Microsoft klampt zich vast aan een uitgebreide behandeling van het hoger beroep in de langlopende antitrustzaak, terwijl Justitie de zaak wil bespoedigen.
Beide partijen hebben hun tijdsschema’s voorgesteld en reacties gegeven, maar ze komen niet nader tot elkaar. Het is nu aan het hoger beroepshof om een beslissing te vellen over de voortvarendheid waarmee het de zaak behandelt.
Het Amerikaanse ministerie van Justitie maakt zich nog altijd hard voor een vlotte behandeling van zijn aanklacht tegen Microsoft. Het hoger beroepshof dat de rechtszaak nu in behandeling heeft, lijkt dit streven te steunen gezien de snelle reactie na de afwijzing van de zaak door het Hooggerechtshof.
Justitie diende vorige week zijn tijdsschema in voor de behandeling, één dag nadat Microsoft zijn voorstel indiende en twee dagen vóór de deadline van het hof. Daarin pleit het ministerie voor een snellere behandeling dan gebruikelijk.
Normaal gesproken gelden er voor federale beroepszaken periodes van veertig, dertig en vijftien dagen voor het indienen van respectievelijk het verweer van de aangeklaagde, de reactie van de aanklager en het weerwoord daarop van de beschuldigde. Dit betreft alleen de schriftelijke argumentatie van beide partijen.
Justitie hecht een groot belang aan deze zaak en pleit voor kortere tijdsblokken. Die monden uit in deadlines op één november, acht december en tweeëntwintig december. Daarna moeten de mondelinge argumenten plaatsvinden.
Microsoft heeft inmiddels al zijn eigen weerwoord ingediend, eveneens twee dagen voor het verstrijken van de deadline. De softwarefirma beschuldigt het ministerie ervan het hoger beroep te saboteren. Het voorstel van de aanklager zou namelijk een professionele, gedegen behandeling onmogelijk maken.
Aan de andere kant is Microsoft er weer op uit tijd te winnen. Justitie hekelt enkele punten in diens voorstel die de behandeling van de zaak vertragen. Zo zijn de negentien principiële juridische punten die het bedrijf aansnijdt in zijn officiële document van 2 oktober hetzelfde als in de documentatie die Microsoft op 26 juli indiende bij rechter Thomas Penfield Jackson.
Het gaat hier voornamelijk om kwesties waarover de softwareleverancier van mening verschilt met die districtsrechter. Justitie stelt dat de rechtbank dit niet moet toestaan. Het gaat nu namelijk om een hoger beroep, wat een vervolg is op de eerdere rechtszaak en niet een herhaling daarvan, aldus de aanklager.