Philips wil zich nog meer gaan profileren als technologieconcern, zei topman Cor Boonstra tijdens een toelichting op de (record)cijfers.
Maar met diezelfde technologie willen de internationale vakbonden het elektronicaconcern beter in de gaten gaan houden. Als eerste stap gaan de bonden een communicatienetwerk opzetten, zodat ze constant met elkaar in contact kunnen blijven. Dat besloten ze op de Philips World Conference. Bonden uit achttien landen doen daaraan mee.
De vakbonden maken zich al jaren zorgen over het geschuif met Philips-bedrijven, waarbij produktie uit landen met hoge loonkosten wordt verplaatst naar lage-lonenlanden. Vorig jaar speelde de verplaatsing van de produktie van spaarlampen van Nederland naar Polen, waar dat volgens Philips veel goedkoper kon.
Philips verplaatst ook veel werk naar ontwikkelingslanden, waar de bonden weinig macht hebben. De International Metalworkers Federation, die het initiatief voor het netwerk heeft genomen, denkt betere arbeidsomstandigheden in de ontwikkelingslanden te kunnen afdwingen door veel publiciteit te genereren in de rijke industrielanden. Een directe, snelle communicatie tussen de vakbonden in de verschillende landen moet daaraan een beslissende bijdrage leveren.
Net als veel multinationals is ook Philips gevoelig voor slechte publiciteit. Het bedrijf weigerde dan ook om een rapport van de IMF in ontvangst te nemen. Overigens kan Philips nog even opgelucht adem halen, want volgens de deelnemende bonden zal het nog wel even duren voordat het netwerk er daadwerkelijk is. Dat kost namelijk veel geld en ook de bonden in de rijke landen hebben het wat dat betreft niet gemakkelijk. De grootste Nederlandse bond, Bondgenoten, staat voor een bezuinigingsoperatie van enige tientallen miljoenen guldens en ontkomt waarschijnlijk niet aan gedwongen ontslagen.