De Amerikaanse handelscommissie (FTC) hecht haar goedkeuring aan de schikking met Intel. Dit maakte de overheidsinstantie gistermiddag bekend.
De schikking werd begin vorige week getroffen na drie weken van overleg achter de schermen. Hiermee voorkomen de twee partijen het antitrustproces dat FTC tegen de chipfabrikant had aangespannen. De handelscommissie stelde dat Intel federale wetten had overtreden door technische informatie te onthouden aan drie computerfabrikanten.
Die bedrijven, Compaq, Digital en Intergraph, beschuldigden Intel van het schenden van hun patenten en sleepten de chipproducent voor de rechter. Daarop staakte de aangeklaagde leverancier de vroege verstrekking van informatie over zijn toekomstige producten. Die gegevens zijn broodnodig voor PC-makers om hun machines zo snel mogelijk te kunnen uitrusten met nieuwe processoren.
Intel gaf dit onmiddellijk toe, maar stelde dat het daarmee volledig in zijn recht stond en geen wetten overtrad. De FTC meende dat de processorproducent, die met een aandeel van 80 procent de PC-markt domineert, niet zelf mag bepalen aan welke PC-fabrikanten hij informatie onthoudt.
De twee partijen zijn nu overeengekomen dat Intel klanten alleen in bepaalde gevallen technische gegevens mag onthouden, bijvoorbeeld wanneer het verwikkeld is in direct gerelateerde patentengeschillen met die klanten, of wanneer die bedrijven hun vergoedingen niet betalen. Het is Intel echter ook toegestaan informatie te onthouden aan fabrikanten die concurrerende microprocessoren ontwikkelen. Dit geeft de chipproducent toch enigszins de vrije hand met betrekking tot bijvoorbeeld Compaq (Alpha-processor).