Over vijf tot zes jaar ligt in Nederland een gedistribueerde telescoop waarvan de honderd waarneemstations over tientallen kilometers verspreid liggen.
De Lofar-telescoop moet wetenschappers een scherper beeld van de hemel geven. Samen met Lucent en de Universiteit Eindhoven verkent het astronomisch kennisinstituut Astron de grenzen van de netwerktechnologie. Ook is een nieuw concept voor een nieuwe supercomputer op de tekentafel uitgewerkt.
Lofar (Low Frequency Array) wordt de eerste software radiotelescoop ter wereld, waarbij de signalen uit het heelal grotendeels verwerkt worden door software in plaats van door analoge elektronica. Het Lofar-project dankt zijn naam aan de radiofrequenties die met de telescoop te onderzoeken zijn. Het gehele lage frequentiegebied (van 10 tot 250 MHz rondom de FM band) komt binnen het bereik van wetenschappelijk onderzoek. "Door storende invloeden was dit frequentiegebied tot nu toe niet te gebruiken voor astronomisch onderzoek", zegt Marco de Vos, hoofd software-ontwikkeling bij Astron.
"Met de telescoop zijn zonnevlammen in de gaten te houden", geeft De Vos als voorbeeld. "Een zonnevlam is een uitbarsting van materie uit de corona van de zon. Dit veroorzaakt elektromagnetische schokgolven die elektriciteitsnetwerken en satellieten kunnen schaden. De telescoop neemt zo’n schokgolf in een vroeg stadium waar, zodat voorbereidende maatregelen te treffen zijn."
Kijk voor het complete bericht in de Computable van 15 juni.