IBM gaat zwaar inzetten op de open standaarden van Linux. Het concern steekt volgend jaar 1 miljard dollar in aanpassing van producten aan het OS.
De stap van Big Blue betekent een doorbraak voor de open standaarden in computersystemen. Tot nu toe domineren gesloten systemen de markt voor zowel kleine en grote computers. Maar IBM-topman Louis Gerstner maakte tijdens een congres over e-business in New York bekend dat volgens hem besturingssystemen en software die louter zijn gebaseerd op eigen standaarden voorbij zijn. Gerstner doelde daarmee uiteraard op zijn grootste concurrenten Sun (Solaris) en Microsoft (Windows).
Het geld dat IBM voor Linux vrijmaakt, wordt geïnvesteerd in IBM’s Linux Technology Center, dat een nog niet nader omschreven set van IBM softwaretechnologie geschikt gaat maken voor het Linux OS. Daarnaast zullen de diverse Competence Centers ISV-applicaties pasklaar maken voor de open standaard. De rest van het geld gaat naar aanvullende partnerovereenkomsten en de uitbreiding van de verkoopafdeling voor Linux.
De stap van IBM is niet toevallig. Volgens verschillende voorspellingen zal Linux in 2004 het Windows-besturingssysteem qua marktpositie en populariteit verslaan. De trend naar "open infrastructuur en open standaarden" is volgens Gerstner niet meer te stoppen, "en Linux is daar een exponent van. Wij investeren in Linux om het ook in een commerciële omgeving populair te maken."
De eerste stap op deze weg zette IBM met de levering van een geclusterde supercomputer aan oliemaatschappij Shell, draaiend op het Linux-besturingssysteem. De supercomputer wordt in januari geïnstalleerd bij Shell Exploratie in Nederland en bestaat uit een netwerk van 1024 servers. Volgens IBM is het de krachtigste computer die wereldwijd onder Linux draait.