Uit een advies van de landsadvocaat aan de Tweede Kamer blijkt dat de juridische gevolgen van het millennium-probleem onmogelijk zijn vast te leggen in algemeen geldende uitspraken.
Dit komt omdat de contracten met leveranciers zeer van elkaar kunnen verschillen, waarbij voor elk type weer andere juridische regels gelden. Daarnaast ontbreekt het aan tijd om een uitvoerige juridische discussie te voeren met leveranciers over de vraag of en waarvoor zij aansprakelijk zijn. Dit geldt des te meer voor het voeren van een of meer proefprocedures of het invoeren van een noodwetgeving. Het adviesrapport is voor het kabinet aanleiding om leveranciers van software aan de overheid uit te nodigen voor overleg over de aanpak van het millennium-probleem en de aansprakelijkheid.
Eventuele claims na 2000 zullen op contractniveau bekeken moeten worden. Maar, zo benadrukt de landsadvocaat, "een puur tekstuele uitleg van een contract is niet beslissend." Ook aspecten als de economische levensduur, de redelijkheid van een claim, de verhouding tussen de oorspronkelijke contractprijs en de schade, en het land van vestiging van de leverancier spelen mee. Verder moet een gebruiker tijdig aan de bel trekken bij de leverancier. Wie dat nalaat, na het moment waarop hij het gebrek had kunnen ontdekken, komt niet meer in aanmerking voor een eventuele vergoeding.
De overheid en het bedrijfsleven moeten rekening houden met het feit dat ook zij als gebruikers van systemen aansprakelijk kunnen worden gesteld. Mocht de burger in 2000 letselschade of financiële schade ondervinden van programmatuur die niet werkt, dan kan deze de aanbieder en de producent ervan aansprakelijk stellen, stelt de landsadvocaat. Het is in ieder geval raadzaam om aandacht te schenken aan het probleem, om later niet voor verwijtbaar gedrag voor het gerecht gesleept te worden.