Linux-distributeur Caldera rekent voor de gecombineerde United Linux-distributie (UL) geen licentiekosten per gebruiker, maar per server. Dit zegt Benelux-manager Elbert Vlastuin van Caldera.
Hij reageert hiermee op berichten, onder meer opComputable.nl, dat het bedrijf voor de nieuwe uniforme Linux-server-uitvoering kosten vraagt per verbonden gebruiker. Caldera-president Ransom Love liet kort na de aankondiging van de UL-samenwerking weten dat zijn bedrijfper-seat-licenties zou hanteren.
Vlastuin legt uit dat de kosten worden berekend per server, zoals gebruikelijk is in de Unix-wereld. Opvallend is dat Caldera geen meerprijs wil koppelen aan het aantal gebruikte processoren in de machine.
Dit is tegengesteld aan wat UL-partner Suse van plan is. Die wil wel verschillende prijsstellingen hanteren naargelang het aantal processoren, vertelt Gregory Blepp, vice-president internationale zaken bij Suse.
"Daarnaast kijken we natuurlijk ook naar wat een klant precies voor functionaliteit, software en dienstverlening wil. Op basis van die combinatie van factoren baseren wij de prijs. De kosten van de doos met cd’s is daar slechts een onderdeel van", zegt de Suse-topman.
Blepp zit namens de Duitse Linux-distributeur in de directieraad van het gezamenlijke UL-bedrijf, opgericht door de kersverse partners Caldera, Suse, Turbolinux en Connectiva. Die vier zijn voornamelijk actief in de respectievelijke regio’s VS, Europa, Oceanië en Zuid-Amerika.