Philips heeft gisteren bekendgemaakt te stoppen met de productie van mobiele telefoons. Hiermee zette het bedrijf een punt achter een van de kostbaarste fiasco’s in de geschiedenis van het concern. Inclusief de kosten van de nu noodzakelijke reorganisatie heeft het avontuur Philips meer dan vier miljard gulden gekost.
"Geen bedrag om blij van te worden", zei financiële man Jan Hommen gisteren in een toelichting. Vooral de samenwerking met het Amerikaanse Lucent draaide twee jaar geleden uit op een dure mislukking. Tot en met het eerste kwartaal heeft Philips volgens Hommen een kleine 3,5 miljard gulden verlies geleden op de mobiele telefoons. Daar bovenop komt nog een voorziening voor herstructureringen van 660 miljoen.
Door de maatregel gaan 1.300 van de 3.100 banen bij Philips Consumer Communications (PCC) verloren. In het Franse Le Mans waar Philips tot nu toe zijn mobieltjes produceerde, verdwijnt ongeveer de helft van de 2.500 arbeidsplaatsen.
Philips trekt zich overigens niet helemaal terug van de markt voor zaktelefoons. Het ontwerp en de productie laat het concern over aan een bedrijf in China, waarin het een minderheidsbelang neemt. Philips blijft producten van die Chinese partner onder de eigen merknaam verkopen in Azië en Europa.
Als leverancier van chips, lcd-schermpjes, speakertjes en andere componenten blijft Philips overigens een belangrijke speler in de mobiele telefonie. In twee op de drie mobieltjes die wereldwijd worden verkocht zitten Philips-onderdelen. Alleen het maken van complete telefoontjes moet Philips aan andere bedrijven overlaten.