Wellicht is het nog te vroeg, maar de voortgaande koersval van de Nasdaq deze week lijkt toch een teken dat aan een periode van ongebreideld optimisme over de ‘Nieuwe Economie’ met dito beurswaardering voor de dot.com bedrijven een einde begint te komen.
Dat de informatie- en communicatietechnologie (ICT) de wereldmarkt nóg veel kleiner maakt dan hij al was geworden door de telegraaf, de telefoon en de fax, is inmiddels wel duidelijk. Elke dag kondigen een of meer grote bedrijven aan in business-to-business (B2B) te stappen. De opkomst van de electronische handel, waarin het Internet de spil vormt, is een geheel nieuwe markt waarop een bijna onnoemelijk aantal bedrijven en bedrijfjes met de meest fantasievolle en veelbelovende namen zich hebben gestort.
Maar hoeveel, en vooral: welke bedrijven bestaan er over vijf jaar nog? Wie op die vraag het antwoord weet, wordt zo rijk als Croesus. Dat is wel zeker, en dat verklaart voor een belangrijk deel de run op de aandelen van vrijwel elk ICT-bedrijf(je) dat de sprong naar de beurs heeft gewaagd. Iedereen is bang het winnende lot te missen.
Maar hoe meer geld er in een bedrijf wordt gepompt, des te hoger wordt de lat gelegd voor de toekomstige winsten. Uiteindelijk loopt dit mis, houdt de Amerikaanse opperbankier Greenspan regelmatig koopgrage beleggers voor. Onzin, roepen de goeroes van de Nieuwe Economie: ICT verandert de economie zo fundamenteel dat al die hoge verwachtingen wel degelijk worden waargemaakt.
Wie heeft er gelijk? Een van de fundamentele wetten van de Oude Economie luidt dat de winstmarge op een nieuw product na verloop van tijd tot nul daalt. Zolang er veel winst werd gemaakt met de productie van bijvoorbeeld personal computers, gingen steeds nieuwe bedrijven PC’s maken. De concurrentie is moordend geworden en slechts twee soorten bedrijven zien kans om te overleven: bedrijven die PC’s maken waaraan ze per stuk bijna niets verdienen maar er wel heel veel van verkopen, en de fabrikanten die hun product iets exclusiefs weten mee te geven. Zoals (tot nu toe) merken als Packard Bell, Compaq en Dell. Maar hoe lang duurt dat? Onlangs haalde superbelegger Warren Buffet het voorbeeld aan van de auto. Toen die in de jaren dertig in de VS doorbrak, waren er op een gegeven moment 3.000 (!) autofabrikanten. Momenteel telt de VS er nog maar drie.
De moraal van het verhaal: heel veel ICT-bedrijven zullen het niet redden, en degenen die het wel redden zullen niet de superwinsten behalen die de beleggers nu van hen verwachten. Wie in ICT een gokje wil wagen, zei topman Korteweg van Robeco onlangs, kan maar het beste zijn risico spreiden door in een fonds te stappen dat in meerdere bedrijven tegelijk belegt. Dat was uiteraard óók preken voor eigen parochie van de fondsbeheerder bij uitstek, maar gelijk had hij wel. Maar ook dan blijft nog een wijsheid van de Oude Economie overeind staan: je kunt ook in de Nieuwe Economie beter niet beleggen met geld dat je écht nodig hebt.
Teus Molenaar, hoofdredacteur VNUNETj