We hebben databasespecialisten, business-intelligencespecialisten, outsourcing-specialisten, security-specialisten, testspecialisten, en we hebben zelfs specialisten die zich bezighouden met de kwaliteit van gegevens. Kortom, voor de meeste gebieden kunnen we specialisten inhuren. Zij kunnen helpen bij het kiezen van producten, bij het uitdenken van globale oplossingen, bij het opzetten van architecturen en ons ook vaak voorzien van nuttige tips en trucs. Maar waar is eigenlijk de integratiespecialist?
Volgens onderzoeksbureaus als Giarte en Forrester geven we al jaren kapitalen uit aan het integreren van applicaties en databases. Ook de komende jaren zal daar weinig in veranderen. Bij elke organisatie, commercieel of niet, staat integratie op de agenda. Kijk maar naar hoeveel miljarden euro’s we op deze planeet uitgeven aan datawarehousing-, soa- en portaal-projecten. Vanwege fusies, acquisities, multi-channelling, nieuwe regelgeving, en andere redenen is er behoefte om bestaande systemen tot één geheel te koppelen.
Om te integreren bestaan er veel verschillende oplossingen. Deze oplossingen zijn op verschillende manieren te classificeren. We kunnen ze groeperen op basis van de laag waarop we integreren. We kunnen bijvoorbeeld de applicaties op de applicatielogicalaag (meestal EAI genoemd) integreren, of we kunnen systemen op de presentatielaag samenvoegen. Dit gebeurt veel bij het ontwikkelen van portalen. Een derde mogelijkheid is dat we op het gegevensniveau integreren. Datawarehouses worden vaak op deze manier aan bronsystemen gekoppeld. En voor elke manier kan men kiezen uit tientallen producten.
Een andere wijze van classificatie heeft betrekking op de snelheid waarmee we gegevens beschikbaar maken: we kunnen integreren op synchrone of asynchrone wijze. We kunnen kiezen voor een simpele oplossing waarbij twee of drie systemen gegevens ‘s nachts uitwisselen, of voor een zeer ingrijpende oplossing, zoals een soa. Hierbij staat de integratieoplossing, de soa, centraal en worden de applicaties ondergeschikt. Dit in tegenstelling tot de simpele oplossing.
Kortom, er zijn veel manieren om te integreren, er bestaan vele standaarden en zeer veel uiteenlopende producten. Maar welke oplossing moet een organisatie kiezen?
De doelstelling is nooit het integreren zelf. De doelstelling kan nooit het opzetten van een soa zijn. Ook het willen opzetten van een datawarehouse kan geen doelstelling op zich zijn. Eerst dienen we de bedrijfsdoelstelling te bepalen. Wat willen we eigenlijk realiseren? Waar ligt het voordeel voor de organisatie? Daaruit kunnen we waarschijnlijk een oplossing afleiden en dan weten we uit welke categorie van producten we moeten selecteren.
Recentelijk vroeg een klant of ik wilde assisteren bij de keuze van een enterprise service bus om een soa te ontwikkelen. Na enkele uren vergaderen, bleek dat de bedrijfsdoelstelling simpel was: gegevens moesten sneller van het ene systeem naar het andere getransporteerd worden. Nu was dat een handeling die enkele uren duurde. Uiteindelijk is hier voor een etl-oplossing gekozen die in de nacht de relevante gegevens overhevelt, een veel simpelere en minder ingrijpende oplossing dan een soa. En hiermee bespaart zo’n organisatie zich veel geld, tijd en hoofdpijn.
Maar waar vind je integratiespecialisten? Waar vind je mensen die die keuze kunnen maken? We hebben wel etl-specialisten, soa-specialisten en portaal-specialisten, maar die kennen meestal maar één product. We hebben dringend vakmensen nodig die over al die markten en over die verschillende integratieoplossingen heen kunnen kijken. Integreren is een vak en we zullen daar de komende jaren alleen maar meer mee te maken krijgen.
Ten slotte, als we allemaal een groot deel van ons budget verstoken aan integratie, waarom is het dan geen vak op hogescholen en universiteiten? De meeste it’ers krijgen er toch mee te maken. Ik hoop dat we het vakgebied applicatie- en data-integratie snel instellen, waarin minimaal alle verschillende principes en oplossingen worden belicht.
Rick van der Lans