IBM lanceert eerder dan verwacht de G6, een S390-mainframe dat 50 procent sneller is dan wat het bedrijf zijn klanten op dit moment te bieden heeft. Het apparaat kan 1,6 miljard instructies per seconde (1600 mips) verwerken.
Nog maar negen maanden geleden kwam het bedrijf met een mainframe dat één miljard mips aankan. Met de uitlevering van de G6 begint IBM eind mei.
In de G6 heeft IBM voor het eerst de koper-halfgeleidertechniek gebruikt die het bedrijf twee jaar geleden presenteerde. Behalve sneller zijn deze chips ook goedkoper dan traditionele chips.
Analisten reageren enthousiast: zoveel progressie ten opzichte van de voorganger was niet verwacht, en zeker niet zo snel. Met een dergelijk vermogen is de G6 van belang voor organisaties die geregeld grote gegevensstromen moeten verwerken, zoals Internet-aanbieders, aldus marktkenners. Zij verwachten desondanks dat de prijs van de G6 niet veel zal afwijken van de G5. De druk op de markt, waarop Hitachi Data Systems de grootste concurrent is, is daarvoor te groot. De goedkoopste G5-uitvoeringen kosten ruim een miljoen gulden, de grote machines het tienvoudige. Gerekend naar verwerkingscapaciteit betekent een onveranderde prijs dat een koper van de G6 2700 dollar kwijt is voor iedere mips, tegen vierduizend dollar voor de G5-serie.
Hitachi, dat door de komst van de G5 aanzienlijk marktaandeel verloor, komt naar verwachting in september samen met Electronic Data Systems met een nieuw mainframe. De markt rekent voor dat apparaat op een vermogen van tenminste twee miljard, maar mogelijk zelfs drie miljard instructies per seconde.
Iedere maand waarin IBM zijn nieuwe S/390 kan afzetten voor de komst dit Hitachi-apparaat, beschouwen analisten als winst, mede in verband met een mogelijk inzakkende vraag als gevolg van de eeuwwisseling. IBM verwierf met de G5 ruim 80 procent van de S/390 markt. Mainframes maken ruim 6 procent uit van de omzet van het bedrijf.