Chipfabrikant Intel kondigt morgen zijn nieuwste ‘appliance’-server aan. Deze toegewijde opslagmachine voor het midden- en kleinbedrijf valt onder de Inbusiness-reeks van taakgerichte servers.
Deze kant-en-klare machines van Intel zijn onderdeel van de strategiewijziging van het bedrijf. President Craig Barrett zei enkele weken geleden al dat zijn onderneming zich gaat richten op het leveren van ‘bouwstenen’ voor de Internet-economie. Op alle niveaus van Intel wordt echter hevig ontkend dat het hiermee afnemers als IBM, Hewlett-Packard en Compaq gaat beconcurreren.
De nieuwe opslagserver draagt de duidelijke naam Storage Station en kost duizend dollar per stuk. De machines wordt gekoppeld aan een lokaal netwerk en kunnen 12 gigabyte aan data opslaan. Intel levert niet alleen de complete hardware, maar ook het besturingssysteem en enkele toepassingen voor de netwerktoegang en beveiliging.
Opvallend genoeg gebruikt deze toegewijde server een verouderde Pentium 266-processor. Verder is dit het eerste product van de Inbusiness-serie dat een processor van Intel bevat en niet een van National Semiconductor. Binnen twee maanden komt de leverancier met een 24 GB-variant die naar verwachting veertienhonderd dollar zal kosten.