Xml is zonder enige twijfel volledig geaccepteerd als de standaard voor het opmaken van teksten. Het is nu duidelijk dat xml slechts de taal zelf is, die wordt gebruikt om de actuele gegevens af te handelen zoals gedefinieerd door een schema. Het zijn dus de schema’s die applicatiespecifiek zijn, niet xml. Er bestond een reëel gevaar dat de belangrijkste spelers in de nieuwe markt voor webservices een xml-standaard zouden ondersteunen, maar schema’s zouden manipuleren om zo bedrijfseigen systemen te maken.
Gelukkig zijn de gebruikersorganisaties er eens snel bij, en daarom zijn er standaarden ontwikkeld voor schema’s en voor de taal xml zelf. Vroeger was SGML de opmaaktaal, samen met een schema-taal genaamd dtd. Deze kan nog gebruikt worden voor normale documenten in xml, maar omvat geen features die nodig zijn voor het formatteren van bijvoorbeeld datatypen. Hierdoor worden xml-schema’s nu geschreven in specifiekere talen, die zelf hun wortels hebben in xml. Er is een standaard voor het schrijven van schema’s, gespecificeerd door W3C, maar in de praktijk worden er twee of drie gebruikt, elk ondersteund door een toonaangevende softwareleverancier. Dit leek uit te monden in de gebruikelijke fragmentatie, maar dat is niet gebeurd. Dat komt doordat verschillende door gebruikers gesponsorde organisaties applicatieraamwerken van een hoger niveau hebben ontwikkeld. Die worden door de leden gebruikt, in plaats dat die verzeild raken in schemacodering van een lager niveau. In zekere zin zijn deze nieuwe schema’s verwant aan een programmeertaal van een hoger niveau, en vaak worden ze ‘xml-talen’ genoemd.
De gebruikers hadden een grote invloed op de schema’s/talen van een hoger niveau, en konden eindelijk eens de grote leveranciers onder druk zetten om het eens te worden over (infrastructuur)standaarden van een lager niveau. Dit vanwege het simpele feit dat e-handel het zakendoen tussen bedrijven behelst. Aangezien er geen kans is dat alle partijen dezelfde technologie gebruiken, moesten zelfs Microsoft, IBM, Sun en BEA zich conformeren en naar algemene standaarden werken. Deze leveranciers leiden de consortia die standaarden specificeren om te kunnen samenwerken.
De huidige situatie is dus bemoedigend. De meeste essentiële diensten die nodig zijn om veelomvattende webgebaseerde applicaties te implementeren, zijn nu adequaat gedefinieerd. Hierdoor kunnen belangrijke applicaties worden ontwikkeld die op meerdere platformen werken. Net zo belangrijk is dat alle grote software-ontwikkeltools snel zijn ontwikkeld, gegeven een set api’s om mee te werken. Er is nog steeds een ruime keuze aan leveranciers van kernsystemen en er zijn minstens twee verschillende technologieën: Microsofts .Net en het door alle anderen gesteunde J2EE. In de praktijk is dit een goed scenario, omdat concurrentie leidt tot vooruitgang. Met slechts twee systemen zijn er talrijke handige tools om code van de ene naar de andere omgeving te poorten. Wanneer volgens de webservicestandaarden wordt gewerkt, zouden applicaties die in beide omgevingen zijn geschreven, moeten samenwerken.
Er zijn twee belangrijke raamwerken voor het bouwen van nieuwe e-handelapplicaties, Bizztalk (ontwikkeld door Microsoft) en ebxml (ontwikkeld door Oasis). Beide moeten een reeks programmeer-tools, objectmodellen, enzovoort, gaan ondersteunen, hoewel Bizztalk in de praktijk neigt naar de technologie van Microsoft. Doel van deze raamwerken, die applicatieneutraal zijn, is het leveren van protocollen voor berichtenstromen tussen applicaties, en van een structuur voor het bouwen en beschikbaar maken van schema’s.
Een andere ontwikkeling is een protocol voor het beheren van transacties, een poging tot het leveren van diensten, verwant aan die gewoonlijk op de conventionele systemen worden gebruikt. Dit staat bekend als het Business Transation Protocol (BTP), en is deel van ebxml. Laten we hopen dat Bizzztalk hetzelfde protocol zal ondersteunen.
Andere standaarden worden ontwikkeld om oudere edi-systemen te helpen migreren naar een xml-basis. Universal Business Language is een recente ontwikkeling van ebxml, en bedoeld als taal om een set bouwblokken te genereren voor het uitwisselen van business-documenten, VCML is een andere kandidaat. Het samenwerken van nieuwe e-handelapplicaties met het gevestigde X12 en andere edi-formaten is net zo belangrijk als het samenwerken van twee nieuwe systemen
Bovengenoemde raamwerk-subsystemen zijn kritiek als applicaties snel en betrouwbaar moeten worden gebouwd. Maar de kern-webservicestandaarden die eraan ten grondslag liggen en alle business-specifieke diensten van een hoger niveau, moeten ook worden bekeken.
Martin Healey, pionier ontwikkeling van op Intel gebaseerde computers en c/s-architectuur. Directeur van een aantal it-bedrijven en professor aan de Universiteit van Wales.