De Europese Commissie in Brussel doet een onderzoek naar de technische ontwikkelingskredieten die de Venlose kopieermachine-fabrikant Océ van der Grinten heeft ontvangen van de Nederlandse overheid.
Op deze kredieten is in 1994 een voorschot van 25 miljoen gulden ontvangen. Later kwam daar nog eenzelfde bedrag bij. De gelden waren bestemd voor de dekking van R&D-kosten die zijn gemaakt voor de ontwikkeling van een nieuwe generatie snelle kopieermachines met een hogere resolutie.
De kosten van dit project zijn geraamd op iets minder dan 250 miljoen gulden. Maar Eurocommissaris Karel van Miert die toeziet op de concurrentieverhoudingen, heeft de indruk dat hiervoor uiteindelijk veel minder researchgeld is uitgegeven. Het voorschot had volgens de Europese regels zo’n 10 procent van de R&D-uitgaven mogen bedragen. De voorgeschoten 50 miljoen gulden is het dubbele van het maximum. Océ reageerde verbaasd op de aankondiging. Het gaat om kredieten en niet om subsidies. Als de nieuwe kopieermachines een succes worden, dan worden de ontwikkelingskredieten op den duur afgelost.