Er komt geen versie van Intels Katmai microprocessor voor notebooks. Fabrikanten van dit soort systemen prefereren de opvolger: Coppermine. De chipfabrikant heeft hierover zelf geen uitlatingen gedaan, maar diverse bronnen in de Amerikaanse elektronica-pers bevestigen dit.
Katmai is de codenaam voor de Pentium II. Naast MMX-instructies heeft deze een uitgebreide instructieset voor de parallelle verwerking van drijvende-kommagetallen. De beslissing heeft geen invloed op de introductie van Katmai in het eerste kwartaal van 1999.
Intel zou tot het uitstel hebben besloten op verzoek van notebookfabrikanten. Zij willen tijd en geld besparen door de Katmai over te slaan. Als dat zo is, zal Intel direct overstappen naar de Pentium II-versie met de codenaam Coppermine. Deze volgende chip voor het draagbare segment zal eind 1999 in kloksnelheden van 450 tot 500 MHz het licht zien. De Coppermine is een Pentium II-chip en zal dezelfde instructieset hebben als de Katmai.
In de notebookmarkt zal eind 1998 de Dixon-processor verschijnen. Deze chip is gepositioneerd voor het goedkope segment notebooks. De Dixon is een afgeleide van de Celeron. In tegenstelling tot de Celeron is op de Dixonchip 128 kbytes aan L2-cachegeheugen geïntegreerd. Hierdoor zal de prestatie aanzienlijk verbeteren in vergelijking met de cacheloze Celeron.