Chipfabrikant Intel wil morgen een investeringsfonds van tweehonderd- tot driehonderd miljoen dollar onthullen voor zijn 64-bits processorarchitectuur (IA-64). Dit geld moet de marktacceptatie van IA-64 opkrikken.
De laatste maanden hebben Hewlett-Packard en Compaq, de hechtste 64-bit-partners van Intel, hun handen namelijk al afgetrokken van de eerste IA-64-processor (Merced). Deze twee bedrijven bevinden zich weer wel in het rijtje systeemfabrikanten die het investeringsfonds mee-financieren. PC-maker Dell draagt ook bij.
Dit fonds moet Internet-dienstverleners en software- en hardware-fabrikanten overhalen om Merced en diens opvolgers, waaronder McKinley, te ondersteunen. Intel koestert ook plannen voor een consumenten-chip op basis van IA-64. De beschikbaarheid van een groot aantal compatibele applicaties, insteekkaarten en randapparatuur is vooral voor die markt van groot belang.
Intel investeert wel vaker in bedrijven en sectoren die het gebruik van zijn chips kunnen bevorderen. Naar verwachting zal het eerste resultaat (extra omzet voor Intel) van dit fonds pas over één tot anderhalf jaar zichtbaar zijn.
Veel analisten verwachten dat IA-64 – en daarmee dus ook de Merced – relatief langzaam terrein zal winnen op de markt. Intel mikt namelijk op zware gebruikers die over het algemeen minder snel warm lopen voor de nieuwste snufjes. De Merced wordt dan ook gezien als een testproduct voor deze ‘conservatievere’ klanten, die zeker willen zijn dat hun software goed functioneert op het nieuwe platform. Opvolger McKinley zal dan voor echt gebruik ingezet worden.