De Nasdaq blijft in de ban van de kwakkelende Amerikaanse economie en een onophoudelijke reeks winstwaarschuwingen.
Na het zware verlies van afgelopen woensdag (minus 6 procent), raakte de Nasdaq Composite Index opnieuw 1,8 procent kwijt op 1820 punten. De Amerikaanse technologiebeurs belandde daarmee op een recorddieptepunt in twee jaar.
Dat de bedrijven het aanzienlijk slechter doen dan een jaar geleden, blijkt wel uit berekeningen van Thomson Financial/First Call. Volgens het onderzoeksbureau bleef over het eerste kwartaal 69 procent van de bedrijfsresultaten achter bij de oorspronkelijke voorspellingen, tegen 44 procent over dezelfde periode vorig jaar.
Een van de winstwaarschuwers was dit keer JNI, leverancier van opslagnetwerken en infrastructurele producten. JNI verwacht een lagere winst over het eerste kwartaal en een lagere verkoop van zijn producten door een teruglopende vraag. Het aandeel JNI koerste ruim 17 procent lager op 7,53 dollar. Ook Sun Microsoft kreeg indirect een tik van de winstwaarschuwing van JNI. Sun is een van de grootste klanten van JNI en moest 7 procent terug naar 14,70 dollar.
Op de Dow koerste Intel licht lager (1,39 procent) op 26,56 dollar en ook Microsoft moest een tikkeltje terrein prijsgeven op 55,37 dollar. Maar zowel Hewlett-Packard als IBM wisten een lichte koerswinst te boeken. HP steeg met 1,06 procent naar 30,64 en IBM klom met 0,67 procent naar 95,04 dollar.
De maker van handpalmcomputers Palm, die woensdag na de winstwaarschuwing zulke zware klappen opliep, maakte dit keer pas op de plaats (8 dollar) en Nortel, dat het woensdag eveneens zwaar te verduren kreeg, moest dit keer nog eens en halve dollar inleveren op 13,50 dollar. Al met al zijn de meeste analisten van mening dat de kou op de Nasdaq nog lang niet uit de lucht is.