Scala Business Solutions, een middelgrote fabrikant van erp-software (enterprise resource planning), wil een notering aanvragen op de Amsterdamse effectenbeurs.
Scala, met de hoofdvestiging in Amsterdam, kan naar verwachting tussen 1997 en 2001 een omzetstijging van gemiddeld 38 procent per jaar halen. De winst uit de normale bedrijfsuitoefening zou in de periode 1998 tot en met 2001 jaarlijks gemiddeld 146 procent kunnen stijgen. Dan kan de winst per aandeel kan groeien met 106 procent.
Dit voorspelt ING Barings in een analyserapport over Scala naar aanleiding van de beursgang. Nu is de onderneming alleen genoteerd aan de beurs van Wenen. De analisten wijzen op de sterke internationale spreiding van Scala. Vooral in opkomende markten bekleedt het een aardige positie.
Scala richt zich vooral op grote, multinationale concerns die oplossingen zoeken voor kleinere dochters. De software is complementair met de grotere erp-pakketten van bijvoorbeeld SAP, Oracle, Peoplesoft en Baan, die meer op centraal niveau worden gebruikt. Scala concentreert zich in toenemende mate op specifieke bedrijfstakken als farmaceutische industrie, telecommunicatie en elektronische industrie.
De omvang van de markt voor erp-software wordt geschat op 7,9 miljard dollar aan licentie-inkomsten. De groei wordt geraamd op 26 procent op jaarbasis voor de periode 1998 tot en met 2000. De groei zal vooral hoog zijn bij de middelgrote ondernemingen die hun software nog moeten aanpassen aan de euro en de eeuwwisseling of die hun gefragmenteerde IT-infrastructuur vernieuwen. De grote erp-fabrikanten penetreren momenteel met succes de bovenkant van de ‘middenmarkt’ met producten die ingewikkelder zijn dan de Scala-software.
ING Barings denkt dat Scala goed kan concurreren met de grote erp-fabrikanten. Het heeft een uitgebreid internationaal netwerk en een sterke positie in Scandinavië en Oost-Europa, en richt zich op kleinere bedrijven in de onderkant van de ‘middenmarkt’. Volgens ING Barings moet Scala het wat winstgevendheid betreft altijd afleggen tegen de grotere fabrikanten. Redenen zijn een dure internationale organisatie, het hoge percentage directe verkoop en de concentratie op kleinere afnemers.