Computerleverancier Fujitsu-Siemens moet duur betalen voor het snelle oprukken in de Europese PC-markt. Een officiële waarschuwing voor tegenvallende financiële resultaten was voor producent van computers vorige week zelfs aanleiding de gezamenlijke presidenten Winfried Hoffmann en Robert Hoog uit hun functie te ontheffen.
Eind februari verkeerde de PC-fabrikant nog in jubelstemming. Cijfers van onderzoeksbureau Dataquest gaven aan dat de Duits-Japanse alliantie de tweede plaats op de Europese PC-markt innam. De individuele marktaandelen van de twee partners bedroegen opgeteld al 14 procent; goed voor de tweede plaats na Compaq, dat 18 procent marktaandeel heeft.
Nu blijkt dat de beoogde marktgroei weliswaar is behaald, maar dat daarvoor een hoge prijs is betaald. Met name de verkoop van desktopcomputers aan het bedrijfsleven gebeurt onder extreem lage marges. Volgens sommige berichten verliest de joint venture zelfs geld aan deze activiteit. De verkoop van laptops zou daarentegen wel winstgevend zijn.
Een forse reorganisatie staat daarom op stapel. Het half jaar oude bedrijf wil zijn productie stroomlijnen en zal draagbare computers voortaan alleen nog uit zijn Japanse fabrieken betrekken. De assemblage- en productiefaciliteit in Finland moet de poorten sluiten, wat vijfhonderd banen kost. De fabriek in het Duitse Augsburg (oorspronkelijk van Siemens) produceert voortaan alle desktopsystemen en servers. Toch ontkomt ook deze faciliteit niet aan inkrimping; honderdvijftig tot tweehonderd arbeidsplaatsen worden geschrapt.