als aanvulling of vervanging van papieren post, vertelt Knubben: "Overheden kunnen nu niet mailen met burgers, want iedereen heeft meerdere e-mailadressen en je kan er niet van op aan dat het aankomt. Met de berichtenbox van PIP heeft iemand er kennis van kunnen nemen en kan een overheid aan zijn informatieplicht voldoen. Je zou per e-mail ook notificaties voor nieuwe berichten kunnen doorsturen naar het e-mailadres dat mensen zelf hebben ingesteld."
In het buitenland heeft alleen Denemarken een online berichtenbox die papieren brieven vervangt. De Deense overheid heeft met Borger.dk dezelfde plannen als de Nederlandse met PIP. Internationaal gezien is Singapore het verst met persoonlijke overheidsportalen.
PIP genereert ook nieuwe gegevens over burgers. Ze kunnen zelf mobiele telefoonnummers, e-mailadressen en rekeningnummers toevoegen. De burger heeft daar voordeel van, denkt Ghosh. "Wie zijn rekeningnummer invult, hoeft die bijvoorbeeld niet meer in te vullen bij een kinderbijslagaanvraag."
Automatisch invullen
Sommige gegevens vult PIP automatisch in, zoals die uit de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA). Ghosh: "Wij presenteren die in het PIP-scherm, maar overheidsorganisaties kunnen gegevens gewoon zelf aanbieden. Dat werkt op basis van webdiensten." Volgens Knubben willen burgers graag via internet inzage in hoe ze geregistreerd staan. "Dat bleek uit een onderzoek dat we vooraf hebben gehouden. Op zijn PIP zou een burger ook zelf gegevens kunnen veranderen. Maar ook dan blijft de gemeente toch verantwoordelijk voor de correctheid." Zo'n wijziging staat dan ook automatisch in het 'zakenoverzicht' op PIP. Ook werkt het PIP-project samen met het programma E-Formulieren, zodat formulieren al gedeeltelijk automatisch worden ingevuld.
Overheden kunnen niet inloggen op een PIP van een burger. "Dit is zijn persoonlijke informatie. Het wordt ook niet gedeeld tussen overheidsorganisaties. Misschien kunnen burgers in de toekomst als ze willen wel bepaalde gegevens met één klik doorgeven aan een andere overheidsinstelling", zegt Ghosh. Een probleem zijn nog machtigingen. Veel burgers laten anderen, zoals accountants of bekenden, hun overheidszaken regelen. Dat is nog niet geregeld in PIP en DigiD.
Kostenbesparing
Iedere overheidsinstelling kan aansluiten op PIP, maar waarom zouden ze? Het beste argument is dat het kosten bespaart. Over de periode 2006-2012 schat ICTU de totale besparing op 870 miljoen euro: 350 miljoen euro op communicatiekosten, nog eens 350 miljoen door schaalvoordelen en 170 miljoen op administratielast. "Dit is nog maar een eerste schatting", zegt Knubben. Volgens hem kan de PIP 'een eigen dynamiek creëren' waardoor de burger vaker contacten met de overheid aangaat. Nu is dat aantal contacten per jaar gemiddeld zeventien. Slechts 3,4 procent daarvan ging in 2005 via internet, bleek uit een onderzoek door ECORYS-NEI. De meeste communicatie tussen overheden en burgers gaat schriftelijk (39,4%), via de balie (30,5%) of telefonisch (26,3%). Bovendien heeft slechts een kwart van de Nederlanders overheidsdocumenten gedownload en verstuurt 20 procent die ook echt via internet, terwijl volgend jaar al 65 procent van de overheidsdiensten via internet kan. "Het achterblijvende gebruik komt doordat de diensten zo versplinterd zijn. Alle instanties hebben eigen sites met eigen formulieren. Er is nauwelijks sprake van integratie of personalisering. PIP brengt al die diensten op één plaats samen en biedt ze op maat aan. Door PIP zal het gebruik van e-diensten versneld toenemen", zegt Knubben. ICTU schat die toename op 10 tot 15 procent.
Net als DigiD
De projectleiders hopen op een domino-effect: als de PIP er eenmaal staat, willen andere overheden niet achter blijven. Knubben: "Dat wij alle diensten als één portaal aanbieden, heeft zijn doorwerking. Zo wordt in één keer zichtbaar dat er soms nog geen integratie tussen organisaties is."
Sommige gemeenten en andere overheden zijn al bezig met de personalisatie van hun sites. Volgens Knubben moeten ze daarbij wel de PIP-specificaties alvast in de gaten houden. "Op termijn hoeven ze zelf minder in personalisering te investeren en biedt PIP schaalvoordelen."
Hij vergelijkt PIP graag met DigiD, dat steeds meer overheden voor authentificatie gebruiken. "DigiD is voor veel organisaties zo aantrekkelijk geworden dat ze geen eigen authentificatiemiddel meer willen gebruiken. Zo zal het voor veel overheden straks ook logisch zijn om op PIP aan te sluiten." PIP-programmamanager Paul Zeef: "Nu al zeggen gemeenten en zbo's in gesprekken dat ze kosten willen besparen door hun 'mijn loket' over een paar jaar uit te faseren. Er ontstaat al wat energie. Waar we eindigen, weten we pas rond 2010."
Privacy
Privacyzorgen hebben de aandacht van de projectleiders van PIP. "Over het gebruik van al die persoonsgegevens moet je serieus nadenken en actief beveiligingsmaatregelen treffen. Daar zijn hoge kosten mee verbonden. Veel overheidsorganisaties hebben daar zelf niet de middelen voor", denkt Knubben. Mede om privacyredenen blijft de PIP-proef beperkt tot het publieke domein, zegt programmamanager Paul Zeef: "In ons burgerpanel kwam naar voren: pas op met het mengen van publiek met privaat. Maak er geen spammachine van." Toch is het onvermijdbaar dat uiteindelijk ook semi-overheden met PIP willen meedoen. Zeef: "Die discussie komt vanzelf omhoog."
Wat vinden burgers?
Burgers zien PIP wel zitten. In een onderzoek door Burger@Overheid zegt 87 procent de site ‘zeker wel' of ‘waarschijnlijk wel' te zullen gebruiken. Burgers willen het liefst via PIP zaken doen met gemeenten en de Belastingdienst (beide 89 procent) en met de politie (66 procent). Belangrijkste voorwaarden zijn wel de 'beveiliging van persoonsgegevens' (86 procent) en een 'compleet aanbod van overheidsproducten' (73 procent). In de toekomst wil 21 procent 'uitsluitend digitaal' met de overheid communiceren.
Meer info: www.burger.overheid.nl/wat_doen_we_nu/nieuws