Een uitspraak van een rechtbank in Japan heeft een precedent geschapen op het gebied van gegevensdistributie en Internet-wetgeving. Vorige week veroordeelde de Japanse rechtbank een man voor het verspreiden van obsceen materiaal via een webserver die in de Verenigde Staten staat.
Volgens juridisch professor Michael Geist van de universiteit van Ottowa, die specialiseert in Internet-wetgeving, heeft deze uitspraak niet alleen gevolgen voor pornografisch materiaal, maar ook voor haat-propaganda en online-gokken. Veel aanbieders van dergelijk materiaal plaatsen hun webservers in landen of staten waar hun activiteiten legaal zijn.
"Internet is per definitie grenzeloos. Niemand is zeker hoe de wetgever of de rechtbanken zullen oordelen op diverse gebieden. Sommige rechtbanken, met name in de Verenigde Staten, gaan al vrij actief om met deze jurisdictie-kwesties. Veel mensen menen al dat nationale wetten wel degelijk moeten gelden. De vraag is vooral hoe dat dan op te leggen", aldus Geist.
"Dit soort beslissing heeft grote implicaties voor de manier waarop we denken over de jurisdictie op Internet-activiteiten. Deze uitspraak suggereert dat elk land zijn wetgeving kan toepassen op elke net-activiteit, mits zij kunnen aantonen dat die activiteiten gericht zijn op hun jurisdictie. Het betekent ook dat individuen zich niet moeten verlaten op de eventuele verdediging dat de server ergens anders staat.